Home

Richtlijn 86/161/EEG van de Commissie van 4 april 1986 tot wijziging van Richtlijn 76/527/EEG betreffende de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer in het kader van de regeling "passieve veredeling" voor wat betreft de compenserende bedragen "toetreding"

Richtlijn 86/161/EEG van de Commissie van 4 april 1986 tot wijziging van Richtlijn 76/527/EEG betreffende de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer in het kader van de regeling "passieve veredeling" voor wat betreft de compenserende bedragen "toetreding"

Richtlijn 86/161/EEG van de Commissie van 4 april 1986 tot wijziging van Richtlijn 76/527/EEG betreffende de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer in het kader van de regeling "passieve veredeling" voor wat betreft de compenserende bedragen "toetreding"

Publicatieblad Nr. L 125 van 13/05/1986 blz. 0022 - 0023


*****

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 4 april 1986

tot wijziging van Richtlijn 76/527/EEG betreffende de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer in het kader van de regeling »passieve veredeling" voor wat betreft de compenserende bedragen »toetreding"

(86/161/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 76/119/EEG van de Raad van 18 december 1975 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de regeling »passieve veredeling" (1), inzonderheid op artikel 14,

Overwegende dat artikel 1, lid 2 van Richtlijn 76/527/EEG van de Commissie van 14 juni 1976 betreffende de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer in het kader van de regeling passieve veredeling (2) voorziet dat voor de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer voor produkten welke worden wederingevoerd na passieve veredeling in een andere Lid-Staat, de op de wederingevoerde produkten van toepassing zijnde rechten bij invoer niet mogen worden gecorrigeerd met de compenserende bedragen »toetreding", die van toepassing zouden zijn op de tijdelijk uitgevoerde goederen indien zij in de betrokken Lid-Staat werden ingevoerd uit de Lid-Staat waar zij de veredelingshandeling of de laatste veredelingshandeling hebben ondergaan;

Overwegende dat artikel 9, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 296/86 van de Commissie van 10 februari 1986 inzake de toepassing van de regelingen »actieve veredeling", »passieve veredeling" en »behandeling onder douanetoezicht" in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de Gemeenschap zoals die per 31 december 1985 is samengesteld, enerzijds, en Spanje en Portugal anderzijds, alsmede in het handelsverkeer tussen de twee nieuwe Lid-Staten gedurende de periode waarin in dit handelsverkeer douanerechten worden geheven (3), voorziet dat bij het plaatsen van de goederen onder de regeling »passieve veredeling" de bedragen niet worden toegepast welke zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of van de specifieke regelingen welke van toepassing zijn op bepaalde door verwerking van landbouwprodukten verkregen goederen, ter zake van de met bestemming Lid-Staat van veredeling verzonden goederen; dat bijgevolg de in de vierde overwegende van Richtlijn 76/527/EEG beschreven situatie volgens welke, indien de goederen uitgevoerd worden voor passieve veredeling, de monetair compenserende bedragen toetreding geïnd of verleend worden, niet meer actueel is;

Overwegende dat in tegenstelling tot de zevende overwegende van Richtlijn 76/527/EEG, voor de berekening van de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de rechten bij invoer, voorzien in artikel 10 van Richtlijn 76/119/EEG, voor produkten welke worden wederingevoerd na passieve veredeling in een andere Lid-Staat, op de wederingevoerde produkten van toepassing zijnde rechten bij invoer dus moeten worden gecorrigeerd met de compenserende bedragen »toetreding" die van toepassing zouden zijn op de tijdelijk uitgevoerde goederen indien zij in de betrokken Lid-Staat werden ingevoerd uit de Lid-Staat waar zij de veredelingshandeling of de laatste veredelingshandeling hebben ondergaan;

Overwegende dat de bepalingen van deze richtlijn in overeenstemming zijn met het advies van het Comité douaneveredelingsverkeren,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 76/527/EEG wordt gewijzigd als volgt:

1. Bij artikel 1, lid 1, wordt het cijfer »1" geschrapt.

2. Artikel 1, lid 2, wordt geschrapt.

Artikel 2

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om aan het in deze richtlijn bepaalde te voldoen vanaf 1 maart 1986.

Artikel 3

1. Elke Lid-Staat stelt de Commissie onmiddellijk in kennis van de maatregelen die hij treft voor de toepassing van deze richtlijn.

2. De Commissie deelt deze inlichtingen aan de andere Lid-Staten mede.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 4 april 1986.

Voor de Commissie

COCKFIELD

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 24 van 30. 1. 1976, blz. 58.

(2) PB nr. L 153 van 12. 6. 1976, blz. 43.

(3) PB nr. L 36 van 12. 2. 1986, blz. 5.