Home

Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB

Besluit 2010/231/GBVB van de Raad van 26 april 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB

2010D0231 — NL — 03.03.2015 — 008.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Gewijzigd bij:




▼B

BESLUIT 2010/231/GBVB VAN DE RAAD

van 26 april 2010

betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 10 december 2002 Gemeenschappelijk Standpunt 2002/960/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (1) vastgesteld in het verlengde van de Resoluties 733 (1992), 1356 (2001) en 1425 (2002) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (UNSCR) met betrekking tot een wapenembargo tegen Somalië.

(2)

De Raad heeft op 16 februari 2009 Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/960/GBVB (2) vastgesteld, ter uitvoering van UNSCR 1844 (2008) waarbij beperkende maatregelen worden ingevoerd tegen degenen die een vreedzaam politiek proces trachten te voorkomen of blokkeren en degenen die de federale overgangsinstellingen van Somalië of de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM) bedreigen met geweld of actie ondernemen die de stabiliteit in Somalië of de regio ondermijnt.

(3)

De Raad heeft op 1 maart 2010 Besluit 2010/126/GBVB van de Raad aangenomen tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB (3) en tot uitvoering van UNSCR 1907 (2009), waarin alle landen werd opgeroepen in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar en van Somalië op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, te inspecteren indien het betrokken land beschikt over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer verboden is krachtens het algemene en volledige wapenembargo dat tegen Somalië is ingesteld op grond van punt 5 van UNSCR 733 (1992), zoals aangevuld en gewijzigd bij latere resoluties.

(4)

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (hierna de „Veiligheidsraad” genoemd) heeft op 19 maart 2010 UNSCR 1916 (2010) aangenomen, waarbij onder meer het mandaat van de monitoring group als bedoeld in punt 3 van UNSCR 1558 (2004) wordt verlengd en wordt besloten bepaalde beperkingen en verplichtingen in het kader van de sanctieregeling te verlichten om de levering van goederen en technische bijstand door internationale, regionale en subregionale organisaties mogelijk te maken en de tijdige verstrekking van dringend noodzakelijke humanitaire hulp door de Verenigde Naties (VN) te waarborgen.

(5)

Op 12 april 2010 heeft het bij punt 11 van UNSCR 751 (1992) betreffende Somalië ingestelde Sanctiecomité (hierna het „Sanctiecomité” genoemd) de lijst van personen en entiteiten op wie beperkende maatregelen van toepassing zijn, vastgesteld.

(6)

Duidelijkheidshalve dienen de maatregelen die zijn opgelegd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB, gewijzigd bij Besluit 2010/126/GBVB van de Raad, alsmede de ontheffingen waarin UNSCR 1916 (2010) voorziet, in één wetgevingsinstrument te worden opgenomen.

(7)

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB moet derhalve worden ingetrokken.

(8)

Dit besluit eerbiedigt de fundamentele rechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (4) zijn erkend, en met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op eigendom en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Dit besluit dient te worden toegepast overeenkomstig deze rechten en beginselen.

(9)

Voorts eerbiedigt dit besluit ten volle de verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Handvest van de Verenigde Naties en het juridisch bindende karakter van de resoluties van de Veiligheidsraad.

(10)

De procedure tot wijziging van de lijst in de ►M4 bijlage I bij dit besluit dient in te houden dat de aangewezen personen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zoals meegedeeld door het Sanctiecomité, zodat zij opmerkingen kunnen indienen. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen en brengt hij de betrokken personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

(11)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



Artikel 1

1. De rechtstreekse of onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht aan Somalië van wapentuig en aanverwant materiaal van alle soorten, waaronder wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting, en onderdelen daarvoor, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, ongeacht de vraag of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen, is verboden.

2. De rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking aan Somalië van technisch advies, financiële of andere bijstand, en opleiding in verband met militaire activiteiten, waaronder met name technische opleiding en bijstand in samenhang met de levering, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van de in lid 1 genoemde goederen door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, is verboden.

▼M5

3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

a)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten, uitsluitend ter ondersteuning van of ter gebruik door personeel van de Verenigde Naties, met inbegrip van de bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Somalië (UNSOM);

b)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten, uitsluitend ter ondersteuning van of ter gebruik door de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM);

c)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, uitsluitend ter ondersteuning van of ter gebruik door de strategische partners van AMISOM, die uitsluitend optreden op basis van het African Union Strategic Concept van 5 januari 2012 (of latere strategische concepten van de AU) en in samenwerking en samenspraak met AMISOM;

d)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten, uitsluitend ter ondersteuning van of ter gebruik door de opleidingsmissie Somalië van de Europese Unie (EUTM);

e)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, uitsluitend ter gebruik door lidstaten of internationale, regionale of subregionale organisaties, wanneer zij, op verzoek van de federale regering van Somalië en mits zij daarvan kennisgeving hebben gedaan aan de secretaris-generaal, maatregelen nemen ter beteugeling van piraterij en zeeroverij voor de kust van Somalië, met dien verstande dat deze maatregelen in overeenstemming moeten zijn met het toepasselijke internationale humanitaire recht en recht inzake de mensenrechten;

▼M6

f)de levering, verkoop of overdracht van wapentuig en aanverwant materieel van alle soorten en de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking van technisch advies, financiële of andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten, die alleen bestemd zijn voor de ontwikkeling van de veiligheidstroepen van de Federale regering van Somalië, om de veiligheid te garanderen van de Somalische bevolking, behoudens met betrekking tot leveringen van de in bijlage II vermelde goederen, indien het Sanctiecomité daarvan in kennis is gesteld overeenkomstig lid 4 van dit artikel;

g)de levering, verkoop of overdracht van wapentuig en aanverwant materieel van alle soorten als bedoeld in bijlage II aan de Federale regering van Somalië, vooraf per geval goedgekeurd door het Sanctiecomité, als bedoeld in artikel 4 van dit artikel;

▼M5

h)het leveren, verkopen of overdragen van beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Somalië worden uitgevoerd;

i)het leveren, verkopen of overdragen van niet-dodelijke militaire uitrusting, uitsluitend voor humanitair gebruik of ter bescherming, waarvan de leverende staat of internationale, regionale of subregionale organisatie vijf dagen van tevoren, uitsluitend ter informatie, kennisgeving heeft gedaan aan het Sanctiecomité;

j)het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel, en het rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekken van technisch advies, financiële en andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten door lidstaten of internationale, regionale of subregionale organisaties, uitsluitend bestemd om de instellingen van de Somalische veiligheidssector te helpen ontwikkelen, mits het Comité niet binnen vijf werkdagen nadat het door de leverende staat of internationale, regionale of subregionale organisatie in kennis is gesteld van die bijstand, een negatief besluit heeft genomen.

▼M6

4. De Federale regering van Somalië heeft de primaire verantwoordelijkheid om het Sanctiecomité vooraf in kennis te stellen van levering van wapentuig, munitie of militaire uitrusting of het verstrekken van advies, bijstand of opleiding aan haar veiligheidstroepen, bedoeld in lid 3, punt f). Als alternatief kunnen de bijstandsverlenende lidstaten in overleg met de Federale regering van Somalië ten minste vijf dagen voordien de kennisgeving aan het Sanctiecomité doen, overeenkomstig de punten 3 en 4 van UNSCR 2142 (2014). Elke kennisgeving van een lidstaat moet het volgende omvatten: gegevens over de fabrikant of de leverancier van het wapentuig en de munitie, een beschrijving van het wapentuig en de munitie, zoals type, kaliber, hoeveelheid, de voorgestelde datum en plaats van levering, en alle relevante informatie over de eenheid van bestemming van de nationale veiligheidstroepen van Somalië, of de opslagplaats van bestemming. Een lidstaat die wapentuig of munitie levert kan, in samenwerking met de Federale regering van Somalië, uiterlijk 30 dagen na de levering van de goederen het Sanctiecomité een schriftelijke verklaring doen toekomen dat de levering voltooid is, met de serienummers van de geleverde wapens en munitie, vervoersgegevens, vrachtbrief, goederenmanifesten of paklijsten en de specifieke plaats van opslag.

▼M6

4 bis. De Federale regering van Somalië heeft de primaire verantwoordelijkheid het Sanctiecomité te verzoeken om voorafgaande toestemming voor de levering van de in bijlage II bedoelde goederen, overeenkomstig lid 3, onder g). Als alternatief kunnen de lidstaten in overleg met de Federale regering van Somalië vooraf om de goedkeuring van het Sanctiecomité verzoeken, overeenkomstig punt 3 van UNSCR 2142 (2014).

▼M4

5. Het is verboden wapens of militaire uitrusting die uitsluitend verkocht of verstrekt zijn voor de ontwikkeling van de veiligheidstroepen van de Federale regering van Somalië te leveren, door te verkopen, over te dragen of voor gebruik beschikbaar te stellen aan personen of entiteiten die niet in dienst zijn van de veiligheidstroepen van de Federale regering van Somalië.

▼M2

Artikel 1 bis

1. Het is verboden om rechtstreeks of indirect houtskool uit Somalië in te voeren, aan te kopen of te vervoeren, ongeacht of die houtskool uit Somalië afkomstig is of niet.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2. Het is verboden om rechtstreeks of indirect financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, in verband met de invoer, de aankoop, of het vervoer van houtskool uit Somalië.

▼M4

Artikel 1 ter

De lidstaten zijn waakzaam ten aanzien van de rechtstreekse of onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht aan Somalië van goederen die niet onder de maatregelen van artikel 1, lid 1, vallen, en ten aanzien van het verstrekken van technisch advies, financiële of andere bijstand, alsmede opleiding in verband met militaire activiteiten die betrekking hebben op die goederen.

▼M4

Artikel 2

De in artikel 3, artikel 5, lid 1, en artikel 6, leden 1 en 2, bepaalde beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen, en die:

—betrokken zijn bij handelingen of steunverlening aan handelingen die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit van Somalië bedreigen, met inbegrip van handelingen die het vredes- en verzoeningsproces in Somalië bedreigen, dan wel de federale regering van Somalië of Amisom bedreigen met geweld;

—het wapenembargo, de beperkingen inzake doorverkoop en overdracht van wapentuig, of het in artikel 1 genoemde verbod op het verlenen van bijstand hebben geschonden;

—de levering van humanitaire bijstand aan Somalië of de toegang tot of verdeling van humanitaire hulp in Somalië belemmeren;

—als politieke of militaire leiders in strijd met het geldende internationale recht kinderen rekruteren of inzetten bij gewapende conflicten in Somalië;

—in Somalië het internationaal recht schenden door burgers, in het bijzonder kinderen en vrouwen, als doelwit te nemen in gewapende conflicten, met name hen te doden of verminken of te onderwerpen aan seksueel en gendergeweld, aanslagen tegen scholen en ziekenhuizen te plegen, en zich schuldig te maken aan ontvoering en deportatie.

De lijst van de bedoelde personen en entiteiten is in bijlage I vervat.

▼B

Artikel 3

De lidstaten nemen de nodige maatregelen ter voorkoming van de rechtstreekse en onrechtstreekse levering, verkoop of overdracht van wapens en militaire uitrusting, en van de rechtstreekse of onrechtstreekse verstrekking van technische bijstand of opleiding, financiële en andere bijstand, waaronder investeringen, tussenhandel of andere financiële diensten, die verband houden met militaire activiteiten of met de levering, de verkoop, de overdracht, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en militaire uitrusting, aan de in artikel 2 bedoelde personen of entiteiten.

Artikel 4

1. De lidstaten inspecteren in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar en van Somalië op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens artikel 3 verboden is.

2. Met betrekking tot luchtvaartuigen en schepen die vracht vervoeren van en naar Somalië, moet van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte worden gedaan.

3. Aangetroffen voorwerpen waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens artikel 3 verboden is, worden door de lidstaten geconfisqueerd en vernietigd (hetzij geheel vernietigd, hetzij buiten werking gesteld).

▼M8

Artikel 4 bis

1. De lidstaten mogen, in overeenstemming met de punten 15 tot en met 21 van Resolutie 2182 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, in Somalische territoriale wateren en daarbuiten voor de kust van Somalië tot en met de Arabische Zee en de Perzische Golf, in een nationaal optreden of via vrijwillige multilaterale maritieme partnerschappen, zoals gecombineerde zeestrijdkrachten, in samenwerking met de federale regering van Somalië, schepen die naar Somalië varen of ervandaan komen inspecteren, wanneer zij gerede vermoedens hebben om aan te nemen dat deze schepen:

i)houtskool uit Somalië vervoeren, wat indruist tegen het houtskoolembargo;

ii)rechtstreeks of onrechtstreeks wapens of militaire uitrusting naar Somalië vervoeren, in weerwil van het wapenembargo tegen Somalië;

iii)wapens of militaire uitrusting vervoeren naar personen of identiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen.

2. De lidstaten moeten, wanneer zij een in lid 1 bedoelde inspectie willen uitvoeren, te goeder trouw inspanningen doen om eerst van de vlaggenstaat toestemming te krijgen voor de inspecties.

3. De lidstaten mogen bij het uitvoeren van een in lid 1 bedoelde inspectie alle noodzakelijke maatregelen nemen die passen bij de omstandigheden, volledig in overeenstemming met het internationaal humanitair recht en het internationaal recht inzake de mensenrechten, al naar gelang, en zij doen daarbij alle vereiste inspanningen om te vermijden dat de uitoefening van het recht van onschuldige doorvaart en de vrijheid van scheepvaart worden vertraagd of verstoord.

4. De lidstaten mogen, wanneer zij voorwerpen aantreffen waarvan de levering, in- of uitvoer verboden zijn uit hoofde van het wapenembargo tegen Somalië of van het houtskoolembargo, deze voorwerpen in beslag nemen en verwijderen, door ze te vernietigen, buiten werking te stellen of onbruikbaar te maken, of voor verwijdering overbrengen naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming. De lidstaten mogen tijdens de inspectie bewijsmateriaal vergaren dat rechtstreeks te maken heeft met het vervoer van dergelijke voorwerpen. De lidstaten mogen in beslag genomen houtskool verwijderen door het te verkopen en daarop zal toezicht worden uitgeoefend door de Somalia and Eritrea Monitoring Group (SEMG). De verwijdering dient plaats te vinden op een vanuit milieuoogpunt verantwoordelijke manier. Lidstaten mogen schepen en hun bemanning toestemming geven om uit te wijken naar een geschikte haven om deze verwijdering beter te kunnen uitvoeren, behoudens toestemming van de havenstaat. De lidstaten die bij de verwijdering van dergelijke voorwerpen samenwerken leveren binnen 30 dagen nadat deze voorwerpen op hun grondgebied zijn aangekomen bij het Sanctiecomité een verslag in over de stappen die zij hebben ondernomen om de voorwerpen te verwijderen of te vernietigen.

5. De lidstaten melden inspecties, zoals bedoeld in lid 1, onmiddellijk aan bij het Sanctiecomité, onder meer door een verslag over de inspectie in te dienen met alle ter zake doende details, zoals een toelichting op de redenen voor en de resultaten van de inspectie en, waar mogelijk, de vlag van het schip, de naam van het schip, de naam en identificerende informatie van de kapitein van het schip, de eigenaar van het schip en de oorspronkelijke verkoper van de lading, en de inspanningen die zijn gedaan om de toestemming van de vlaggenstaat te krijgen.

6. Lid 1 doet geen afbreuk aan de rechten, plichten of verantwoordelijkheden van lidstaten met betrekking tot het internationaal recht, inclusief de rechten en plichten uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, zoals het algemene beginsel van de uitsluitende bevoegdheid van een vlaggenstaat over zijn vaartuigen op volle zee, met betrekking tot niet-aangewezen vaartuigen en in andere situaties dan bedoeld in dat lid.

▼B

Artikel 5

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in artikel 2 bedoelde personen te beletten.

2. Lid 1 verplicht lidstaten niet eigen onderdanen te beletten hun grondgebied binnen te komen.

3. Lid 1 is niet van toepassing wanneer het Sanctiecomité:

a)per geval bepaalt dat de binnenkomst of doorreis op humanitaire gronden, die ook een geloofsplicht kunnen inhouden, gewettigd is,

b)per geval bepaalt dat een ontheffing de doelstellingen van vrede en nationale verzoening in Somalië en stabiliteit in de regio bevordert.

4. In de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.

Artikel 6

1. Alle tegoeden en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in artikel 2 bedoelde personen of entiteiten, of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij die personen of entiteiten, dan wel bij personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, als aangewezen door het Sanctiecomité, worden bevroren. De betrokken personen en entiteiten worden genoemd in de ►M4 bijlage I.

2. Tegoeden of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3. Lidstaten mogen ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden en economische middelen die:

a)noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden en economische middelen;

d)noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité;

e)het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitraal retentierecht of uitspraak; in dat geval kunnen de tegoeden en economische middelen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of de uitspraak ten uitvoer te leggen mits het retentierecht of de uitspraak vóór de aanwijzing van de betrokken persoon of entiteit door het Sanctiecomité is ingegaan, respectievelijk is gedaan, en niet ten goede komt aan een in artikel 2 genoemde persoon of entiteit, een en ander na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité.

4. De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden en economische middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen drie werkdagen na deze kennisgeving.

5. Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)betalingen die verschuldigd zijn krachtens contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

▼M1

6. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de beschikbaarstelling van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen die nodig zijn voor de tijdige verstrekking van spoedeisende humanitaire hulp in Somalië door de Verenigde Naties, gespecialiseerde agentschappen of programma’s daarvan, humanitaire organisaties met de status van waarnemer in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties die humanitaire hulp verstrekken, of hun uitvoerende partners.

▼B

Artikel 7

De Raad stelt de in de ►M4 bijlage I vervatte lijst op en wijzigt deze overeenkomstig de aanwijzingen van de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 8

1. Wanneer de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité een persoon, entiteit of lichaam op de lijst plaatst en een motivering voor de aanwijzing heeft verstrekt, neemt de Raad die persoon, die entiteit of dat lichaam op in de ►M4 bijlage I. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit of het betrokken lichaam in kennis van zijn besluit en van de motivering, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat zij daarover opmerkingen kunnen indienen.

2. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de personen, entiteiten of lichamen daarvan op de hoogte.

Artikel 9

De ►M4 bijlage I bevat, wanneer beschikbaar, informatie die door de Veiligheidsraad of het Sanctiecomité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken entiteit personen of te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De ►M4 bijlage I vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad of door het Sanctiecomité.

Artikel 10

Dit besluit wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken op basis van door de Veiligheidsraad genomen besluiten.

Artikel 11

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/138/GBVB wordt ingetrokken.

Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

▼M1




►M4 BIJLAGE I

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 2 BEDOELDE PERSONEN EN ENTITEITEN

I. Personen

1.Yasin Ali Baynah (alias a) Ali, Yasin Baynah, b) Ali, Yassin Mohamed, c) Baynah, Yasin, d) Baynah, Yassin, e) Baynax, Yasiin Cali, f) Beenah, Yasin, g) Beenah, Yassin, h) Beenax, Yasin, i) Beenax, Yassin, j) Benah, Yasin, k) Benah, Yassin, l) Benax, Yassin, m) Beynah, Yasin, n) Binah, Yassin, o) Cali, Yasiin Baynax)

Geboortedatum: 24 december 1965. Nationaliteit: Somalië. Andere nationaliteit: Zweden. Plaats: Rinkeby, Stockholm, Zweden; Mogadishu, Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Yasin Ali Baynah heeft aangezet tot het plegen van aanslagen tegen de federale overgangsregering en de missie van de Afrikaanse unie in Somalië (Amisom). Voorts heeft hij steun en fondsen verzameld namens de alliantie voor de herbevrijding van Somalië en namens Hisbul Islam, die beide metterdaad de vrede en veiligheid in Somalië in gevaar hebben gebracht, en met name het akkoord van Djibouti hebben verworpen en aanslagen tegen de TFG en de Amisom hebben gepleegd.

2.Hassan Dahir Aweys (alias a) Ali, Sheikh Hassan Dahir Aweys, b) Awes, Hassan Dahir, c) Awes, Shaykh Hassan Dahir, d) Aweyes, Hassen Dahir, e) Aweys, Ahmed Dahir, f) Aweys, Sheikh, g) Aweys, Sheikh Hassan Dahir, h) Dahir, Aweys Hassan, i) Ibrahim, Mohammed Hassan, j) OAIS, Hassan Tahir, k) Uways, Hassan Tahir, l) „Hassan, Sheikh”).

Geboortedatum: 1935. Burger van: Somalië. Nationaliteit: Somalië. Plaats: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Hassan Dahir Aweys is en blijft politiek en ideologisch voorman van een reeks gewapende oppositiegroepen die zich schuldig hebben gemaakt aan herhaalde schendingen van het algemene en algehele wapenembargo en/of aan feiten die een bedreiging vormen voor het vredesakkoord van Djibouti, de federale overgangsregering (TFG) en de leden van de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom). Van juni 2006 tot september 2007 was Aweys voorzitter van het centraal comité van de Unie van islamitische rechtbanken; in juli 2008 riep hij zich uit tot voorzitter van de Asmara-vleugel van de alliantie voor de herbevrijding van Somalië; en in mei 2009 werd hij voorzitter van Hisbul Islam, een alliantie van groeperingen die de TFG bestrijden. In al deze hoedanigheden heeft Awey door uitspraken en optreden blijk gegeven van het ondubbelzinnige en vaste voornemen de TFG te ontwrichten en de Amisom met geweld uit Somalië te verdrijven.

3.Hassan Abdullah Hersi Al-Turki (alias a) Al-Turki, Hassan, b) Turki, Hassan, c) Turki, Hassan Abdillahi Hersi, d) Turki, Sheikh Hassan, e) Xirsi, Xasan Cabdilaahi, f) Xirsi, Xasan Cabdulle)

Geboortedatum: circa 1944. Geboorteplaats: Ogaden-regio, Ethiopië. Nationaliteit: Somalië. Plaats: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Hassan Abdullah Hersi Al-Turki is al sinds midden jaren negentig prominent militieleider, en heeft herhaaldelijk het wapenembargo geschonden. In 2006 leverde Al-Turki troepen voor de machtsovername in Mogadishu door de aan Al-Shabaab gelieerde Unie van islamitische rechtbanken, waarin hij zich als militair leider opwierp. Sinds 2006 laat hij diverse gewapende groeperingen, waaronder Al-Shabaab, trainen in het door hem gecontroleerde gebied. In september 2007 was in een nieuwsvideo van Al-Jazeera te zien hoe onder zijn leiding milities werden getraind.

4.Ahmed Abdi aw-Mohamed (alias a) Abu Zubeyr, Muktar Abdirahman, b) Abuzubair, Muktar Abdulrahim, c) Aw Mohammed, Ahmed Abdi, d) Aw-Mohamud, Ahmed Abdi, e) „Godane”, f) „Godani”, g) „Mukhtar, Shaykh”, h) „Zubeyr, Abu”)

Geboortedatum: 10 juli 1977. Geboorteplaats: Hargeysa, Somalië. Nationaliteit: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Ahmed Abdi Aw-Mohamed is een prominent leider van Al-Shabaab, waarvan hij in december 2007 publiekelijk als emir werd opgevoerd. Hij is belast met de bevelvoering over operaties van Al-Shabaab in geheel Somalië. Aw-Mohamed wijst het vredesproces van Djibouti af als een buitenlands complot; in mei 2009 gaf hij in een geluidsopname voor de Somalische media toe dat zijn troepen bij recente gevechten in Mogadishu waren betrokken.

5.Fuad Mohamed Khalaf (alias a) Fuad Mohamed Khalif, b) Fuad Mohamed Qalaf, c) Fuad Mohammed Kalaf, d) Fuad Mohamed Kalaf, e) Fuad Mohammed Khalif, f) Fuad Khalaf, g) Fuad Shongale, h) Fuad Shongole, i) Fuad Shangole, j) Fuad Songale, k) Fouad Shongale, l) Fuad Muhammad Khalaf Shongole)

Nationaliteit: Somalië. Plaats: Mogadishu, Somalië. Alternatieve verblijfsplaats: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Fuad Mohamed Khalaf heeft de financiële ondersteuning van Al-Shabaab gefaciliteerd; in mei 2008 organiseerde hij in moskeeën in Kismaayo in Somalia twee bijeenkomsten om fondsen te werven voor Al-Shabaab. In april 2008 pleegden Khalaf en anderen aanslagen met bomauto’s tegen Ethiopische basissen en tegen de Somalische federale overgangsregering in Mogadishu. In mei 2008 bezette hij met een gewapend commando een politiebureau in Mogadishu, waarbij verscheidene soldaten werden gedood of gewond.

6.Bashir Mohamed Mahamoud (alias a) Bashir Mohamed Mahmoud, b) Bashir Mahmud Mohammed, c) Bashir Mohamed Mohamud, d) Bashir Mohamed Mohamoud, e) Bashir Yare, f) Bashir Qorgab, g) Gure Gap, h) „Abu Muscab”, i) „Qorgab”)

Geboortedatum: circa 1979-1982. Alternatieve geboortedatum: 1982. Nationaliteit: Somalië. Plaats: Mogadishu, Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Bashir Mohamed Mahamoud is militair bevelhebber bij Al-Shabaab. Eind 2008 was hij een van de circa tien leden van de leiding. Samen met een handlanger was hij verantwoordelijk voor de mortieraanslag van 10 juni 2009 tegen de Somalische federale overgangsregering in Mogadishu.

▼M9 —————

▼M1

8.Fares Mohammed Mana’a (alias Faris Mana’a, b) Fares Mohammed Manaa)

Geboortedatum: 8 februari 1965. Geboorteplaats: Sadah, Jemen. Paspoortnummer: 00514146; plaats van afgifte: Sanaa, Jemen. Identiteitskaart nr.: 1417576. plaats van afgifte: Al-Amana, Jemen; datum van afgifte: 7 januari 1996. Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Fares Mohammed Mana’a heeft, in strijd met het wapenembargo tegen Somalië, al dan niet rechtstreeks wapens of aanverwant materieel geleverd, verkocht of overgebracht. Mana’a staat bekend als wapensmokkelaar. In oktober 2009 stond hij bovenaan op een zwarte lijst van wapenhandelaars, door de Jemenitische regering gepubliceerd om de toevloed van wapens in te dammen; het land telde naar verluidt al meer wapens dan inwoners. „Dat Faris Mana’a een belangrijk wapensmokkelaar is, is algemeen bekend,” aldus een verslag van juni 2009 van een Amerikaans journalist en commentator over Jemenitische aangelegenheden, die het halfjaarlijkse landenverslag schrijft en heeft meegewerkt aan Jane’s Intelligence Group. In een artikel van december 2007 in de Yemen Times wordt hij aangeduid als „Sjeik Fares Mohammed Mana’a, wapenhandelaar”. In januari 2008 wordt in dezelfde krant naar hem verwezen als „Sjeik Fares Mohammed Mana’a, wapenverkoper”.

Medio 2008 blijft Jemen een draaischijf van illegale wapentransport naar de Hoorn van Afrika, vooral over zee naar Somalië. Volgens onbevestigde berichten heeft Faris Mana’a herhaaldelijk deelgenomen aan het transport van wapens naar Somalië. In 2004 speelde hij een rol bij contracten over wapens uit Oost-Europa die aan Somalische strijders zouden zijn verkocht. Hoewel sinds 1992 een VN-wapenembargo tegen Somalië geldt, blijkt Mana’a zeker nog tot 2003 betrokken te zijn geweest bij wapensmokkel naar het land. Mana’a was in 2003 gegadigde voor de aankoop van duizenden wapens uit Oost-Europa, die hij naar eigen zeggen deels in Somalië wilde verkopen.

9.Hassan Mahat Omar (alias.: a) Hassaan Hussein Adam, b) Hassane Mahad Omar, c) Xassaan Xuseen Adan, d) Asan Mahad Cumar, e) Abu Salman, f) Abu Salmaan, g) Sheikh Hassaan Hussein)

Geboren: 10 april 1979. Geboorteplaats: Garissa, Kenia. Nationaliteit: mogelijk Ethiopië. Paspoortnummer: A 1180173 Kenia, verstrijkt 20 augustus 2017. Identiteitskaart nr.: 23446085 Plaats: Nairobi (Kenia). Datum plaatsing op de VN-lijst: 28 juli 2011.

Mohamed Sa’id „Atom” is verantwoordelijk voor feiten die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië bedreigen. Hij is imam en een van de leiders van Masjid-ul-Axmar, een informeel centrum in Nairobi dat banden heeft met Al-Shabaab. Hij rekruteert nieuwe leden en werft fondsen voor Al-Shabaab, met name op de daaraan verwante website alqimmah.net.

Ook heeft hij in een chatroom van Al-Shabaab fatwa’s uitgesproken waarin opgeroepen werd tot het plegen van aanslagen tegen de TFG.

10.Omar Hammami (alias.: a) Abu Maansuur Al-Amriki, b) Abu Mansour Al-Amriki, c) Abu Mansuur Al-Amriki, d) Umar Hammami, e) Abu Mansur Al-Amriki)

Geboortedatum: 6 mei 1984. Geboorteplaats: Alabama, Verenigde Staten Nationaliteit: Verenigde Staten. Zou tevens Syrisch onderdaan zijn.

Paspoortnummer: 403062567 (US). Nummer sociale zekerheid: 423-31-3021 (US). Plaats: Somalië. Overige informatie: Gehuwd met een Somalische. Woonde in 2005 in Egypte en verhuisde in 2009 naar Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 28 juli 2011.

Omar Hammami is verantwoordelijk voor feiten die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië bedreigen. Hij is een prominent lid van Al-Shabaab. Hij rekruteert, financiert en betaalt buitenlandse strijders in Somalië. Hij wordt beschreven als expert in explosieven en oorlogvoering in het algemeen. Sinds oktober 2007 komt hij voor in televisiereportages en propagandavideo’s van Al-Shabaab. In een video was te zien hoe hij training gaf aan soldaten van Al-Shabaab. In video’s en op websites heeft hij wervingsboodschappen voor Al-Shabaab uitgesproken.

▼M3

11.Jim’ale, Ali Ahmed Nur (alias a) Jim’ale, Ahmed Ali, b) Jim’ale, Ahmad Nur Ali, c) Jim’ale, Sheikh Ahmed, d) Jim’ale, Ahmad Ali, e) Jim’ale, Shaykh Ahmed Nur)

Geboortedatum: 1954. Geboorteplaats: Eilbur, Somalië. Nationaliteit: Somalië. Andere nationaliteit: Djibouti. Paspoort: A0181988 (Somalië), verstr. 23 januari 2011. Plaats: Djibouti, Republiek Djibouti. Datum van VN-aanwijzing: 17 februari 2012.

Ali Ahmed Nur Jim’ale (Jim’ale) heeft leidende functies bekleed bij de vroegere Somalische Raad van islamitische rechtbanken, ook bekend als Unie van islamitische rechtbanken van Somalië, die als radicaal islamitisch werd beschouwd. De meest radicale elementen van de Unie van islamitische rechtbanken van Somalië gingen uiteindelijk op in de groep die bekend is onder de naam Al-Shabaab. Het Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht uit hoofde van Resoluties 751 (1992) en 1907 (2009) betreffende Somalië en Eritrea (het „Sanctiecomité Somalië/Eritrea”) heeft Al-Shabaab in april 2010 op de lijst geplaatst van entiteiten die het voorwerp van gerichte sancties zijn. Al-Shabaab is door het Comité op de sanctielijst geplaatst als entiteit die handelingen verricht welke rechtstreeks of onrechtstreeks de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië bedreigen, onder meer maar niet uitsluitend handelingen die een bedreiging vormen voor de federale overgangsregering van Somalië.

In het rapport d.d. 18 juli 2011 van de onder het Sanctiecomité Somalië/Eritrea ressorterende monitoringgroep (S/2011/433) wordt Jim’ale aangeduid als prominent zakenman en boegbeeld van het door Al-Shabaab gerunde handelsnetwerk voor houtskool en suiker, die profiteert van zijn goede relaties met Al-Shabaab.

Jim’ale wordt beschouwd als een van de belangrijkste geldschieters van Al-Shabaab en zit ideologisch op dezelfde lijn als Al-Shabaab. Jim’ale heeft een doorslaggevende rol gespeeld als geldschieter en politieke steunpilaar van Hassan Dahir Aweys („Aweys”), die eveneens door het Sanctiecomité Somalië/Eritrea op de sanctielijst is geplaatst. De voormalige tweede man van Al-Shabaab, Emir Muktar Robow, was naar verluidt medio 2011 nog steeds politiek actief binnen Al-Shabaab. Het was Robow die Aweys en Jim’ale inschakelde om hun gedeelde doelstellingen te promoten en samen sterker te staan in de strijd om het leiderschap van Al-Shabaab die zich op dat moment afspeelde.

Vanaf het najaar van 2007 heeft Jim’ale in Djibouti onder de naam Investors Group een bedrijf opgericht dat als dekmantel voor extremistische activiteiten fungeerde. Op korte termijn werd met het bedrijf beoogd extremistische activiteiten en wapenaankopen te financieren teneinde Somaliland te destabiliseren. Het bedrijf hielp bij het smokkelen van handwapens vanuit Eritrea, via Djibouti, naar het 5e district van Ethiopië waar extremisten het wapentransport in ontvangst namen. Medio 2008 leidt Jim’ale nog steeds de Investors Group.

Vanaf eind september 2010 heeft Jim’ale ZAAD opgericht, een firma die geldovermakingen via mobiele telefoons regelt. Voor Al-Shabaab regelde hij een manier om de geldovermakingen anoniemer te maken doordat er geen identificatie geëist wordt.

Eind 2009 stond Jim’ale te boek als exploitant van een hawalafonds waarmee hij zakat inde en aan Al-Shabaab ter beschikking stelde.

Vanaf december 2011 werd er door niet-geïdentificeerde donoren uit het Midden-Oosten geld overgemaakt aan Jim’ale, die op zijn beurt financiële stromannen gebruikte om het geld aan Al-Shabaab te doen toekomen.

In 2009 werkte Jim’ale met andere gelijkgestemden samen om de federale overgangsregering van Somalië te ondermijnen door niet aan de Somalische verzoeningsinspanningen deel te nemen. Vanaf eind 2011 ondersteunde Jim’ale Al-Shabaab actief door gratis communicatie, gebruik van voertuigen, voedselhulp en politiek advies aan te bieden en door via allerlei bedrijven fondsenwerving voor Al-Shabaab op te zetten.

▼M3

12.Aboud Rogo Mohammed (alias a) Aboud Mohammad Rogo, b) Aboud Seif Rogo, c) Aboud Mohammed Rogo, d) Sheikh Aboud Rogo, e) Aboud Rogo Muhammad, f) Aboud Rogo Mohamed)

Geboortedatum: 11 november 1960. Alternatieve geboortedata: a) 11 november 1967, b) 11 november 1969, c) 1 januari 1969. Geboorteplaats: Lamu Island, Kenia. Datum van VN-aanwijzing: 25 juli 2012.

De zich in Kenia ophoudende extremist Aboud Rogo Mohammed bedreigt de Somalische vrede, veiligheid of stabiliteit door financiële, materiële, logistieke en/of technische ondersteuning te bieden aan Al-Shabaab, een entiteit die door het (bij Resolutie 751 (1992) betreffende Somalië en bij Resolutie 1907 (2009) betreffende Eritrea opgerichte) UNSC-comité op de lijst is geplaatst vanwege het verrichten van handelingen die een directe of indirecte bedreiging vormen voor de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië.

Aboud Rogo Mohammed is een extremistische Islamitische geestelijke die zich in Kenia ophoudt. Hij blijft in het kader van zijn campagne voor het aanzetten tot geweld in heel Oost-Afrika invloed op extremistische groepen in Oost-Afrika uitoefenen. Aboud Rogo houdt zich onder meer bezig met het werven van fondsen voor Al-Shabaab.

Als voornaamste ideologische voorman van Al Hijra, voorheen bekend als het Muslim Youth Center, gebruikt Aboud Rogo Mohammed de extremistische groep als wegbereider voor het radicaliseren en het rekruteren van hoofdzakelijk Swahilisprekende Afrikanen teneinde gewelddadige militante activiteiten te verrichten in Somalië. In een reeks opruiende lezingen tussen februari 2009 en februari 2012 heeft Aboud herhaaldelijk opgeroepen tot gewelddadige verwerping van het Somalische vredesproces. Tijdens die lezingen riep Rogo herhaaldelijk op tot het gebruik van geweld tegen de troepen in Somalië van zowel de Verenigde Naties als de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM), en spoorde hij zijn gehoor herhaaldelijk aan om naar Somalië te reizen om deel te nemen aan de strijd van Al-Shabaab tegen de Keniaanse regering.

Tevens licht Aboud Rogo Keniaanse Al-Shabaab-rekruten voor over de wijze waarop zij onopgemerkt kunnen blijven voor de Keniaanse autoriteiten en langs welke routes zij moeten reizen van Mombasa en/of Lamu naar Al-Shabaab-bolwerken in Somalië, met name Kismayo. Hij heeft voor tal van Keniaanse Al-Shabaab-rekruten de reis naar Somalië gefaciliteerd.

In september 2011 wierf Rogo mensen in Mombasa (Kenia) aan om naar Somalië reizen, vermoedelijk om daar terroristische operaties uit te voeren. In september 2008 hield Rogo een fondsenwervingbijeenkomst in Mombasa om Al-Shabaab-activiteiten in Somalië te helpen financieren.

13.Abubaker Shariff Ahmed (alias a) Makaburi, b) Sheikh Abubakar Ahmed, c) Abubaker Shariff Ahmed, d) Abu Makaburi Shariff, e) Abubaker Shariff, f) Abubakar Ahmed)

Geboortedatum: 1962. Alternatieve geboortedatum: 1967. Geboorteplaats: Kenia. Locatie: Majengo-wijk, Mombasa, Kenia. Datum van VN-aanwijzing: 23 augustus 2012.

Abubaker Shariff Ahmed is een leidende figuur bij het faciliteren van en het aanwerven van jonge Keniaanse moslims voor gewelddadig militantisme in Somalië, en heeft nauwe banden met Aboud Rogo. Hij verleent materiële steun aan extremistische groepen in Kenia (en elders in Oost-Afrika). Door zijn veelvuldige reizen naar Al-Shabaab-bolwerken in Somalië, zoals Kismayo, kan hij nauwe banden met hooggeplaatste Al-Shabaab-leden onderhouden.

Tevens houdt Abubaker Shariff Ahmed zich bezig met het bijeenbrengen en beheren van fondsen voor Al-Shabaab, een entiteit die door het (bij Resolutie 751 (1992) betreffende Somalië en bij Resolutie 1907 (2009) betreffende Eritrea opgerichte) UNSC-comité op de lijst is geplaatst vanwege het verrichten van handelingen die een directe of indirecte bedreiging vormen voor de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië.

Abubaker Shariff Ahmed heeft in moskeeën in Mombasa ertoe opgeroepen dat jonge mannen naar Somalië reizen, extremistische daden stellen, voor Al-Qaida vechten en VS-burgers doden.

Abubaker Shariff Ahmed werd eind december 2010 door de Keniaanse autoriteiten gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de bomaanslag op een busstation in Nairobi. Abubaker Shariff Ahmed is tevens een voorman van een in Kenia gevestigde jeugdorganisatie in Mombasa die banden met Al-Shabaab onderhoudt.

Vanaf 2010 hield Abubaker Shariff Ahmed zich bezig met aanwerven en faciliteren voor Al-Shabaab in de Majengo-wijk van Mombasa, Kenia.

▼M7

14.Maalim Salman (ook bekend als a) Mu'alim Salman, b) Mualem Suleiman, c) Ameer Salman, d) Ma'alim Suleiman, e) Maalim Salman Ali, f) Maalim Selman Ali, g) Ma'alim Selman, h) Ma'alin Sulayman)

Geboortedatum: circa 1979. Geboorteplaats: Nairobi (Kenia). Plaats: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 23 september 2014.

Maalim Salman is door de leider van Al-Shabaab, Ahmed Abdi aw-Mohamed, ook bekend als Godane, aangewezen tot hoofd van de Afrikaanse buitenlandse strijders van Al-Shabaab. Hij heeft buitenlanders die als Afrikaanse buitenlandse strijder aansluiting zochten bij Al-Shabaab opgeleid, en is betrokken geweest bij operaties in Afrika tegen toeristen, ontspanningscentra en kerken.

Hoewel hij zich voornamelijk op operaties buiten Somalië heeft gericht, is het bekend dat Salman in Somalië woont en er buitenlandse strijders opleidt alvorens ze naar andere plekken te sturen. Sommige van de buitenlandse strijders van Al-Shabaab zijn ook in Somalië aanwezig. Zo heeft Salman buitenlandse strijders van Al-Shabaab naar Zuid-Somalië gestuurd, als reactie op een offensief van de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (AMISOM).

Al-Shabaab was onder meer verantwoordelijk voor de terroristische aanslag op het winkelcentrum Westgate in Nairobi (Kenia) in september 2013, die aan minstens 67 mensen het leven kostte. Meer recent heeft Al-Shabaab de verantwoordelijkheid opgeëist voor de aanslag van 31 augustus 2014 op de gevangenis van het nationale inlichtingen- en veiligheidsbureau in Mogadishu, waarbij drie bewakers en twee burgers omkwamen, en 15 anderen gewond raakten.

15.Ahmed Diriye (ook bekend als a) Sheikh Ahmed Umar Abu Ubaidah, b) Sheikh Omar Abu Ubaidaha, c) Sheikh Ahmed Umar, d) Sheikh Mahad Omar Abdikarim, e) Abu Ubaidah, f) Abu Diriye)

Geboortedatum: circa 1972. Geboorteplaats: Somalië. Plaats: Somalië. Datum plaatsing op de VN-lijst: 24 september 2014.

Ahmed Diriye is na de dood van de vorige leider, Ahmed Abdi aw-Mohamed, tot nieuwe emir van Al-Shabaab benoemd; zijn voorganger werd door het Comité van de Veiligheidsraad uit hoofde van de Resoluties 751 (1992) en 1907 (2009) op de lijst geplaatst. Deze benoeming werd aangekondigd in een op 6 september 2014 vrijgegeven verklaring van de woordvoerder van Al-Shabaab, Sheikh Ali Dheere. Diriye was reeds een vooraanstaand lid van Al-Shabaab, en is als emir belast met de bevelvoering over de operaties van Al-Shabaab. Hij zal rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor de activiteiten van Al-Shabaab, die een bedreiging blijven vormen voor de vrede, veiligheid en stabiliteit in Somalië. Sinds zijn benoeming heeft Diriye de Arabische naam Sheikh Ahmed Umar Abu Ubaidah aangenomen.

▼M1

II. Entiteiten

Al-Shabaab (alias a) Al-Shabab, b) Shabaab, c) The Youth, d) Mujahidin Al-Shabaab Movement, e) Mujahideen Youth Movement, f) Mujahidin Youth Movement, g) MYM, h) Harakat Shabab Al-Mujahidin, i) Hizbul Shabaab, j) Hisb’ul Shabaab, k) Al-Shabaab Al-Islamiya, l) Youth Wing, m) Al-Shabaab Al-Islaam, n) Al-Shabaab Al-Jihaad, o) The Unity Of Islamic Youth, p) Harakat Al-Shabaab Al-Mujaahidiin, q) Harakatul Shabaab Al Mujaahidiin, r) Mujaahidiin Youth Movement).

Plaats: Somalië Datum plaatsing op de VN-lijst: 12 april 2010.

Al-Shabaab is verantwoordelijk voor feiten die de vrede, de veiligheid of de stabiliteit in Somalië bedreigen, met name, maar niet uitsluitend: feiten die het akkoord van Djibouti van 18 augustus 2008 of het politieke proces in gevaar brengen; en feiten die een bedreiging vormen voor de federale overgangsinstellingen, de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom), of andere internationale vredeshandhavingsoperaties in Somalië.

Al-Shabaab heeft voorts de levering van humanitaire bijstand aan Somalië of de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Somalië belemmerd.

De voorzitter van het comité van de Veiligheidsraad dat bij resolutie 751 (1992) betreffende Somalië is ingesteld, heeft op 29 juli 2009 in de Veiligheidsraad verklaard dat Al-Shabaab en Hisb’ul Islam herhaaldelijk in het openbaar de verantwoordelijkheid hebben opgeëist voor de aanslagen tegen de federale overgangsregering (TFG) en Amisom. Al-Shabaab zegt ook verantwoordelijk te zijn voor de moord op ambtenaren van de TFG; op 19 juli 2009 viel het binnen in de plaatselijke kantoren van UNOPS, UNDSS en UNDP in de regio’s Bay en Bakool, die vervolgens in strijd met punt c) van resolutie 1844 (2008) werden gesloten. Al-Shabaab heeft herhaaldelijk de toegang tot, of verdeling van, humanitaire bijstand in Somalië belemmerd.

In het rapport dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 20 juli 2009 aan de secretaris-generaal heeft uitgebracht over de situatie in Somalië staat het volgende te lezen over de activiteiten van Al-Shabaab in Somalië:

Opstandige groepen als Al-Shabaab zouden particuliere ondernemingen afpersen en jongeren, onder meer kindsoldaten, werven voor de strijd tegen de regering in Mogadishu. Al-Shabaab telt naar eigen zeggen buitenlanders in de gelederen, en verklaart openlijk dat het in Mogadishu samen met Al-Qaida de regering van Somalië uit het zadel tracht te lichten. De buitenlanders, naar verluidt vaak afkomstig uit Pakistan en Afghanistan, zijn goed getraind en hebben gevechtservaring. Geconstateerd is dat ze kappen droegen tijdens offensieve operaties tegen regeringstroepen in Mogadishu en aangrenzende regio’s.

Al-Shabaab heeft zijn strategie van dwang en intimidatie tegen de Somalische bevolking geïntensiveerd, zoals blijkt uit de zorgvuldig uitgekozen, „lonende” moordaanslagen en arrestaties van stamoudsten, die vaak ook worden gedood. Op 19 juni 2009 kwam Omar Hashi Aden, minister van nationale veiligheid, om bij een zware zelfmoordaanslag met een bomauto in Beletwyne, waarbij meer dan 30 doden vielen; de aanslag werd krachtig veroordeeld door de internationale gemeenschap en over een breed front in de Somalische samenleving.

Volgens het rapport van december 2008 van de Monitorgroep Somalië van de VN-Veiligheidsraad (2008/769), is Al-Shabaab verantwoordelijk voor tal van aanslagen die de afgelopen jaren in het land zijn gepleegd:

—in september 2008 werd een Somalische chauffeur, in dienst van het Wereldvoedselprogramma, vermoord en onthoofd;

—op 6 februari 2008 werden bij een bomaanslag op een markt in Puntland 20 mensen gedood en meer dan 100 gewond;

—gepoogd werd met een reeks bom- en moordaanslagen in Somaliland de parlementsverkiezingen in 2006 te saboteren;

—in 2003 en 2004 werden verscheidene buitenlandse hulpverleners vermoord.

Volgens berichten is Al-Shabaab op 20 juli 2009 in Somalië binnengevallen in gebouwen van de Verenigde Naties, en heeft het drie VN-bureaus gesloten in gebieden onder zijn controle. Voorts zijn tijdens gevechten tussen troepen van de Somalische federale overgangsregering en opstandelingen van Al-Shabaab en Hizbul Islam op 11 en 12 juli 2009 meer dan 60 doden gevallen. Op 11 juli vuurde Al-Shabaab vier mortiergranaten af op Villa Somalia, waardoor drie soldaten van de missie van de Afrikaanse Unie in Somalië (Amisom) werden gedood, en acht werden gewond.

Blijkens een bericht d.d. 22 februari 2009 van de British Broadcasting Corporation had Al-Shabaab de verantwoordelijkheid opgeëist voor een zelfmoordaanslag met een bomauto tegen een militaire basis van de Afrikaanse Unie in Mogadishu, en had de Afrikaanse Unie bevestigd dat 11 leden van haar vredesmacht waren gedood en 15 gewond.

Reuters publiceerde op 14 juli 2009 het bericht dat militanten van Al-Shabaab in 2009 terreinwinst boekten met hun guerrilla-aanvallen tegen troepen van Somalië en de Afrikaanse Unie.

Op 10 juli 2009 maakte Voice of America bekend dat Al-Shabaab in mei 2009 betrokken was geweest bij een aanval tegen Somalische regeringstroepen.

Op de website van de Council on Foreign Relations stond in een artikel van 27 februari 2009 te lezen dat Al-Shabaab sinds 2006 in opstand is tegen de Somalische overgangsregering en haar Ethiopische medestanders. Al-Shabaab heeft elf Burundese soldaten gedood bij de bloedigste aanslag tegen AU-vredestroepen sinds zij in Somalië zijn ingezet; en laat weten dat het in Mogadishu zware gevechten heeft geleverd waarbij ten minste vijftien doden zijn gevallen.

▼M4




BIJLAGE II

▼M5

Lijst van de in artikel 1, lid 3, onder f) en g), bedoelde goederen

▼M4

1.Grond-luchtraketten, met inbegrip van draagbare luchtverdedigingssystemen (MANPADS, Man-Portable Air-Defence Systems);

2.Kanonnen, houwitsers en vuurmonden met een kaliber groter dan 12,7 mm, en munitie en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen. (Niet inbegrepen zijn vanaf de schouder afgevuurde antitank-raketwerpers, zoals RPG’s of LAW’s, geweergranaten of granaatwerpers);

3.Mortieren met een kaliber groter dan 82 mm;

4.Geleide antitankwapens, waaronder geleide antitankprojectielen (ATGM’s, Anti-tank Guided Missiles) en munitie en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

5.Voor militair gebruik bedoelde ladingen en apparaten die energetische materialen bevatten, mijnen en aanverwant materieel;

6.Wapenvizieren die nachtzicht mogelijk maken.



(1) PB L 334 van 11.12.2002, blz. 1.

(2) PB L 46 van 17.2.2009, blz. 73.

(3) PB L 51 van 2.3.2010, blz. 18.

(4) PB C 364 van 18.12.2000, blz. 1.