Home

Verordening (EEG) nr. 2082/83 van de Commissie van 26 juli 1983 tot bepaling van de feitelijke produktie van niet-geëgreneerde katoen voor het verkoopseizoen 1982/1983 alsmede van het steunpercentage dat de Lid-Staten voor het verkoopseizoen 1983/1984 uitkeren

Verordening (EEG) nr. 2082/83 van de Commissie van 26 juli 1983 tot bepaling van de feitelijke produktie van niet-geëgreneerde katoen voor het verkoopseizoen 1982/1983 alsmede van het steunpercentage dat de Lid-Staten voor het verkoopseizoen 1983/1984 uitkeren

Verordening (EEG) nr. 2082/83 van de Commissie van 26 juli 1983 tot bepaling van de feitelijke produktie van niet-geëgreneerde katoen voor het verkoopseizoen 1982/1983 alsmede van het steunpercentage dat de Lid-Staten voor het verkoopseizoen 1983/1984 uitkeren

Publicatieblad Nr. L 203 van 27/07/1983 blz. 0018 - 0018


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2082/83 VAN DE COMMISSIE

van 26 juli 1983

tot bepaling van de feitelijke produktie van niet-geëgreneerde katoen voor het verkoopseizoen 1982/1983 alsmede van het steunpercentage dat de Lid-Staten voor het verkoopseizoen 1983/1984 uitkeren

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op Protocol nr. 4 betreffende katoen,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2169/81 van de Raad van 27 juli 1981 tot vaststelling van de algemene voorschriften van de steunregeling voor katoen (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1982/82 (2), en met name op de artikelen 7 en 8,

Overwegende dat in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2169/81 is bepaald dat de feitelijke produktie van elk verkoopseizoen ieder jaar wordt bepaald, waarbij met name rekening wordt gehouden met de hoeveelheden waarvoor de steun is aangevraagd; dat de toepassing van dit criterium ertoe leidt de feitelijke produktie voor het verkoopseizoen 1982/1983 vast te stellen op het hieronder aangegeven niveau;

Overwegende dat in artikel 8 van diezelfde verordening is bepaald dat voor ieder verkoopseizoen, rekening houdend met de oogstvooruitzichten, het steunpercentage wordt vastgesteld dat de Lid-Staten uitkeren na het egreneren van de katoen, zolang de feitelijke produktie niet is bepaald;

Overwegende dat de weersomstandigheden die sommige voorname produktiegebieden dit jaar hebben gekend, het niet toelaten genoegzaam gegronde oogstvooruitzichten te maken; dat het, gelet op deze uitzonderlijke moeilijkheden bij het evalueren van de oogstvooruitzichten, dienstig is het steunpercentage vast te stellen op een zodanig niveau dat het mogelijk wordt rekening te houden met de mogelijkheid dat de feitelijke produktie de hoeveelheid overtreft waarvoor de steun onverminderd moet worden verleend; dat evenwel in deze uitzonderlijke omstandigheden en in het belang van de betrokkenen hun de mogelijkheid moet geboden worden het volledig bedrag van de steun aan te vragen indien daarvoor een waarborg wordt verstrekt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het verkoopseizoen 1982/1983 wordt de feitelijke produktie van in de Gemeenschap geproduceerde niet-geëgreneerde katoen bepaald op 333 100 ton.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 1983/1984 wordt het steunpercentage dat de Lid-Staten uitkeren na het egreneren van de katoen, zolang de feitelijke produktie niet is vastgesteld, vastgesteld op 92,5.

De producerende Lid-Staten worden evenwel gemachtigd, op verzoek van de rechthebbenden, een bedrag te storten dat gelijk is aan 100 % van de steun indien zij bij de door de betrokken Lid-Staat aangewezen instantie, een waarborg hebben gesteld die ten minste gelijk is aan 7,5 % van het in hoofde van elke ingediende steunaanvraag te betalen bedrag. Bij toepassing van artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2169/81 wordt de waarborg verbeurd tot een bedrag gelijk aan het verschil tussen de betaalde en de te betalen steun.

De sommen die op deze wijze zijn ontvangen komen in mindering van de uitgaven die zijn gedaan voor het verlenen van de steun.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 26 juli 1983.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 211 van 31. 7. 1981, blz. 2.

(2) PB nr. L 215 van 23. 7. 1982, blz. 5.