Home

Richtlijn 72/274/EEG van de Raad van 20 juli 1972 tot wijziging van de Richtlijnen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, van zaaizaad van groenvoedergewassen, van zaaigranen, van pootaardappelen, van de Richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en van de Richtlijnen van 29 september 1970 betreffende respectievelijk het in de handel brengen van groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

Richtlijn 72/274/EEG van de Raad van 20 juli 1972 tot wijziging van de Richtlijnen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, van zaaizaad van groenvoedergewassen, van zaaigranen, van pootaardappelen, van de Richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en van de Richtlijnen van 29 september 1970 betreffende respectievelijk het in de handel brengen van groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

Richtlijn 72/274/EEG van de Raad van 20 juli 1972 tot wijziging van de Richtlijnen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, van zaaizaad van groenvoedergewassen, van zaaigranen, van pootaardappelen, van de Richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en van de Richtlijnen van 29 september 1970 betreffende respectievelijk het in de handel brengen van groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

Publicatieblad Nr. L 171 van 29/07/1972 blz. 0037 - 0038
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(III) blz. 0724
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(III) blz. 0763
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0091
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 6 blz. 0052
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 6 blz. 0052
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0227
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0227


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 20 juli 1972

tot wijziging van de richtlijnen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , van zaaizaad van groenvoedergewassen , van zaaigranen , van pootaardappelen , van de richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen en van de richtlijnen van 29 september 1970 betreffende respectievelijk het in de handel brengen van groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

( 72/274/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende , dat het , om redenen weergegeven in de volgende overwegingen , dienstig is enkele bepalingen te wijzigen van de richtlijnen van de Raad van 14 juni 1966 , laatstelijk gewijzigd bij de richtlijn van 30 maart 1971 ( 1 ) , betreffende respectievelijk het in de handel brengen van bietenzaad ( 2 ) , het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen ( 3 ) , het in de handel brengen van zaaigranen ( 4 ) , het in de handel brengen van pootaardappelen ( 5 ) , van de richtlijn van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen ( 6 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 30 maart 1971 ( 7 ) , van de richtlijn van de Raad van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad ( 8 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 30 maart 1971 ( 7 ) , en van de richtlijn van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen ( 9 ) ;

Overwegende dat enkele van de hiervoorgenoemde richtlijnen bepalen dat vanaf 1 juli 1972 de gelijkstelling van in derde landen geoogst zaaizaad en plantgoed niet meer nationaal door de Lid-Staten vastgesteld kan worden ; daar het onderzoek van een gemeenschappelijke vaststelling van de gelijkwaardigheid evenwel nog niet in alle gevallen is afgesloten , moet de bovengenoemde termijn verlengd worden , om de bestaande handelsbetrekkingen niet te verstoren ;

Overwegende dat voor het verkeer met zaaizaad en plantgoed de richtlijnen uitsluitend produkten toelaten , die ofwel van oorsprong uit Lid-Staten zijn en aan de bepalingen van de richtlijnen voldoen , ofwel van oorsprong zijn uit derde landen en als gelijkwaardig erkend zijn ;

Overwegende dat ook produkten uit landen die tot de Gemeenschap zijn toegetreden , maar de richtlijnen nog niet onmiddellijk toepassen , in de handel gebracht mogen worden , en dat daartoe maatregelen genomen dienen te worden ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

In artikel 16 , lid 2 , tweede zin , van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , in artikel 16 , lid 2 , tweede zin , van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen , in artikel 16 , lid 2 , tweede zin , van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende de handel in zaaigranen en in artikel 15 , lid 2 , tweede zin , van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen , wordt de datum 1 juli 1972 door de datum 1 juli 1973 vervangen .

Artikel 2

Aan artikel 16 van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , aan artikel 16 van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen , aan artikel 16 van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen , aan artikel 15 van de richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen , aan artikel 15 van de richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen , aan artikel 32 van de richtlijn van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad , en aan artikel 21 van de richtlijn van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen wordt het volgende lid toegevoegd :

" 3 . De leden 1 en 2 vinden eveneens toepassing op iedere nieuwe Lid-Staat gedurende de periode vanaf zijn toetreding tot het tijdstip waarop hij de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking moet doen treden , ten einde aan de bepalingen van deze richtlijn te voldoen . "

Artikel 3

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om

a ) met werking van 1 juli 1972 aan de bepalingen van artikel 1 en

b ) uiterlijk 1 januari 1973 aan de bepalingen van artikel 2 te voldoen .

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 20 juli 1972 .

Voor de Raad

De Voorzitter

T . WESTERTERP

( 1 ) PB nr . L 87 van 17 . 4 . 1971 , blz . 24 .

( 2 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2290/66 .

( 3 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2298/66 .

( 4 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2309/66 .

( 5 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2320/66 .

( 6 ) PB nr . L 169 van 10 . 7 . 1969 , blz . 3 .

( 7 ) PB nr . L 87 van 17 . 4 . 1971 , blz . 24 .

( 8 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 7 .

( 9 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 1 .