Home

Verordening (EU) 2017/1770 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

Verordening (EU) 2017/1770 van de Raad van 28 september 2017 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

02017R1770 — NL — 15.12.2021 — 004.002


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2017/1770 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali

(PB L 251 van 29.9.2017, blz. 1)

Gewijzigd bij:


Gerectificeerd bij:




▼B

VERORDENING (EU) 2017/1770 VAN DE RAAD

van 28 september 2017

betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Mali



Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„vordering” :

een vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

i)

een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

ii)

een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm;

iii)

een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

iv)

een tegenvordering;

v)

een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b)

„contract of transactie” : een verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband wordt er onder „contract” tevens begrepen obligaties, garanties of contragaranties, en met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, ook indien deze uit juridisch oogpunt op zichzelf staan, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;

c)

„bevoegde autoriteiten” : de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;

d)

„economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

e)

„bevriezing van economische middelen” : voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;

f)

„bevriezing van tegoeden” : het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

g)

„tegoeden” :

financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

i)

contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

ii)

deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

iii)

in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

iv)

rente, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

v)

krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

vi)

kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven, en

vii)

bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h)

„Sanctiecomité” : het comité van de Veiligheidsraad, opgericht overeenkomstig punt 9 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;

i)

„grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

▼M4

Artikel 2

1.
Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan, direct of indirect, van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die in bijlage I of I bis is vermeld, worden bevroren.
2.
Aan of ten behoeve van de in bijlage I of I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen worden geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking gesteld.

▼M4

Artikel 2 bis

1.

Bijlage I omvat natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die volgens de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité:

a)

vijandelijkheden aangaan die een inbreuk vormen op het akkoord voor vrede en verzoening in Mali (het “akkoord”);

b)

maatregelen nemen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, door verdere vertraging bemoeilijken of in het gedrang brengen;

c)

optreden voor, namens of op aanwijzing van, de onder de punten a) of b) bedoelde personen en entiteiten dan wel deze anderszins ondersteunen of financieren, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, met inbegrip van de productie van en de handel in verdovende middelen en hun precursoren, die afkomstig zijn van of via Mali worden doorgevoerd, de mensenhandel en de migrantensmokkel, de wapensmokkel en -handel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen;

d)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen, steunen of plegen van aanslagen tegen:

i)

de verschillende in het akkoord vermelde entiteiten, met inbegrip van lokale, regionale en nationale instellingen, gezamenlijke patrouilles en de Malinese strijdkrachten en veiligheidstroepen;

ii)

vredeshandhavers van de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in Mali (MINUSMA) en ander VN-personeel en geassocieerd personeel, met inbegrip van leden van het deskundigenpanel;

iii)

internationale veiligheidstroepen, waaronder de Force Conjointe des États du G5 Sahel (FC-G5S, de gezamenlijke strijdkrachten van de Sahel G5), missies van de Europese Unie en Franse strijdkrachten;

e)

de verlening van humanitaire bijstand aan Mali of van de toegang tot of verdeling van humanitaire bijstand in Mali belemmeren;

f)

in Mali daden plannen, aansturen of plegen die het internationale recht inzake de mensenrechten of het internationaal humanitair recht schenden, naargelang het geval, of die een schending van of inbreuk op de mensenrechten vormen, waaronder het viseren van burgers, met inbegrip van vrouwen of kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld), ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers een toevlucht zoeken;

g)

betrokken zijn bij de inzet en rekrutering van kinderen door gewapende groepen of strijdkrachten die daarbij het toepasselijke internationale recht overtreden in het kader van het gewapende conflict in Mali, of

h)

willens en wetens het reizen vergemakkelijken van een in de lijst opgenomen persoon, in strijd met de reisbeperkingen.

2.
In bijlage I worden de redenen vermeld waarom de personen, entiteiten en lichamen op de lijst zijn geplaatst.
3.
Bijlage I bevat verder, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen te kunnen identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer, en plaats van vestiging.

Artikel 2 ter

1.

Bijlage I bis omvat de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die door de Raad zijn aangewezen omdat zij:

a)

verantwoordelijk zijn voor, medeplichtig zijn aan, of direct of indirect hebben deelgenomen aan acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Mali bedreigen, zoals de in artikel 2 bis, lid 1, bedoelde acties of beleidsmaatregelen, of

b)

de succesvolle voltooiing van de politieke overgang van Mali belemmeren of ondermijnen, onder meer door het houden van verkiezingen of de overdracht van bevoegdheden aan gekozen autoriteiten te belemmeren of te ondermijnen, of

c)

in verband worden gebracht met de onder a) of b) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.
In bijlage I bis worden de redenen vermeld voor het opnemen van de vermelde personen en entiteiten in de lijst.
3.
Bijlage I bis bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Die informatie kan, wat natuurlijke personen betreft, bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, het registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

▼B

Artikel 3

1.

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

▼M4

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

▼B

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

▼M4

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

indien de toestemming een persoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I, betreft en op voorwaarde dat de bevoegde autoriteit van de desbetreffende lidstaat het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en van haar voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité niet binnen vijf werkdagen na deze kennisgeving een negatief besluit heeft genomen.

2.

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, op voorwaarde dat:

a)

de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam betreft, het Sanctiecomité in kennis heeft gesteld van deze vaststelling en deze door het Sanctiecomité is goedgekeurd, alsmede

b)

de betrokken lidstaat, wanneer de toestemming een in bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I bis vermeld lichaam betreft, de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken op voorhand heeft gemeld op welke gronden hij van mening is dat de specifieke toestemming moet worden verleend.

3.
In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, op door hen passend geachte voorwaarden, met betrekking tot natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, vermeld in bijlage I, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, op voorwaarde dat het Sanctiecomité, per geval, heeft vastgesteld dat deze afwijking een gunstige invloed zou hebben op de nagestreefde vrede en nationale verzoening in Mali en de stabiliteit in de regio.
4.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die op grond van dit artikel is verleend binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

▼M4

Artikel 3 bis

1.
In afwijking van artikel 2, en met betrekking tot personen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening van hulp of het vergemakkelijken daarvan, met inbegrip van medische benodigdheden, levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire hulpverleners en daarmee verband houdende hulp, of bijstand voor evacuaties uit Mali.
2.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 3 ter

1.
In afwijking van artikel 2, en met betrekking tot personen, entiteiten of lichamen, vermeld in bijlage I bis, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen toestaan, nadat is vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen moeten worden betaald aan of van een rekening van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht, voor zover zij noodzakelijk zijn voor de officiële doelen van diplomatieke of consulaire missies of internationale organisaties.
2.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

▼M4

Artikel 4

1.

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen voor de in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of de economische middelen zijn het voorwerp van:

i)

voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I: een gerechtelijk, administratief of arbitraal besluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bis bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in bijlage I werd opgenomen, of een gerechtelijk, administratief of arbitraal vonnis van vóór die datum;

▼C2

ii)

voor een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, vermeld in bijlage I bis: een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 ter bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen in bijlage I bis, of een rechterlijke of administratieve beslissing die in de Unie is uitgesproken, of een rechterlijke beslissing die in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en die van voor of na die datum dateert;

▼M4

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een in punt a) genoemde beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen;

c)

het besluit of het vonnis komt niet ten goede aan een in bijlage I of bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam;

d)

de erkenning van het besluit of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat, alsmede

e)

voor een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam: het Sanctiecomité is door de lidstaat in kennis gesteld van het besluit of het retentierecht.

2.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

Artikel 5

1.

In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I of I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I of I bis vermeld lichaam op grond van een contract of overeenkomst dat of die is gesloten of een verplichting die is ontstaan vóór de datum waarop de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in bijlage I of bijlage I bis werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

a)

de tegoeden of economische middelen worden gebruikt voor een betaling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam vermeld in bijlage I of bijlage I bis, alsmede

b)

de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2.

2.
Voor een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam wordt het voornemen om toestemming te verlenen tien werkdagen van tevoren door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité gemeld.
3.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na het verlenen van de toestemming.

▼B

Artikel 6

1.
Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in de lijst opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

▼M4

2.

Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen werden opgenomen in bijlage I of I bis, of

c)

betalingen verschuldigd aan een in bijlage I bis vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of een in bijlage I bis vermeld lichaam op grond van gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissingen die zijn genomen in de EU of die in de betrokken lidstaat ten uitvoer kunnen worden gelegd;

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2 worden bevroren.

▼B

Artikel 7

1.

Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

a)

alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie in verband met rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via de autoriteiten van de lidstaat, aan de Commissie te doen toekomen, en

b)

samen te werken met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

2.
Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
3.
Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

Artikel 8

Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.

Artikel 9

1.
De bevriezing van tegoeden en economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2.
Acties van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen geven geen aanleiding tot aansprakelijkheid van deze natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden vormen op de maatregelen in deze verordening.

Artikel 10

1.

Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, worden niet toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:

▼M4

a)

de in bijlage I of I bis opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

▼B

b)

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, handelend voor rekening of ten behoeve van een van de onder a) bedoelde personen, entiteiten of lichamen.

2.
In de procedure waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam geleverd.
3.
Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen op toetsing door de rechter van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen in overeenstemming met onderhavige verordening.

Artikel 11

1.

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie:

a)

met betrekking tot middelen die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de artikelen 3, 4 en 5;

b)

met betrekking tot inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

2.
De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening.

▼M4

Artikel 12

1.
Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst, neemt de Raad deze natuurlijke persoon of rechtspersoon, deze entiteit of dit lichaam op in bijlage I.
2.
De Raad stelt de lijst van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in bijlage I bis vast en wijzigt deze.
3.
De Raad stelt de in de leden 1 en 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij direct, wanneer het adres bekend is, of door de bekendmaking van een kennisgeving, waarbij die natuurlijke persoon of rechtspersoon, die entiteit of dat lichaam de mogelijkheid wordt geboden opmerkingen in te dienen.
4.
Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam dienovereenkomstig op de hoogte.
5.
Wanneer de Verenigde Naties besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam van de lijst te schrappen, of de identificatiegegevens van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te wijzigen, wijzigt de Raad bijlage I dienovereenkomstig.
6.
De lijst in bijlage I bis wordt regelmatig, en ten minste eens om de twaalf maanden, geëvalueerd.
7.
De Commissie is bevoegd bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

▼B

Artikel 13

1.
De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij ten uitvoer worden gelegd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.
De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.

▼M4

Artikel 13 bis

1.

De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:

a)

wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I en I bis;

b)

wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I en I bis;

c)

wat betreft de Commissie:

i)

het toevoegen van de inhoud van bijlage I en I bis aan de elektronische geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten waarop financiële sancties van de Europese Unie van toepassing zijn, en aan de interactieve sanctiekaart, die beide openbaar worden gemaakt;

ii)

het verwerken van informatie over de gevolgen van de maatregelen van deze verordening, zoals de waarde van bevroren tegoeden, alsook informatie over door de bevoegde autoriteiten verleende toestemming.

2.
De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst, op strafrechtelijke veroordelingen van die personen of veiligheidsmaatregelen betreffende die personen, doch uitsluitend voor zover deze verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I en I bis.
3.
Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de in bijlage II bij deze verordening vermelde dienst van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (1), teneinde te verzekeren dat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van die verordening kunnen uitoefenen.

▼B

Artikel 14

1.
De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en identificeren deze op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke wijziging van het adres van de in bijlage II genoemde websites.
2.
De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mee wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en delen haar alle latere wijzigingen mee.
3.
Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 15

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich binnen of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

▼M4

Lijst van de in artikel 2 bis bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen

▼C1

1. AHMED AG ALBACHAR (alias: Intahmadou Ag Albachar)

▼M3

Hoedanigheid: voorzitter van de Humanitaire Commissie van het Bureau Régional d'Administration et Gestion van Kidal

Geboortedatum: 31 dec. 1963

Geboorteplaats: Tin-Essako, regio Kidal, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 1 63 08 4 01 001 005E

Adres: Quartier Aliou, Kidal, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Ahmed Ag Albachar is een vooraanstaand zakenman en sinds begin 2018 bijzonder adviseur van de gouverneur van de regio Kidal. Als invloedrijk lid van de Haut Conseil pour l'unité de l'Azawad (HCUA), die deel uitmaakt van de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, is Ahmed Ag Albachar ook bemiddelaar tussen de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA) en Ansar Dine (QDe.135). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Ahmed Ag Albachar wordt op de lijst geplaatst uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen, en van paragraaf 8, punt e), van Resolutie 2374 (2017) wegens het belemmeren van de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Mali.

In januari wendde Ag Albachar zijn invloed aan om te controleren en te kiezen welke humanitaire en ontwikkelingsprojecten er in het Kidal-gebied plaatsvinden, wie ze uitvoert, waar en wanneer. Geen enkele humanitaire actie kan plaatsvinden zonder dat hij er weet van heeft en er zijn goedkeuring aan hecht. Als zelfbenoemd voorzitter van de humanitaire commissie is Ag Albachar verantwoordelijk voor het verlenen van verblijfs- en werkvergunningen aan hulpverleners in ruil voor geld of diensten. De commissie bepaalt ook welke bedrijven en personen zich kunnen inschrijven op aanbestedingen voor projecten die ngo’s in Kidal publiceren, wat Ag Albachar de macht geeft om de humanitaire acties in de regio te manipuleren en de mensen te kiezen die voor ngo’s werken. De hulp kan enkel onder zijn toezicht worden verdeeld, waardoor hij invloed heeft op beslissingen wie er hulp krijgt.

Daarnaast zet Albachar werkloze jongeren in om ngo’s te intimideren en af te persen, wat hun werk zwaar belemmert. De hele humanitaire gemeenschap en vooral het kwetsbaardere nationale personeel werkt in Kidal in een klimaat van angst.

Ahmed Ag Albachar is ook mede-eigenaar van transportbedrijf Timitrine Voyage, een van de weinige transportbedrijven waarop ngo’s in Kidal een beroep mogen doen. Samen met een tiental andere transportbedrijven die eigendom zijn van een kleine groep invloedrijke notabelen uit de Ifoghas-gemeenschap van de Toearegs, eigent Ag Albachar zich een aanzienlijk deel van de humanitaire hulp in Kidal toe. Door de monopoliepositie van Ag Albachar verloopt bovendien de hulpverlening in bepaalde gemeenschappen moeilijker dan in andere.

Door terreur uit te oefenen, en door ngo’s te bedreigen en hun activiteiten te controleren, gebruikt Albachar de humanitaire hulp als instrument om zijn persoonlijke belangen en de politieke belangen van de HCUA te dienen, wat ervoor zorgt dat de hulp moeilijk bij de begunstigden in de regio Kidal terechtkomt. Ahmed Ag Albachar belemmert derhalve de levering van humanitaire bijstand aan Mali of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand aldaar.

Zijn optreden is ook in strijd met artikel 49 van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. Dat verplicht de partijen ertoe de beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid — die de leidraad vormen voor het humanitaire optreden — te eerbiedigen, om te voorkomen dat humanitaire hulp een politiek, economisch of militair instrument wordt, en om humanitaire organisaties gemakkelijker toegang te geven en om de veiligheid van hun personeel te garanderen. Albachar belemmert of bedreigt derhalve de uitvoering van het akkoord.

2. HOUKA HOUKA AG ALHOUSSEINI (alias: a) Mohamed Ibn Alhousseyni b) Muhammad Ibn Al-Husayn c) Houka Houka)

Titel: cadi

Geboortedatum: a) 1 jan. 1962 b) 1 jan. 1963 c) 1 jan. 1964

Geboorteplaats: Ariaw, regio Timboektoe, Mali

Nationaliteit: Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Na de oprichting van het jihadistisch kalifaat in het noorden van Mali werd Houka Houka Ag Alhousseini in april 2012 door Iyad Ag Ghaly (QDi.316) benoemd tot de cadi van Timboektoe.

Houka Houka werkte nauw samen met de Hesbah, de islamitische politie onder leiding van Ahmad Al Faqi Al Mahdi, die sinds september 2016 gevangen zit in het detentiecentrum van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Houka Houka Ag Alhousseini wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Na de interventie van de Franse strijdkrachten in januari 2013 werd Houka Houka Ag Alhousseini op 17 januari 2014 gearresteerd maar op 15 augustus 2014 lieten de Malinese autoriteiten hem weer vrij, waarop door mensenrechtenorganisaties afwijzend werd gereageerd.

Houka Houka Ag Alhousseini verblijft sindsdien in Ariaw, in de buurt van Zouéra, een dorp ten westen van Timboektoe (gemeente Essakane), aan de oever van het Faguibinemeer, dat in de richting van de Mauritaanse grens ligt. Daar werd hij op 27 september 2017 door Koina Ag Ahmadou, de gouverneur van Timboektoe, officieel in zijn ambt van leraar hersteld nadat druk was uitgeoefend door Mohamed Ousmane Ag Mohamidoune (MLi.003), de leider van de Coalition du peuple de l'Azawad (CPA), die op 20 december 2018 door het sanctiecomité van de Verenigde Naties voor Mali op de lijst werd geplaatst wegens onder andere het aanhoudend belemmeren of vertragen van de uitvoering van het akkoord. Mohamed Ousmane richtte in 2017 een bredere alliantie van splintergroepen op — de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME) — die hij zelf voorzat. Tijdens de oprichtingsbijeenkomst bedreigde de CME in een officiële verklaring openlijk de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali. De CME was ook betrokken bij belemmeringen die de uitvoering van het akkoord vertraagden. Zo werden de Malinese overheid en de internationale gemeenschap onder druk gezet om de CME te integreren in de verschillende bij het akkoord opgezette mechanismen.

Houka Houka en Mohamed Ousmane hebben elkaar geholpen op te klimmen. Zo heeft laatstgenoemde de contacten van Houka Houka met overheidsfunctionarissen vergemakkelijkt en heeft eerstgenoemde een belangrijke rol gespeeld bij het uitbreiden van de macht van Ousmane over de regio Timboektoe. Houka Houka heeft sinds 2017 deelgenomen aan de meeste gemeenschapsbijeenkomsten die Mohamed Ousmane sinds 2017 heeft georganiseerd, en heeft zo bijgedragen aan de bekendheid en geloofwaardigheid van Ousmane in de regio. Hij nam ook deel aan de oprichtingsceremonie van de Coalition des Mouvements de l'Entente (CME), die hij publiekelijk zijn zegen gaf.

De invloedssfeer van Houka Houka is onlangs verder uitgebreid naar het oosten, naar de Ber-regio (bolwerk van de Bérabich-Arabieren, 50 kilometer ten oosten van Timboektoe), en het noorden van Timboektoe. Ook al komt hij niet uit een cadi-dynastie en is hij pas in 2012 aan zijn opmars begonnen, toch kon Houka Houka zijn gezag als cadi en zijn vermogen om de openbare veiligheid in bepaalde gebieden te handhaven, uitbreiden door gebruik te maken van de middelen van Al-Furqan en de angst die deze terroristische organisatie in de regio Timboektoe zaait met complexe aanvallen tegen de internationale en Malinese defensie- en veiligheidstroepen en met gerichte moordaanslagen.

Door Mohamed Ousmane te steunen en het akkoord te belemmeren, bedreigt Houka Houka Ag Alhousseini derhalve de uitvoering van het akkoord en de vrede, veiligheid en stabiliteit in heel Mali.

3. MAHRI SIDI AMAR BEN DAHA (alias a) Yoro Ould Daha b) Yoro Ould Daya c) Sidi Amar Ould Daha d) Yoro)

Hoedanigheid: plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao

Geboortedatum: 1 jan. 1978

Geboorteplaats: Djebock, Mali

Nationaliteit: Mali

Nationaal identificatienr.: 11262/1547

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mahri Sidi Amar Ben Daha is een leider van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en militair stafchef van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme).

Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mahri Sidi Amar Ben Daha wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Ben Daha was een hogere officier bij de islamitische politie die in Gao actief was toen de Mouvement pour l'unicité et le jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134) van juni 2012 tot januari 2013 de stad in handen had. Ben Daha is plaatsvervangend stafchef van de regionale coördinatie van het Mécanisme opérationnel de coordination (MOC) in Gao.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) — Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Van 14 tot 18 november 2018 belemmerden tientallen strijders van de MAA-Plateforme en van de CMFPR-groeperingen het regionale overleg. Onder leiding en met deelname van Ben Daha werden ten minste zes pick-uptrucks van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA-Plateforme) voor en rond de ambtswoning van de gouverneur in Gao opgesteld. Er werden ook twee MOC-voertuigen van de MAA-Plateforme gezien.

Op 17 november 2018 vond een incident plaats tussen gewapende elementen die de toegang tot de ambtswoning van de gouverneur blokkeerden en een FAMa-patrouille die door het gebied liep, maar de gemoederen werden bedaard voordat de situatie kon escaleren en ontaarden in een schending van het staakt-het-vuren. Op 18 november 2018 maakten in totaal twaalf voertuigen en gewapende elementen een einde aan de blokkade van de ambtswoning van de gouverneur na een laatste onderhandelingspoging met de gouverneur van Gao.

Op 30 november 2018 organiseerde Ben Daha in Tinfanda een inter-Arabische bijeenkomst om de veiligheid en de administratieve herstructurering te bespreken. Deze bijeenkomst werd ook bijgewoond door de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001), die door Ben Daha wordt gesteund en verdedigd.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, belemmerde Ben Daha de uitvoering van het akkoord. Voorts steunt Ben Daha een persoon die als een bedreiging voor de uitvoering van de overeenkomst wordt gezien wegens zijn betrokkenheid bij schendingen van het staakt-het-vuren en georganiseerde criminele activiteiten.

4. MOHAMED BEN AHMED MAHRI (alias: a) Mohammed Rougi b) Mohamed Ould Ahmed Deya c) Mohamed Ould Mahri Ahmed Daya d) Mohamed Rougie e) Mohamed Rouggy f) Mohamed Rouji)

Geboortedatum: 1 jan. 1979

Geboorteplaats: Tabankort, Mali

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: a) AA00272627 b) AA0263957

Adres: Bamako, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 juli 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ben Ahmed Mahri is een zakenman uit de Arabische Lehmar-gemeenschap in de regio Gao die eerder samenwerkte met de Mouvement pour l'unicité et le Jihad en Afrique de l'Ouest (MUJAO) (QDe.134). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ben Ahmed Mahri wordt op grond van paragraaf 8, punt c), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij handelt voor, namens of op aanwijzing van of anderszins steun verleent aan personen en entiteiten die in paragraaf 8, punten a) en b), van Resolutie 2374 (2017) worden bedoeld, onder meer met de opbrengsten van georganiseerde misdaad, zoals de productie van en de handel in verdovende middelen en precursoren ervan die afkomstig zijn uit of worden vervoerd via Mali, mensenhandel en migrantensmokkel, wapenhandel en -smokkel alsmede de illegale handel in cultuurgoederen.

Tussen december 2017 en april 2018 voerde Mohamed Ben Ahmed Mahri het bevel over een smokkeloperatie van meer dan 10 ton Marokkaanse cannabis, die in koelwagens door Mauritanië, Mali, Burkina Faso en Niger werd vervoerd. In de nacht van 13 op 14 juni 2018 werd in Niamey een kwart van de lading in beslag genomen, terwijl in de nacht van 12 op 13 april 2018 een rivaliserende groep naar verluidt het andere driekwart al had gestolen.

In december 2017 was Mohamed Ben Ahmed Mahri met een Malinees in Niamey om de operatie voor te bereiden. De Malinees werd in Niamey gearresteerd nadat hij op 15 en 16 april 2018 met twee Marokkanen en twee Algerijnen per vliegtuig vanuit Marokko was aangereisd om gestolen cannabis te proberen terug te krijgen. Ook drie vertrouwelingen van hem werden gearresteerd, waaronder een Marokkaan die in 2014 in Marokko tot vijf maanden gevangenisstraf wegens drughandel was veroordeeld.

Mohamed Ben Ahmed Mahri leidt de smokkel van cannabishars naar Niger dwars door het noorden van Mali. Hij maakt daarbij gebruik van konvooien die worden geleid door leden van de Groupe d'autodéfense des Touaregs Imghad et leurs alliés (GATIA), waaronder de op de sanctielijst geplaatste Ahmoudou Ag Asriw (MLi.001). Mohamed Ben Ahmed Mahri betaalt Asriw voor het gebruik van deze konvooien. Deze konvooien gaan vaak in de clinch met concurrenten die samenwerken met de Coordination des Mouvements de l'Azawad (CMA).

Mohamed Ben Ahmed Mahri gebruikt drugsgeld om financiële steun te verlenen aan gewapende terroristische groeperingen, met name de op de sanctielijst geplaatste entiteit Al-Mourabitoun (QDe.141). Hij probeert tevens ambtenaren om te kopen om gearresteerde strijders vrij te laten en helpt strijders zich aan te sluiten bij de Mouvement Arabe pour l'Azawad (MAA) Plateforme.

Met inkomsten uit georganiseerde misdaad steunt Mohamed Ben Ahmed Mahri dus een persoon die overeenkomstig paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2007) wordt aangemerkt als een bedreiging voor de uitvoering van het akkoord voor vrede en verzoening in Mali, naast een terroristische groepering die uit hoofde van Resolutie 1267 als dusdanig wordt aangemerkt.

5. MOHAMED OULD MATALY

Hoedanigheid: parlementslid

Geboortedatum: 1958

Nationaliteit: Mali

Paspoortnr.: D9011156

Adres: Golf Rue 708 Door 345, Gao, Mali

Datum plaatsing op de VN-lijst: 10 jul. 2019 (gewijzigd op 19 dec. 2019)

Overige informatie: Mohamed Ould Mataly was vroeger burgemeester van Bourem en is momenteel parlementslid voor het kiesdistrict van Bourem. Hij is lid van de Rassemblement pour le Mali (RPM, de politieke partij van president Ibrahim Boubacar Keïta). Hij maakt deel uit van de Arabische Lehmar-gemeenschap in Gao en is een invloedrijk lid van de regeringsgezinde vleugel van de Mouvement Arabe de l'Azawad (MAA), die banden heeft met de coalitie Plateforme des mouvements du 14 juin 2014 d'Alger (Plateforme). Op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 1 tot en met 3 van Resolutie 2374 (2017) van de Veiligheidsraad (reisverbod, bevriezing van tegoeden).

Foto beschikbaar voor opname in de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad. Weblink naar de speciale kennisgeving van Interpol en de VN-Veiligheidsraad:

https://www.interpol.int/en/How-we-work/Notices/View-UN-Notices-Individuals click here

Aanvullende informatie

Mohamed Ould Mataly wordt uit hoofde van paragraaf 8, punt b), van Resolutie 2374 (2017) op de lijst geplaatst omdat hij maatregelen heeft genomen die de uitvoering van het akkoord belemmeren, of belemmeren door langdurige vertraging, of bedreigen.

Op 12 november 2018 verklaarde het Plateforme in Bamako dat het niet zou deelnemen aan het regionale overleg dat zou plaatsvinden van 13 tot en met 17 november 2018, zoals dit in maart 2018 was bepaald in de routekaart die alle partijen bij het akkoord voor vrede en verzoening waren overeengekomen. De volgende dag werd in Gao een coördinatievergadering gehouden door de militaire stafchef van de Ganda Koy-component van de Coordination des mouvements et fronts patriotiques de résistance (CMFPR) — Plateforme, met vertegenwoordigers van de MAA-Plateforme, om te voorkomen dat het overleg zou plaatsvinden. De blokkade werd afgesproken met de leiding van Plateforme in Bamako, de MAA-Plateforme, en met parlementslid Mohamed Ould Mataly.

Zijn naaste medestander Mahri Sidi Amar Ben Ben Daha (alias Yoro Ould Daha), die in zijn huis in Gao onderdak krijgt, heeft in die periode deelgenomen aan de blokkade van het overleg in het kantoor van de gouverneur.

Voorts was Ould Mataly op 12 juli 2016 ook een van de initiatiefnemers van de betogingen tegen de uitvoering van het akkoord.

Door de besprekingen over de belangrijkste bepalingen van het akkoord voor vrede en verzoening met betrekking tot hervorming van de territoriale structuur van Noord-Mali te blokkeren, vertraagde en belemmerde Ould Mataly de uitvoering van het akkoord.

Tot slotte heeft Ould Mataly gepleit voor de vrijlating van leden van zijn gemeenschap die in het kader van de terrorismebestrijding gevangen zijn genomen. Door zijn betrokkenheid bij de georganiseerde misdaad en gewapende terroristische groeperingen bedreigt Mohamed Ould Mataly de uitvoering van de overeenkomst.

▼M4




BIJLAGE I BIS

Lijst van de in artikel 2 ter bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen

▼B




BIJLAGE II

Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie

▼M1

BELGIË

https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties

https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions

https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

BULGARIJE

https://www.mfa.bg/en/101

TSJECHIË

www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

DENEMARKEN

http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

DUITSLAND

http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

ESTLAND

http://www.vm.ee/est/kat_622/

IERLAND

http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

GRIEKENLAND

http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

SPANJE

http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

FRANKRIJK

http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

KROATIË

http://www.mvep.hr/sankcije

ITALIË

https://www.esteri.it/mae/it/politica_estera/politica_europea/misure_deroghe

CΥΡRUS

http://www.mfa.gov.cy/mfa/mfa2016.nsf/mfa35_en/mfa35_en?OpenDocument

LETLAND

http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

LITOUWEN

http://www.urm.lt/sanctions

LUXEMBURG

https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/mesures-restrictives.html

HONGARIJE

http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

MALTA

https://foreignaffairs.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/Sanctions-Monitoring-Board.aspx

NEDERLAND

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

OOSTENRIJK

http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

POLEN

https://www.gov.pl/web/dyplomacja

PORTUGAL

http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

ROEMENIË

http://www.mae.ro/node/1548

SLOVENIË

http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

SLOWAKIJE

https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

FINLAND

http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

ZWEDEN

http://www.ud.se/sanktioner

VERENIGD KONINKRIJK

https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

Europese Commissie

Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

EEAS 07/99

B-1049 Brussel, België

E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu



(1) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).