Home

92/440/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1992 met betrekking tot de organisatie van het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties (1993)

92/440/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1992 met betrekking tot de organisatie van het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties (1993)

92/440/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1992 met betrekking tot de organisatie van het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties (1993)

Publicatieblad Nr. L 245 van 26/08/1992 blz. 0043 - 0045


BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juni 1992 met betrekking tot de organisatie van het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties (1993) (92/440/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Europese Economische Gemeenschap zich de voortdurende verbetering van de arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden alsmede de harmonische ontwikkeling van de economieën ten doel stelt;

Overwegende dat het Europese Parlement op 18 februari 1982 een resolutie inzake de positie en de problemen van de ouderen in de Europese Gemeenschap (4), op 10 maart 1986 een resolutie over de hulpverlening aan bejaarden (5) en op 14 mei 1986 een resolutie over een communautaire actie ter verbetering van de positie van de ouderen, inclusief het uitroepen van een Europees Jaar van de ouderen (6) heeft aangenomen;

Overwegende dat het Europese Parlement in die resolutie van 14 mei 1986 heeft verzocht een Europees Jaar van de ouderen uit te roepen;

Overwegende dat de Raad op 26 november 1990 Besluit 91/49/EEG inzake communautaire acties ten behoeve van ouderen (7), inclusief het uitroepen van het jaar 1993 tot "Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties" heeft aangenomen;

Overwegende dat de huidige demografische ontwikkeling leidt tot een aanzienlijke stijging van het aantal ouderen en dat deze ontwikkeling aanzienlijke economische en sociale consequenties heeft, vooral voor de arbeidsmarkt, de sociale zekerheid en de begroting voor sociale uitgaven;

Overwegende dat de uitwisseling van gegevens en de overdracht van ervaringen, evenals het overleg en de raadpleging over maatregelen ten behoeve van ouderen tussen de Commissie, de Lid-Staten en de vertegenwoordigers van de ouderen, een belangrijk element vormen bij de ontwikkeling van de solidariteit in de Gemeenschap;

Overwegende dat de op communautair niveau te voeren acties bedoeld zijn om de in de Lid-Staten op diverse niveaus ondernomen acties van uiteenlopende aard bekendheid te geven en aan te vullen;

Overwegende dat een bedrag van 6,9 miljoen ecu noodzakelijk wordt geacht voor de tenuitvoerlegging van het onderhavige besluit; dat in het kader van de huidige financiële perspectieven voor het begrotingsjaar 1992 het noodzakelijk geachte bedrag 4,339 miljoen ecu beloopt;

Overwegende dat de toewijzingen voor de financiering van het onderhavige besluit voor de periode na het begrotingsjaar 1992 binnen de grenzen dienen te vallen van het geldende financiële kader van de Gemeenschap;

Overwegende dat het Verdrag, afgezien van artikel 235, niet in bevoegdheden voorziet voor de aanneming van dit besluit,

BESLUIT:

Artikel 1

Doelstellingen - Acties - Gecooerdineerde acties

1. De doelstellingen van het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties (1993), hierna te noemen "Europees Jaar", zijn:

a) de aandacht vestigen op de sociale dimensie van de Gemeenschap;

b) de samenleving bewust maken van de positie van de ouderen, van de uitdagingen in verband met de huidige en de verwachte demografische ontwikkelingen en van de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking voor alle aspecten van het communautaire beleid;

c) bevorderen van de bezinning op en de discussie over de soorten veranderingen die, gezien deze situatie en deze ontwikkeling, noodzakelijk worden;

d) het beginsel van de solidariteit tussen de generaties bevorderen;

e) de ouderen meer betrekken bij het communautaire integratieproces.

2. Voor het Europees Jaar worden de volgende acties overwogen:

a) Acties zonder financiële gevolgen voor de communautaire begroting

Vrijwillige acties van openbare en particuliere organisaties:

- gebruik van het gemeenschappelijke logo en van de slagzin van het Europees Jaar in voorlichtingscampagnes en bij evenementen;

- verspreiding van informatie over het Europees Jaar in de media.

b) Mede uit de Gemeenschapsbegroting gefinancierde acties

i) Gezamenlijke conferenties met de Lid-Staten om de doelstellingen van het Europees Jaar te verwezenlijken.

Financiële steun ten belope van maximaal 30 % van de kosten van deze acties kan worden toegekend.

ii) Voorlichtings- en uitwisselingsacties van instanties uit diverse Lid-Staten, die ertoe leiden dat:

a) de mogelijkheden van ouderen om zelfstandig te blijven wonen worden bevorderd;

b) voor de gezondheidsproblemen van ouderen betere oplossingen worden gevonden;

c) de positieve inbreng van ouderen en de solidariteit tussen de generaties meer naar waarde worden geschat;

d) de actieve deelname van ouderen aan de samenleving wordt bevorderd;

e) de dialoog en het wederzijdse begrip in de Gemeenschap worden ontwikkeld om beter het hoofd te bieden aan de problemen van de vergrijzing.

Financiële steun ten belope van maximaal 60 % van de kosten van deze acties kan worden toegekend.

iii) Bewustmakings- en voorlichtingsacties op nationaal niveau.

Acties die passen bij de doelstellingen van het Europees Jaar, over door de Lid-Staat en de Commissie in overleg met het Raadgevend Comité te bepalen onderwerpen, waaronder:

- prijzen en wedstrijden op nationaal niveau;

- voorlichtings- en reclamecampagnes op nationaal niveau;

- publikatie van informatie op nationaal niveau;

- organisatie van evenementen op nationaal niveau.

Financiële steun ten belope van maximaal 30 % van de kosten van deze acties kan worden toegekend.

iv) Organisatie op communautair niveau van de openings- en de slotconferentie van het Europees Jaar.

Organisatie van andere evenementen op communautair niveau, ook over de geleidelijke overgang van beroepsleven naar pensionering, met name op basis van het verslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van Aanbeveling 82/857/EEG van de Raad van 10 december 1982 betreffende de beginselen van een communautair beleid inzake de pensioenleeftijd (8).

c) Geheel uit de Gemeenschapsbegroting te financieren acties

i) Prijzen en wedstrijden op communautair niveau

Er zullen prijzen worden toegekend voor wedstrijden over door de Commissie in overleg met het Raadgevend Comité te bepalen onderwerpen.

ii) Voorlichtings- en reclamecampagnes op communautair niveau

In de media van alle Lid-Staten.

iii) Publikatie van informatie op communautair niveau, waaronder de volgende rapporten:

a) economisch en sociaal beleid en ouderen;

b) de sociale integratie van ouderen in Europa;

c) de Eurobarometer-enquête betreffende ouderen;

d) een sociaal portret van de Europese senioren;

e) speciaal nummer van "Europe sociale" over ouderen.

iv) Netwerk van modelprojecten van openbare en/of particuliere organisaties ter bevordering van nieuwe benaderingen waardoor de mogelijkheden van ouderen beter kunnen worden aangewend, de inbreng van ouderen kan worden vergroot en de hulpverlening aan afhankelijke ouderen kan worden bevorderd.

3. Voor het Europees Jaar zullen de gecooerdineerde acties worden opgezet door de Gemeenschap, de Lid-Staten (in voorkomend geval met inbegrip van de regionale en lokale overheid), de sociale partners en de niet-gouvernementele organisaties van of voor ouderen.

Artikel 2

Nationaal cooerdinatiecomité

1. Iedere Lid-Staat zorgt ervoor dat een nationaal cooerdinatiecomité wordt ingesteld ten einde de participatie van de Lid-Staat (in voorkomend geval met inbegrip van de regionale en lokale overheid) te organiseren.

2. Dit nationale comité zorgt ervoor dat het alle belangen van de ouderen vertegenwoordigt, met name door de deelname van de sociale partners en de voornaamste niet-gouvernementele organisaties van of voor ouderen.

Artikel 3

Acties zonder financiële gevolgen voor de Gemeenschapsbegroting of mede uit de Gemeenschapsbegroting gefinancierde acties

De acties bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a) en b), worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 5, lid 2.

Artikel 4

Financiering

1. Het voor de tenuitvoerlegging van dit besluit noodzakelijk geachte bedrag aan communautaire financiële middelen beloopt 6,9 miljoen ecu, waarvan 4,339 miljoen ecu voor het begrotingsjaar 1992 in het kader van de vigerende financiële vooruitzichten.

Voor de latere toepassingsperiode van dit besluit moet dit bedrag binnen de grenzen vallen van het geldende financiële kader van de Gemeenschap.

2. De begrotingsautoriteit stelt de voor elk begrotingsjaar beschikbare kredieten vast, rekening houdend met de beginselen van goed beheer als bedoeld in artikel 2 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 6, eerste alinea, van Besluit 91/49/EEG opgerichte comité van raadgevende aard.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met dat advies.

3. Op initiatief van zijn voorzitter en eventueel op verzoek van één van zijn leden behandelt het comité iedere vraag in verband met de cooerdinatie tussen de onder dit besluit vallende acties en de in het kader van het Europees Jaar vallende nationale acties.

Artikel 6

Projecten

1. Na raadpleging van de in artikel 2 bedoelde nationale comités staan de Lid-Staten in voor:

- de beoordeling van de projecten van nationale openbare en particuliere organisaties die aan de Commissie ter financiering worden voorgelegd,

- de controle op de uitvoering van deze projecten en de rapportage daarover aan de Commissie, voor zover deze projecten nationale financiële steun genieten.

2. Het in artikel 5 bedoelde comité wordt in kennis gesteld van alle projecten waarvoor de Commissie van plan is financiering te verlenen.

Artikel 7

Informatie van het Europese Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité

De Commissie houdt het Europese Parlement, de Raad en het Economisch en Sociaal Comité op de hoogte van de vorderingen van de werkzaamheden en zendt hun een overzicht en evaluatie van de in de loop van het Europees Jaar gevoerde acties toe.

Gedaan te Luxemburg, 24 juni 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

José da SILVA PENEDA

(1) PB nr. C 25 van 1. 2. 1992, blz. 5.(2) PB nr. C 176 van 13. 7. 1992.(3) PB nr. C 169 van 6. 7. 1992, blz. 49.(4) PB nr. C 66 van 15. 3. 1982, blz. 71.(5) PB nr. C 88 van 14. 4. 1986, blz. 17.(6) PB nr. C 148 van 16. 6. 1986, blz. 61.(7) PB nr. L 28 van 2. 2. 1991, blz. 29.(8) PB nr. L 357 van 18. 12. 1982, blz. 27.