Home

Richtlijn 91/382/EEG van de Raad van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG)

Richtlijn 91/382/EEG van de Raad van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG)

Richtlijn 91/382/EEG van de Raad van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG)

Publicatieblad Nr. L 206 van 29/07/1991 blz. 0016 - 0018
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 5 Deel 5 blz. 0060
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 5 Deel 5 blz. 0060


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 25 juni 1991 tot wijziging van Richtlijn 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk ( tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG ) ( 91/382/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 118 A,

Gezien het voorstel van de Commissie, opgesteld na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats(1 ),

In samenwerking met het Europese Parlement(2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3 ),

Overwegende dat in artikel 118 A van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad door middel van richtlijnen minimumvoorschriften vaststelt om de verbetering van met name het arbeidsmilieu te bevorderen, ten einde een hogere graad van bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te waarborgen;

Overwegende dat volgens dit artikel in deze richtlijnen wordt vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen dat zij oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen zouden kunnen hinderen;

Overwegende dat de mededeling van de Commissie over haar programma inzake de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op het werk(4 ) voorziet in de vaststelling van richtlijnen, gericht op het waarborgen van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers;

Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 21 december 1987 betreffende de veiligheid, de hygiëne en de gezondheid op de arbeidsplaats(5 ) nota heeft genomen van het voornemen van de Commissie om bij hem op korte termijn minimumvoorschriften op communautair niveau in te dienen betreffende de bescherming tegen risico's ten gevolge van gevaarlijke stoffen, waaronder de kankerverwekkende stoffen; dat de Raad van oordeel was dat in deze context het beginsel van vervanging door een erkend ongevaarlijke of minder gevaarlijke stof als uitgangspunt moet dienen;

Overwegende dat asbest een bijzonder gevaarlijk agens is dat ernstige ziekten kan veroorzaken en dat in verschillende vormen in een groot aantal werksituaties voorkomt;

Overwegende dat, rekening houdend met de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis en in de technologie en gezien de ervaring die is opgedaan bij de toepassing van Richtlijn 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk ( tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG)(6 ), de bescherming van de werknemers dient te

worden verbeterd en de in Richtlijn 83/477/EEG vastgestelde actieniveaus en grenswaarden dienen te worden verlaagd;

Overwegende dat een verbod op het opspuiten van asbest voor het velouteren van oppervlakken niet voldoende is om te voorkomen dat asbestdeeltjes in de atmosfeer komen; dat ook andere werkzaamheden die het gebruik van asbesthoudende materialen inhouden, dienen te worden verboden;

Overwegende dat het nu nog niet mogelijk is voor de meting van asbest in de lucht één enkele methode op communautair niveau vast te stellen;

Overwegende dat deze richtlijn vóór 31 december 1995 opnieuw dient te worden bezien, met inachtneming van met name de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis en in de technologie en gezien de bij de toepassing daarvan opgedane ervaring;

Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats krachtens Besluit 74/325/EEG(7 ), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985, voor de uitwerking van voorstellen op dit gebied door de Commissie geraadpleegd wordt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Richtlijn 83/477/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1.artikel 3, lid 3, wordt vervangen door :

"3 . Indien uit de in lid 2 voorgeschreven beoordeling blijkt dat de concentratie van asbestvezels in de lucht op het werk, bij ontbreken van individuele beschermingsmiddelen, op een niveau ligt dat, naar keuze van de Lid-Staten berekend of gemeten :

a)wat chrysotiel betreft :

-lager is dan 0,20 vezel per cm3 over een referentieperiode van acht uur en/of

-lager is dan een gecumuleerde dosis van 12,00 vezel-dagen per cm3 gedurende drie maanden,

b)wat alle andere soorten asbest op zich zelf of in mengsels, inclusief chrysotiel bevattende mengsels, betreft :

-lager is dan 0,10 vezel per cm3 over een referentieperiode van acht uur en/of

-lager is dan een gecumuleerde dosis van 6,00 vezel-dagen per cm3 gedurende drie maanden,

zijn de artikelen 4, 7 en 13, artikel 14, lid 2, alsmede de artikelen 15 en 16 niet van toepassing .";

2.artikel 5 wordt vervangen door :

"Artikel 5

Het opspuiten van asbest voor het velouteren van oppervlakken en werkzaamheden die het gebruik van asbesthoudend isolatie - of geluiddempend materiaal met een lage dichtheid ( minder dan 1 g/cm3 ) inhouden, zijn verboden .";

3.artikel 7, punt 1, derde alinea, wordt vervangen door :

"Overeenkomstig artikel 118 A van het Verdrag beziet de Raad het bepaalde in de eerste alinea, eerste zin, vóór 31 december 1995 opnieuw, waarbij hij met name rekening houdt met de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis en de technologie en met de bij de toepassing van deze richtlijn verkregen ervaring, ten einde voor de meting van asbest in de lucht op communautair niveau één enkele methode vast te stellen .";

4.artikel 8 wordt vervangen door :

"Artikel 8

De volgende grenswaarden worden toegepast :

a)concentratie van chrysotielvezels in de lucht op het werk :

0,60 vezel per cm3, gemeten of berekend over een referentieperiode van acht uur;

b)concentratie van alle andere soorten asbestvezels, op zich zelf of in mengsels, inclusief chrysotielhoudende mengsels, in de lucht op het werk :

0,30 vezel per cm3, gemeten of berekend over een referentieperiode van acht uur .";

5.artikel 9 wordt vervangen door :

"Artikel 9

1 . Onverminderd artikel 7, punt 1, derde alinea, beziet de Raad, overeenkomstig artikel 118 A van het Verdrag, met inachtneming van met name de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis en de technologie en gezien de ervaring opgedaan bij de toepassing van deze richtlijn, het bepaalde in deze richtlijn vóór 31 december 1995 opnieuw .

2 . De wijzigingen die voor de aanpassing van de bijlagen van deze richtlijn aan de technische vooruitgang nodig zijn, worden aangebracht volgens de procedure van de artikelen 9 en 10 van Richtlijn 80/1107/EEG van de Raad van 27 november 1980 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan chemische, fysische en biologische agentia op het werk (*).

(*) PB nr . L 327 van 3 . 12 . 1980, blz . 8 .";

6.artikel 12 wordt als volgt gewijzigd :

a)aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd :

"Op verzoek van de bevoegde autoriteiten moet het plan informatie bevatten over de volgende punten :

-aard en waarschijnlijke duur van de werkzaamheden;

-plaats waar de werkzaamheden worden verricht;

-methoden die worden gebruikt wanneer met asbest of asbesthoudende materialen wordt gewerkt;

-kenmerken van de apparatuur die wordt gebruikt voor :

-de bescherming en ontsmetting van het met de werkzaamheden belaste personeel;

-de bescherming van anderen die zich op of nabij de werkplek bevinden .";

b)het volgende lid wordt toegevoegd :

"3 . Op verzoek van de bevoegde autoriteiten moeten zij voor de aanvang van de beoogde werkzaamheden in kennis worden gesteld van het in lid 1 bedoelde plan .".

Artikel 2

1 . De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op

1 januari 1993 aan deze richtlijn te voldoen.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen . De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten .

Voor de asbestwinning wordt de datum van 1 januari 1993 echter vervangen door 1 januari 1996 .

Voor de Helleense Republiek evenwel,

-is de in de eerste alinea bedoelde datum 1 januari 1996,

-is de in de vierde alinea bedoelde datum 1 januari 1999 .

2 . De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1991 .

Voor de Raad De Voorzitter J.-C . JUNCKER

( 1)PB nr . C 161 van 30 . 6 . 1990, blz . 14 .

( 2)PB nr . C 284 van 12 . 11 . 1990, blz . 98, en PB nr . C 129 van 20 . 5 . 1991, blz . 93.

( 3)PB nr . C 332 van 31 . 12 . 1990, blz . 162 .

( 4)PB nr . C 28 van 3 . 2 . 1988, blz . 3 .

( 5)PB nr . C 28 van 3 . 2 . 1988, blz. 1 .

( 6)PB nr . L 263 van 24 . 9 . 1983, blz . 25 .

( 7)PB nr . L 185 van 9 . 7 . 1974, blz . 15 .