Home

Verordening (EEG) nr. 2340/76 van de Raad van 20 september 1976 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 428/73 betreffende de toepassing van de Besluiten nr. 5/72 en nr. 4/72 van de Associatieraad, bedoeld in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

Verordening (EEG) nr. 2340/76 van de Raad van 20 september 1976 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 428/73 betreffende de toepassing van de Besluiten nr. 5/72 en nr. 4/72 van de Associatieraad, bedoeld in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

Verordening (EEG) nr. 2340/76 van de Raad van 20 september 1976 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 428/73 betreffende de toepassing van de Besluiten nr. 5/72 en nr. 4/72 van de Associatieraad, bedoeld in de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

Publicatieblad Nr. L 265 van 29/09/1976 blz. 0003 - 0004
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 3 blz. 0075
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 3 blz. 0075


Verordening (EEG) nr. 2340/76 Van de Raad

van 20 september 1976

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 428/73 betreffende de toepassing van de Besluiten nr. 5/72 en nr. 4/72 van de Associatieraad, bedoeld in de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten bij het goederenverkeer tussen de Europese Economische Gemeenschap enerzijds en Griekenland en Turkije anderzijds, wanneer de goederen vanuit Oostenrijk worden doorgezonden [1], op 1 mei 1976 in werking is getreden ;

Overwegende dat de Associatieraad E.E.G.-Turkije bij Besluit nr. 1/76 houdende wijziging van Besluit nr. 5/72 betreffende de methoden van administratieve samenwerking ter toepassing van de artikelen 2 en 3 van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst van Ankara bijzondere bepalingen heeft vastgesteld met betrekking tot het gebruik van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 wanneer de goederen vanuit Oostenrijk worden doorgezonden ;

Overwegende dat derhalve Besluit nr. 1/76 in de Gemeenschap ten uitvoer dient te worden gelegd door aanpassing van Verordening (EEG) nr. 428/73 van de Raad van 5 februari 1973 betreffende de toepassing van de Besluiten nr. 5/72 en nr. 4/72 van de Associatieraad, bedoeld in de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije [2], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1431/75 [3], waarbij de genoemde methoden van administratieve samenwerking voor de Gemeenschap ten uitvoer werden gelegd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 428/73 wordt als volgt gewijzigd :

De hiernavolgende titel wordt opgenomen in Besluit nr. 5/72 van de Associatieraad E.E.G.-Turkije dat als bijlage aan genoemde verordening is gehecht :

"TITEL III BIS

Bijzondere bepalingen betreffende het gebruik van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 wanneer de goederen vanuit Oostenrijk worden doorgezonden

Artikel 7 bis

Wanneer de goederen, eventueel na overlading of opslag in een douane-entrepot, vanuit Oostenrijks grondgebied worden doorgezonden, vormt het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 het bewijsstuk als bedoeld in artikel 1, mits aan de in de artikelen 7 ter en 7 quater gestelde voorwaarden is voldaan.

Artikel 7 ter

Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 dat betrekking heeft op de in artikel 7 bis bedoelde goederen, is slechts geldig wanneer het is voorzien van een vermelding waaruit blijkt dat de goederen onder bestendig toezicht van de Oostenrijkse douane-administratie hebben gestaan, ten einde hun identiteit en hun ongeschonden staat te waarborgen.

Ingeval de zending wordt doorgezonden zonder te zijn gesplitst, bestaat deze vermelding in het aanbrengen in het vak "Omschrijving van de goederen" van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 van de woorden "Direkte Weiterleitung EWG", gewaarmerkt door de afdruk van het stempel van het bevoegde Oostenrijkse douane-kantoor en door het vermelden van de datum.

Ingeval de zending wordt doorgezonden na in Oostenrijk te zijn gesplitst, is het bevoegde Oostenrijkse douanekantoor gemachtigd voor elke partij goederen een fotocopie te waarmerken van het in een Lid-Staat of in Turkije afgegeven certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 dat op dat kantoor werd overgelegd. Op de bovenrand van de fotocopie dient in het rood de vermelding "TEILSENDUNG" te worden aangebracht. Op de fotocopie dienen nauwkeurig de goederen te worden vermeld waarop de fotocopie betrekking heeft. Deze aantekeningen dienen door de afdruk van het stempel van het douanekantoor en de vermelding van de datum te worden gewaarmerkt.

Artikel 7 quater

De in artikel 7 bis bedoelde goederen, alsmede het desbetreffende door het bevoegde Oostenrijkse douanekantoor gewaarmerkte certificaat inzake goederenverkeer A.TR. 1 of, in geval van splitsing van de zending, de door het bevoegde Oostenrijkse douanekantoor gewaarmerkte fotocopie van genoemd certificaat dienen binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van afgifte van het oorspronkelijke certificaat, bij de douaneautoriteiten van het land van invoer te worden aangebracht respectievelijk aan hen te worden overgelegd."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1977.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 september 1976.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. van der Stoel

[1] PB nr. L 188 van 19. 7. 1975, blz. 1.

[2] PB nr. L 59 van 5. 3. 1973, blz. 73.

[3] PB nr. L 142 van 4. 6. 1975, blz. 1.

--------------------------------------------------