Home

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 21 december 1988 betreffende een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen (89/45/EEG) (89/45/EEG) #

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 21 december 1988 betreffende een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen (89/45/EEG) (89/45/EEG) #

BESCHIKKING VAN DE RAAD van 21 december 1988 betreffende een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen (89/45/EEG) (89/45/EEG) -

Publicatieblad Nr. L 017 van 21/01/1989 blz. 0051 - 0052


*****

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 21 december 1988

betreffende een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen

(89/45/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat volgens het eerste programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) produkten die de consument worden aangeboden, zodanig moeten zijn, dat zij bij gebruik in normale of te verwachten omstandigheden geen gevaar opleveren voor de gezondheid en de veiligheid van de consument; dat er, indien zij een dergelijk gevaar opleveren, passende maatregelen moeten worden getroffen om de consument voor te lichten over de gevaren, om de omstandigheden waaronder de produkten worden gebruikt te verbeteren of om deze door middel van snelle en eenvoudige procedures uit de markt te nemen;

Overwegende dat, wanneer wordt geconstateerd dat verbruiks- of gebruiksartikelen die in de Gemeenschap in de handel zijn gebracht, een dusdanig gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid en de veiligheid van personen dat de onverwijlde tenuitvoerlegging van passende maatregelen noodzakelijk is, het dienstig is dat een snelle uitwisseling van gegevens over dergelijke produkten op communautair niveau kan plaatsvinden en dat er te dien einde een georganiseerd systeem ter beschikking moet staan;

Overwegende dat een dergelijk informatiesysteem noodzakelijk is om een van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de consumentenbescherming en -voorlichting te verwezenlijken;

Overwegende dat verbruiks- en gebruiksartikelen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden zijn bestemd van de werkingssfeer van deze beschikking dienen te worden uitgesloten; dat tevens produkten waarvoor uit hoofde van andere communautaire instrumenten soortgelijke informatieregelingen bestaan, dienen te worden uitgesloten;

Overwegende dat er bovendien bij de Commissie een Raadgevend Comité dient te worden ingesteld dat kan worden geraadpleegd over problemen in verband met het beheer van het systeem;

Overwegende dat, ter beoordeling van de wijze waarop een dergelijk informatiesysteem functioneert, de Raad op 2 maart 1984 Beschikking 84/133/EEG tot invoering van een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen (5) heeft vastgesteld en dat deze beschikking een toepassingstermijn van vier jaar had; dat deze beschikking op 6 maart 1988 is verstreken;

Overwegende dat de Commissie aan het einde van deze termijn een verslag over de werking van het systeem heeft ingediend;

Overwegende dat onverminderd andere voorstellen van de Commissie, met name op het gebied van de veiligheid van de consument, het bij deze beschikking ingestelde communautaire systeem eveneens gedurende een beperkte periode moet worden toegepast;

Overwegende dat het Verdrag slechts in artikel 235 bevoegdheden voor de desbetreffende actie bevat,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Iedere Lid-Staat die besluit spoedmaatregelen te treffen om het in de handel brengen of het gebruik, dan wel het mogelijke in de handel brengen of het mogelijke gebruik van een artikel of een partij van een artikel op zijn grondgebied te voorkomen, te beperken of aan bijzondere voorwaarden te onderwerpen vanwege het ernstige en onmiddellijke gevaar dat dit artikel of die partij oplevert voor de gezondheid of de veiligheid van de verbruikers bij gebruik in normale en te verwachten omstandigheden, stelt de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis. Voor zover mogelijk wordt eerst de producent, de distributeur of de importeur van het artikel of de partij geraadpleegd.

2. Deze kennisgeving omvat:

- gegevens aan de hand waarvan het artikel of de partij kan worden geïdentificeerd, met name de aard en de kenmerken ervan;

- gegevens omtrent de aard en de omvang van de betrokken gevaren;

- gegevens omtrent de maatregelen die de Lid-Staat heeft besloten te treffen.

3. Onmiddellijk na ontvangst van de gegevens controleert de Commissie of deze aan de bepalingen van deze beschikking voldoen en zendt zij de gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.

Artikel 2

Deze beschikking is van toepassing op alle artikelen die voor verbruikers zijn bestemd, met uitzondering van:

a) artikelen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden zijn bestemd;

b) artikelen waarvoor uit hoofde van andere communautaire instrumenten soortgelijke kennisgevingsprocedures bestaan.

Artikel 3

De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van de maatregelen die zij hebben getroffen na ontvangst van de in artikel 1, lid 3, bedoelde gegevens. Onmiddellijk na ontvangst van deze kennisgeving zendt de Commissie de gegevens op haar beurt aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.

Artikel 4

De nadere procedures voor de toezending van de in artikel 1 bedoelde gegevens worden vastgesteld door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten.

Artikel 5

Elke Lid-Staat doet de Commissie opgave van een of meer bevoegde nationale autoriteiten die zijn aangewezen om de in de artikelen 1 en 3 bedoelde gegevens te verstrekken of te ontvangen. Onmiddellijk na ontvangst zendt de Commissie de gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.

Artikel 6

Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die uit hoofde van deze beschikking gegevens verstrekt, worden de gegevens, indien daarvoor gegronde redenen aanwezig zijn, als vertrouwelijk behandeld.

Artikel 7

1. Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité ingesteld, hierna »Comité" te noemen, dat is samengesteld uit twee vertegenwoordigers per Lid-Staat en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De vertegenwoordigers van de Lid-Staten kunnen zich doen vergezellen door twee deskundigen.

2. Het Comité kan zich bezighouden met alle aangelegenheden die verband houden met de tenuitvoerlegging en het beheer van het informatiesysteem en die door de voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde worden gesteld.

3. Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door de Commissie.

Artikel 8

Deze beschikking is van toepassing tot en met 30 juni 1990. Uiterlijk op 30 juni 1989 dient de Commissie een verslag in over de werking van het systeem, te zamen met voorstellen aan de hand waarvan de Raad kan besluiten tot voortzetting of herziening van het systeem.

Artikel 9

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 21 december 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

V. PAPANDREOU

(1) PB nr. C 124 van 11. 5. 1988, blz. 9.

(2) PB nr. C 235 van 12. 9. 1988, blz. 174.

(3) PB nr. C 175 van 4. 7. 1988, blz. 11.

(4) PB nr. C 92 van 25. 4. 1975, blz. 1.

(5) PB nr. L 70 van 13. 3. 1984, blz. 16.