Home

Besluit 2011/273/GBVB van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

Besluit 2011/273/GBVB van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

2011D0273 — NL — 01.08.2011 — 003.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESLUIT 2011/273/GBVB VAN DE RAAD

van 9 mei 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

(PB L 121, 10.5.2011, p.11)

Gewijzigd bij:


Gerectificeerd bij:




▼B

BESLUIT 2011/273/GBVB VAN DE RAAD

van 9 mei 2011

betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie heeft op 29 april 2011 verklaard uiterst bezorgd te zijn over de situatie in Syrië en over het inzetten van de strijdkrachten en veiligheidsdiensten in een aantal Syrische steden.

(2)

De Unie veroordeelt met kracht de gewelddadige onderdrukking, onder meer met gebruik van scherpe munitie, van vreedzame demonstraties op verschillende plaatsen in Syrië, waarbij verschillende demonstranten het leven hebben gelaten, mensen gewond zijn geraakt en willekeurige arrestaties hebben plaatsgevonden, en roept de Syrische veiligheidstroepen op zich terughoudend in plaats van repressief op te stellen.

(3)

De ernst van de situatie gebiedt dat beperkende maatregelen worden ingesteld tegen Syrië en tegen de personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië.

(4)

Ter uitvoering van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



Artikel 1

1. De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en alle soorten aanverwant materieel, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting en onderdelen daarvoor, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan Syrië door onderdanen van de lidstaten of vanaf of via het grondgebied van de lidstaten, of met gebruik van onder hun vlag varende schepen of hun luchtvaartuigen, is verboden, ongeacht of de goederen oorspronkelijk van het grondgebied van de lidstaten afkomstig zijn.

2. Er wordt een verbod ingesteld op:

a)het rechtstreeks of onrechtstreeks verlenen van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië;

b)het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, ten behoeve van de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of ten behoeve van de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië;

c)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 2

1. Artikel 1 is niet van toepassing op:

a)leveringen en technische ondersteuning die uitsluitend bedoeld zijn voor de ondersteuning van of het gebruik door de Troepenmacht van de Verenigde Naties voor het toezicht op het troepenscheidingsakkoord (UNDOF);

b)de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Unie en de VN;

c)de verkoop, levering, overbrenging of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen, die zijn gemaakt van of uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Europese Unie en haar lidstaten in Syrië,

d)het verstrekken van technische bijstand, tussenhandeldiensten en andere diensten in verband met dergelijke uitrusting of met dergelijke programma's en operaties;

e)het verstrekken van financieringsmiddelen en financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting of met dergelijke programma's en operaties,

mits deze uitvoer en bijstand van tevoren door de ter zake bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd.

2. Artikel 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee verbonden personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Syrië worden uitgevoerd.

Artikel 3

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van de op de lijst in de bijlage vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, en van de op de lijst in de bijlage vermelde met hen geassocieerde personen.

2. Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3. Lid 1 laat gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a)als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de VN;

c)krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of

d)krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4. Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

5. De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.

6. De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om vergaderingen van intergouvernementele instanties, met inbegrip van door de Unie geïnitieerde vergaderingen, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen wanneer een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in Syrië rechtstreeks worden bevorderd.

7. Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde ontheffingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij door één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar wordt gemaakt bij de Raad. Indien door één of meer leden van de Raad bezwaar wordt gemaakt, kan de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten de voorgenomen ontheffing te verlenen.

8. Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7 een machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de op de lijst in de bijlage vermelde personen, dan geldt deze machtiging uitsluitend voor het doel waarvoor ze is verleend en voor de daarbij betrokken personen.

Artikel 4

1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de op de lijst in de bijlage vermelde personen die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, en van de op de lijst in de bijlage vermelde met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten, worden bevroren.

2. Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijst in de bijlage vermelde natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten.

3. De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, het vrijgeven van bepaalde bevroren tegoeden of andere economische middelen of het ter beschikking stellen van bepaalde tegoeden of andere economische middelen toestaan, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de op de lijst in de bijlage vermelde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

d)noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteit van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

4. In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de natuurlijke of rechtspersoon of de entiteit, bedoeld in artikel 4, lid 1, op de lijst in de bijlage werd geplaatst, of van een gerechtelijke, administratieve of arbitrale beslissing die vóór die datum is gegeven;

b)de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend benut om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)het retentierecht of de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in de bijlage vermelde natuurlijke of rechtspersoon of entiteit; en

d)de erkenning van het retentierecht of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

5. Lid 1 belet niet dat een op de lijst in de bijlage vermelde persoon of entiteit een betaling verricht die verschuldigd is uit hoofde van een contract dat is gesloten vóór deze persoon of entiteit op de lijst werd geplaatst, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit.

6. Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

a)rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of

b)betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van overeenkomsten, afspraken of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop dit besluit op die rekeningen van toepassing werd,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

Artikel 5

1. De Raad stelt op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de in de bijlage opgenomen lijst en eventuele wijzigingen daarin vast.

2. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de publicatie van een kennisgeving, zodat de persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

3. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit van de resultaten daarvan op de hoogte.

Artikel 6

1. In de bijlage worden de gronden voor opneming van de betrokken personen en entiteiten in de lijst vermeld.

2. De bijlage bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

Artikel 7

Om het effect van de in dit besluit opgenomen maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit genoemde te treffen.

Artikel 8

Dit besluit is van toepassing gedurende een periode van 12 maanden. Het wordt voortdurend geëvalueerd. Het kan zo nodig worden verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

▼C1




BIJLAGE

LIJST VAN DE IN DE ARTIKELEN 3 EN 4 BEDOELDE PERSONEN EN ENTITEITEN



A. Personen

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van opneming op de lijst

1.

Bashar Al-Assad

Geboren op 11.9.1965 te Damascus; diplomatiek paspoort nr. D1903

President van de republiek; opdrachtgever en coördinator van het harde optreden tegen demonstranten.

23.5.2011

2.

Mahir (alias Maher) Al-Assad

Geboren op 8.12.1967; diplomatiek paspoort nr. 4138

Commandant van de vierde pantserdivisie, lid van het centraal comité van de Baath-partij, sterke man van de Republikeinse Garde; broer van president Bashar Al-Assad; belangrijkste opdrachtgever van het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

3.

Ali Mamluk (alias Mamlouk)

Geboren op 19.2.1946 te Damascus; diplomatiek paspoort nr. 983

Chef van de Syrische algemene inlichtingendienst; is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

4.

Muhammad Ibrahim Al-Sha′ar (alias Mohammad Ibrahim Al-Chaar)

Minister van Binnenlandse Zaken; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

5.

Atej (alias Atef, Atif) Najib

Voormalig hoofd politieke veiligheidsdienst in Deraa; neef van president Bashar Al-Assad; is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

6.

Hafiz Makhluf (alias Hafez Makhlouf)

Geboren op 2.4.1971 te Damascus; diplomatiek paspoort nr. 2246

Kolonel die de leiding heeft over een eenheid van de algemene inlichtingendienst, afdeling Damascus; neef van president Bashar Al-Assad; een van de getrouwen van Mahir Al-Assad; is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

7.

Muhammed Dib Zaytun (alias Mohammed Dib Zeitoun)

Geboren op 20.5.1951 te Damascus; diplomatiek paspoort nr. D000001300

Hoofd van de politieke veiligheidsdienst; is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

9.5.2011

8.

Amjad Al-Abbas

Hoofd van de politieke veiligheid in Banyas, is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten in Baida.

9.5.2011

9.

Rami Makhlouf

Geboren op 10.7.1969 te Damascus, paspoort nr. 454224

Syrisch zakenman. Geassocieerd met Mahir Al-Assad; neef van president Bashar Al-Assad; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

9.5.2011

10.

Abd Al-Fatah Qudsiyah

Geboren in 1953 te Hama, diplomatiek paspoort nr. D0005788

Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst; is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

9.5.2011

11.

Jamil Hassan

Hoofd inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht; is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

9.5.2011

12.

Rustum Ghazali

Geboren op 3.5.1953 te Deraa; diplomatiek paspoort nr. D000000887

Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst voor het plattelandsgebied rond Damascus; is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

9.5.2011

13.

Fawwaz Al-Assad

Geboren op 18.6.1962 te Kerdala; paspoort nr. 88238

Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie.

9.5.2011

14.

Munzir Al-Assad

Geboren op 1.3.1961 te Lattaquié; paspoort nr. 86449 en nr. 842781

Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie.

9.5.2011

15.

Asif Shawkat

Geboren op 15.1.1950 te Al-Madehleh, Tartus

Adjunct-stafchef voor veiligheid en verkenning, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

16.

Hisham Ikhtiyar

Geboren in 1941

Hoofd van het Syrische bureau van nationale veiligheid, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

17.

Faruq Al Shar′

Geboren op 10.12.1938

Vicepresident van Syrië, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

18.

Muhammad Nasif Khayrbik

Geboren op 10.4.1937 (of 20.5.1937) te Hama, diplomatiek paspoort nr. 0002250

Plaatsvervangend vicepresident van Syrië belast met nationale veiligheidszaken, is betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

19.

Mohamed Hamcho

Geboren op 20.5.1966; paspoort nr. 002954347

Zwager van Mahir Al-Assad; zakenman en lokaal vertegenwoordiger van verscheidene buitenlandse bedrijven; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

23.5.2011

20.

Iyad (alias Eyad) Makhlouf

Geboren op 21.1.1973 te Damascus; paspoort nr. N001820740

Broer van Rami Makhlouf en officier van de algemene inlichtingendienst, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

21.

Bassam Al Hassan

Adviseur van de president voor strategische zaken; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking.

23.5.2011

22.

Dawud Rajiha

Stafchef van de strijdkrachten, verantwoordelijk voor de betrokkenheid van het leger bij het harde optreden tegen vreedzame demonstranten.

23.5.2011

23.

Ihab (alias Ehab, Iehab) Makhlouf

Geboren op 21.1.1973 te Damascus; paspoort nr. N002848852

Vicepresident van SyriaTel en zaakwaarnemer voor het VS-bedrijf van Rami Makhlouf; financiert het regime en maakt daardoor het harde optreden tegen demonstranten mogelijk.

23.5.2011

▼M2

24.

Zoulhima CHALICHE

(Dhu al-Himma SHALISH)

Geboren in 1951 of 1946 te Kerdaha.

Hoofd van de presidentiële lijfwacht; betrokken bij de repressie tegen de manifestanten. volle neef van president Bashar Al-Assad.

23.6.2011

25.

Riyad CHALICHE

(Riyad SHALISH)

Directeur van het Military Housing Establishment; financieringsbron van het regime; volle neef van president Bashar Al-Assad.

23.6.2011

26.

Brigadier Commandant Mohammad Ali JAFARI (alias JA'FARI, Aziz; alias JAFARI, Ali; alias JAFARI, Mohammad Ali; alias JA'FARI, Mohammad Ali; alias JAFARI-NAJAFABADI, Mohammad Ali)

Geboortedatum: 1 sept. 1957; geboorteplaats: Yazd, Iran.

Algemeen bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

27.

Generaal-majoor Qasem SOLEIMANI;

(alias Qasim SOLEIMANY)

Bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, IRGC - Qods, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

28.

Hossein TAEB (alias TAEB, Hassan; alias TAEB, Hosein; alias TAEB, Hossein; alias TAEB, Hussayn; alias hojatoleslam Hossein TA'EB)

geboortedatum 1963;

geboorteplaats Teheran, Iran.

Plaatsvervangend bevelhebber inlichtingen van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken.

23.6.2011

29.

Khalid QADDUR

Zakenpartner van Maher Al-Assad;

financieringsbron van het regime.

23.6.2011

30.

Ra'if AL-QUWATLI (alias Ri'af AL-QUWATLI)

Zakenpartner van Maher Al-Assad;

financieringsbron van het regime.

23.6.2011

▼M3

31.

Mohammad Mufleh

Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten.

1.8.2011

32.

Generaal-majoor Tawfiq Younes

Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

33.

Mohammed Makhlouf (alias Abu Rami)

Geboren op 19.10.1932 te Latakia, Syrië.

Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf.

1.8.2011

34.

Ayman Jabir

Geboren te Latakia.

Verbonden met Mahir al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities.

1.8.2011

35.

Generaal Ali Habib Mahmoud

Geboren in 1939 te Tartous. Benoemd tot minister van Defensie op 3 juni 2009.

Minister van Defensie. Verantwoordelijk voor (operaties van) de Syrische strijdkrachten die betrokken zijn bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking.

1.8.2011

▼M2



B. Entiteiten

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Bena Properties

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

2.

Al Mashreq Investment Fund (AMIF) (alias Sunduq Al Mashrek Al Istithmari)

PO Box 108, DamascusTel.: 963 112110059 / 963112110043Fax: 963 933333149

Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

3.

Hamcho International

(alias Hamsho International Group)

Baghdad Street, PO Box 8254, DamascusTel.: 963 112316675Fax: 963 112318875Internetsite: www.hamshointl.comE-mail: info@hamshointl.com en hamshogroup@yahoo.com

Onder zeggenschap van Mohamed Hamcho of Hamsho; financieringsbron van het regime.

23.6.2011

4.

Military Housing Establishment (alias MILIHOUSE)

Maatschappij voor openbare werken onder zeggenschap van Riyad Chaliche en het ministerie van Defensie; financieringsbron van het regime.

23.6.2011