Home

Verordening (EG) n r. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) n r. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (Voor de EER relevante tekst)

2008R0798 — NL — 30.09.2013 — 016.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 798/2008 VAN DE COMMISSIE

van 8 augustus 2008

tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 226, 23.8.2008, p.1)

Gewijzigd bij:

Publicatieblad

No

page

date

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 1291/2008 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2008

L 340

22

19.12.2008

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 411/2009 VAN DE COMMISSIE van 18 mei 2009

L 124

3

20.5.2009

►M3

VERORDENING (EU) nr. 215/2010 VAN DE COMMISSIE Van 5 maart 2010

L 76

1

23.3.2010

►M4

VERORDENING (EU) Nr. 241/2010 VAN DE COMMISSIE van 8 maart 2010

L 77

1

24.3.2010

►M5

VERORDENING (EU) Nr. 254/2010 VAN DE COMMISSIE van 10 maart 2010

L 80

1

26.3.2010

M6

VERORDENING (EU) Nr. 332/2010 VAN DE COMMISSIE van 22 april 2010

L 102

10

23.4.2010

►M7

VERORDENING (EU) Nr. 925/2010 VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2010

L 272

1

16.10.2010

►M9

VERORDENING (EU) Nr. 955/2010 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2010

L 279

3

23.10.2010

►M11

VERORDENING (EU) Nr. 364/2011 VAN DE COMMISSIE van 13 april 2011

L 100

30

14.4.2011

M12

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 427/2011 VAN DE COMMISSIE van 2 mei 2011

L 113

3

3.5.2011

M13

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 536/2011 VAN DE COMMISSIE van 1 juni 2011

L 147

1

2.6.2011

M14

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 991/2011 VAN DE COMMISSIE van 5 oktober 2011

L 261

19

6.10.2011

►M15

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1132/2011 VAN DE COMMISSIE van 8 november 2011

L 290

1

9.11.2011

►M16

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1380/2011 VAN DE COMMISSIE van 21 december 2011

L 343

25

23.12.2011

►M17

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 110/2012 VAN DE COMMISSIE van 9 februari 2012

L 37

50

10.2.2012

►M18

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 393/2012 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2012

L 123

27

9.5.2012

►M19

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 532/2012 VAN DE COMMISSIE van 21 juni 2012

L 163

1

22.6.2012

►M20

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1162/2012 VAN DE COMMISSIE van 7 december 2012

L 336

17

8.12.2012

►M21

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 88/2013 VAN DE COMMISSIE van 31 januari 2013

L 32

8

1.2.2013

►M22

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 191/2013 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 2013

L 62

22

6.3.2013

►M23

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 437/2013 VAN DE COMMISSIE van 8 mei 2013

L 129

25

14.5.2013

►M24

VERORDENING (EU) Nr. 519/2013 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2013

L 158

74

10.6.2013

►M25

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 556/2013 VAN DE COMMISSIE van 14 juni 2013

L 164

13

18.6.2013

►M26

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 866/2013 VAN DE COMMISSIE van 9 september 2013

L 241

4

10.9.2013




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 798/2008 VAN DE COMMISSIE

van 8 augustus 2008

tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering

(Voor de EER relevante tekst)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (1), en met name op artikel 21, lid 1, artikel 22, lid 3, artikel 23, artikel 24, lid 2, en de artikelen 26 en 27 bis,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (2), en met name op de artikelen 10 en 18,

Gelet op Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan en tot intrekking van de Richtlijnen 85/358/EEG en 86/469/EEG en de Beschikkingen 89/187/EEG en 91/664/EEG (3), en met name op artikel 29, lid 1, vierde alinea,

Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (4), en met name op artikel 22, lid 1,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (5), en met name op artikel 8 en artikel 9, lid 2, onder b), en lid 4,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (6), en met name op artikel 10, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (7), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (8), en met name op artikel 11, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 90/539/EEG bevat veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van pluimvee en broedeieren uit derde landen in de Gemeenschap. Pluimvee en broedeieren moeten aan de voorwaarden van die richtlijn voldoen en afkomstig zijn uit derde landen of delen van derde landen die voorkomen op een overeenkomstig die richtlijn opgestelde lijst.

(2)

Richtlijn 2002/99/EG van de Raad bevat voorschriften voor het binnenbrengen van producten van dierlijke oorsprong en daaruit verkregen voor menselijke consumptie bestemde producten uit derde landen. Die producten mogen alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd als zij voldoen aan de bepalingen voor alle stadia van de productie, verwerking en distributie van dergelijke producten in de Gemeenschap dan wel gelijkwaardige waarborgen voor de diergezondheid bieden.

(3)

Beschikking 2006/696/EG van de Commissie van 28 augustus 2006 tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit pluimvee, broedeieren, eendagskuikens, vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren) kunnen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap en van de toepasselijke voorschriften inzake veterinaire certificering (9) bevat een lijst van derde landen waaruit de betrokken producten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap en stelt de veterinaire certificeringsvoorschriften vast.

(4)

Beschikking 93/342/EEG van de Commissie van 12 mei 1993 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning van een bepaalde gezondheidsstatus aan derde landen ten aanzien van aviaire influenza en „Newcastle disease” (ziekte van Newcastle) met betrekking tot de invoer van levend pluimvee en broedeieren (10) en Beschikking 94/438/EG van de Commissie van 7 juni 1994 tot vaststelling van de criteria voor de toekenning aan derde landen of delen daarvan van een bepaalde gezondheidsstatus ten aanzien van aviaire influenza en van de ziekte van Newcastle met betrekking tot de invoer van vers vlees van pluimvee (11) bevatten criteria voor de toekenning van een gezondheidsstatus ten aanzien van aviaire influenza en Newcastle disease aan derde landen met het oog op de invoer van levend pluimvee, broedeieren en vlees van pluimvee.

(5)

De Gemeenschapswetgeving ter bestrijding van aviaire influenza is recentelijk geactualiseerd met Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (12) in verband met de jongste wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingen in de epidemiologie van aviaire influenza in de Gemeenschap en de rest van de wereld. Er moeten nu niet alleen bij uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) maar ook bij die van laagpathogene aviaire influenza (LPAI) bestrijdingsmaatregelen worden genomen; verder zijn verplichte actieve bewaking in verband met aviaire influenza en een ruimere toepassing van vaccinatie tegen de ziekte ingevoerd.

(6)

De invoer uit derde landen moet dus voldoen aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften in de Gemeenschap en in overeenstemming zijn met de herziene eisen voor de internationale handel in pluimvee en producten daarvan zoals die zijn opgenomen in de normen van de Terrestrial Animal Health Code (13) en het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals (14) van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

(7)

Argentinië en Israël hebben hun bewakingsprogramma’s voor aviaire influenza ter beoordeling aan de Commissie voorgelegd. De Commissie heeft die programma’s bestudeerd en geconstateerd dat zij aan de communautaire bepalingen voldoen; daarom moet in deel 1, kolom 7, van bijlage I bij deze verordening worden aangegeven dat de programma’s positief beoordeeld zijn.

(8)

Artikel 21, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG bevat criteria om te bepalen of een derde land of deel daarvan kan worden geplaatst op de lijst van derde landen waaruit pluimvee en broedeieren in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, zoals de gezondheidstoestand van het pluimvee, de regelmaat en de snelheid waarmee het derde land informatie verstrekt over de aanwezigheid van bepaalde besmettelijke dierziekten, waaronder aviaire influenza en Newcastle disease, en de voorschriften van het betrokken derde land met betrekking tot preventie en bestrijding van dierziekten.

(9)

Artikel 8 van Richtlijn 2002/99/EG bepaalt dat bij de opstelling van lijsten van derde landen of regio's van derde landen waaruit de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong in de Gemeenschap is toegestaan, met name rekening moet worden gehouden met onder andere de gezondheidsstatus van het vee, de regelmaat en snelheid waarmee het derde land informatie verschaft, en de betrouwbaarheid van die informatie, over besmettelijke dierziekten op zijn grondgebied, met name aviaire influenza en Newcastle disease, en aspecten van de algemene gezondheidstoestand in het betrokken derde land die een gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid en diergezondheid in de Gemeenschap.

(10)

In het belang van de diergezondheid moet deze verordening bepalen dat producten alleen in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten die beschikken over bewakingsprogramma's voor aviaire influenza en in voorkomend geval vaccinatieprogramma's voor die ziekte.

(11)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 hangt de toelating of handhaving op de in de communautaire regelgeving opgenomen lijsten van derde landen waaruit de lidstaten bepaalde onder die verordening vallende pluimveeproducten mogen invoeren af van de indiening door het betrokken land bij de Commissie van een programma dat gelijkwaardig is aan de nationale salmonellabestrijdingsprogramma's die de lidstaten moeten opstellen en van de goedkeuring van het programma door de Commissie. Als die programma's positief beoordeeld zijn, moet dat in bijlage I, deel 1, bij deze verordening worden aangegeven.

(12)

De Gemeenschap en bepaalde derde landen willen de handel in pluimvee en producten daarvan afkomstig uit erkende compartimenten toestaan, zodat het compartimenteringsbeginsel voor de invoer van pluimvee en producten daarvan nader in de Gemeenschapswetgeving moet worden geregeld. Het compartimenteringsbeginsel is onlangs door de OIE vastgelegd om de wereldhandel in pluimvee en producten daarvan te vergemakkelijken en moet daarom ook in de Gemeenschapswetgeving worden opgenomen.

(13)

Certificaten voor de invoer in de Gemeenschap van gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild zijn om bepaalde gezondheidsredenen, met name de traceerbaarheid van het voor die producten gebruikte vlees, nog niet in de Gemeenschapswetgeving opgenomen. Daarom moet deze verordening voorzien in modellen van veterinaire certificaten voor die producten op basis van nader wetenschappelijk onderzoek.

(14)

Om de bevoegde autoriteiten bij de veterinaire certificering in bepaalde situaties meer flexibiliteit te geven, iets waarom is verzocht door verscheidene derde landen die eendagskuikens van pluimvee en loopvogels naar de Gemeenschap exporteren, moet in deze verordening worden bepaald dat die producten worden onderzocht op het tijdstip van verzending in plaats van op het tijdstip waarop het veterinair certificaat wordt opgesteld.

(15)

Om onderbreking van het handelsverkeer te voorkomen moet de invoer in de Gemeenschap van producten die zijn vervaardigd voordat de veterinairrechtelijke beperkingen in bijlage I, deel 1, bij deze verordening zijn geïntroduceerd, nog gedurende negentig dagen nadat de invoerbeperkingen voor het betrokken product van kracht zijn geworden, worden toegestaan.

(16)

In verband met de geografische ligging van Kaliningrad moeten er speciale voorwaarden komen voor de doorvoer van zendingen door de Gemeenschap van en naar Rusland; dit betreft alleen Letland, Litouwen en Polen.

(17)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (15) bevat algemene communautaire gezondheidsvoorschriften voor de invoer in en doorvoer door de Gemeenschap van de onder die verordening vallende producten

(18)

Bovendien is in Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (16) bepaald aan welke normen moet worden voldaan om geldig te kunnen certificeren en fraude te voorkomen. Daarom moet er in deze verordening voor worden gezorgd dat de voorschriften en principes die worden gevolgd door certificerende ambtenaren in derde landen, garanties bieden die gelijkwaardig zijn aan de in die richtlijn vastgelegde garanties en dat de modellen van veterinaire certificaten van deze verordening uitsluitend gegevens bevatten die op het moment waarop het certificaat wordt afgegeven, kunnen worden bevestigd.

(19)

Voor de duidelijkheid en samenhang van de Gemeenschapswetgeving moeten de Beschikkingen 93/342/EEG, 94/438/EG en 2006/696/EG worden ingetrokken en door deze verordening worden vervangen.

(20)

Er moet een overgangsperiode komen zodat de lidstaten en het bedrijfsleven de nodige maatregelen kunnen nemen om aan de in deze verordening vastgestelde voorschriften inzake veterinaire certificering te voldoen.

(21)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



HOOFDSTUK I

ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1. Deze verordening bevat voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer in en de doorvoer, met inbegrip van opslag tijdens doorvoer, door de Gemeenschap van de volgende producten („de producten”):

a)pluimvee, broedeieren, eendagskuikens en van specifieke pathogenen vrije eieren;

b)vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten.

Zij bevat een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit de producten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd.

2. Deze verordening is niet van toepassing op pluimvee dat voor tentoonstellingen, shows of wedstrijden is bestemd.

3. Deze verordening laat de specifieke certificeringsvoorschriften in overeenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen onverlet.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1.„pluimvee”: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;

2.„broedeieren”: eieren van pluimvee, bestemd om te worden bebroed;

3.„eendagskuikens”: pluimvee van alle soorten, dat nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd, en muskuseenden (Cairina moschata) en kruisingen daarvan, die nog geen 72 uur oud zijn, al dan niet gevoerd;

4.„fokpluimvee”: pluimvee van 72 uur en ouder, bestemd voor de productie van broedeieren;

5.„gebruikspluimvee”: pluimvee van 72 uur en ouder, dat wordt opgefokt:

a)voor de productie van vlees en/of consumptie-eieren, of

b)om in het wild te worden uitgezet;

6.„van specifieke pathogene vrije eieren”: broedeieren die afkomstig zijn van „koppels kippen die vrij zijn van specifieke pathogenen” als beschreven in de Europese Farmacopee (17), en die uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemd zijn;

7.„vlees”: eetbare delen van de volgende dieren:

a)pluimvee; wat vlees betreft zijn dit gekweekte vogels, met inbegrip van vogels die als landbouwhuisdier worden gekweekt maar niet als landbouwhuisdier worden beschouwd, met uitzondering van loopvogels;

b)voor menselijke consumptie bejaagd vrij vederwild;

c)loopvogels;

8.„separatorvlees”: het product dat wordt verkregen door vlees dat na het uitbenen nog aan de beenderen vastzit of vlees van pluimveekarkassen daarvan mechanisch te scheiden, waardoor de spierweefselstructuur verloren gaat of verandert;

9.„gehakt vlees”: vlees zonder been, dat in kleine stukken is gehakt en minder dan 1 % zout bevat;

10.„zone”: welomschreven deel van een derde land met een subpopulatie van dieren met een duidelijk onderscheiden gezondheidsstatus ten aanzien van een bepaalde ziekte, waarvoor de vereiste maatregelen inzake bewaking, controle en bioveiligheid voor invoer overeenkomstig deze verordening worden toegepast;

11.„compartiment”: een of meer pluimvee-inrichtingen in een derde land waarvoor een gemeenschappelijk systeem voor bioveiligheidsmanagement geldt, en waar een subpopulatie pluimvee met een duidelijk onderscheiden gezondheidsstatus ten aanzien van een of meer bepaalde ziekten gehouden wordt, waarvoor de vereiste maatregelen inzake bewaking, controle en bioveiligheid voor invoer overeenkomstig deze verordening worden toegepast;

12.„inrichting”: op een bepaalde locatie gevestigde voorziening of deel van een voorziening, behorend tot een van de volgende bedrijfssectoren:

a)„fokbedrijf”: inrichting die zich toelegt op de productie van broedeieren bestemd voor de productie van fokpluimvee;

b)„vermeerderingsbedrijf”: inrichting die zich toelegt op de productie van broedeieren bestemd voor de productie van gebruikspluimvee;

c)„opfokbedrijf”:

i)een opfokbedrijf voor fokpluimvee, dat wil zeggen een inrichting die zich toelegt op het opfokken van fokpluimvee tot het voortplantingsstadium, of

ii)een opfokbedrijf voor gebruikspluimvee, dat wil zeggen een inrichting die zich toelegt op het opfokken van legpluimvee tot het legstadium;

d)het houden van ander gebruikspluimvee;

13.„broederij”: inrichting die zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens;

14.„koppel”: alle pluimvee met dezelfde gezondheidsstatus dat in dezelfde voorziening of binnen dezelfde uitloopruimte wordt gehouden en dat een epidemiologische eenheid vormt; in stallen omvat deze definitie alle dieren die hetzelfde omsloten luchtvolume delen;

15.„aviaire influenza”: een besmetting van pluimvee met een influenza A-virus:

a)van het subtype H5 of H7,

b)met een intraveneuze pathogeniteitsindex (IVPI) groter dan 1,2 bij zes weken oude kuikens, of

c)dat na intraveneuze besmetting een sterfte van 75 % of meer veroorzaakt bij vier tot acht weken oude kuikens;

16.„hoogpathogene aviaire influenza (HPAI)”: een besmetting van pluimvee met:

a)aviaire-influenzavirussen van het subtype H5 en H7 met een genoomsequentie die codeert voor meerdere basische aminozuren bij de splitsingsplaats van het hemagglutininemolecuul en die overeenkomt met de sequentie die ook bij andere HPAI-virussen is vastgesteld, waaruit afgeleid kan worden dat het hemagglutininemolecuul kan worden gesplitst door een algemene protease van de gastheer;

b)aviaire influenza zoals gedefinieerd in punt 15, onder b) en c);

17.„laagpathogene aviaire influenza (LPAI)”: een besmetting van pluimvee met aviaire-influenzavirussen van het subtype H5 of H7, anders dan HPAI;

18.„Newcastle disease”: een besmetting van pluimvee:

a)die wordt veroorzaakt door een aviaire stam van het paramyxovirus 1 met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) bij eendagskuikens van meer dan 0,7 of

b)waarbij meerdere basische aminozuren in het virus zijn aangetoond (rechtstreeks of door afleiding) op het C-uiteinde van het F2-eiwit en fenylalanine op positie 117, het N-uiteinde van het F1-eiwit; onder „meerdere basische aminozuren” wordt verstaan ten minste drie arginine- of lysineresiduen tussen positie 113 en positie 116; indien het hier beschreven karakteristieke patroon van aminozuurresiduen niet wordt aangetoond, moet het geïsoleerde virus met behulp van een ICPI-test worden gekarakteriseerd; in deze definitie worden de aminozuurresiduen genummerd vanaf het N-uiteinde van de aminozuursequentie zoals afgeleid van de nucleotidesequentie van het F0-gen, waarbij de posities 113-116 overeenkomen met de residuen -4 tot en met -1 vanaf de splitsingsplaats;

19.„officiële dierenarts”: de door de bevoegde autoriteit aangewezen dierenarts;

20.„DIVA (differentiating infected from vaccinated animal)-strategie”: een vaccinatiebeleid dat het mogelijk maakt om gevaccineerde besmette en gevaccineerde niet-besmette dieren van elkaar te onderscheiden door toepassing van een diagnostische test om antilichamen tegen het veldvirus aan te tonen en door het gebruik van niet-gevaccineerde verklikkerdieren.



HOOFDSTUK II

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR INVOER EN DOORVOER

Artikel 3

Lijsten van derde landen, gebieden, zones of compartimenten van herkomst waaruit producten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap

De producten mogen alleen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap uit de derde landen, gebieden, zones of compartimenten die zijn vermeld in de kolommen 1 en 3 van de tabel in bijlage I, deel 1.

Artikel 4

Veterinaire certificering

1. In de Gemeenschap ingevoerde producten gaan vergezeld van een veterinair certificaat, zoals voor het betrokken product is aangegeven in kolom 4 van de tabel in bijlage I, deel 1, dat is ingevuld met inachtneming van de opmerkingen en de modellen van veterinaire certificaten in deel 2 van die bijlage („het certificaat”).

2. Aan de veterinaire certificaten voor de invoer van pluimvee en eendagskuikens wordt een verklaring van de kapitein van het schip overeenkomstig bijlage II gehecht als het vervoer van die producten, ook indien slechts voor een deel, per schip plaatsvindt.

3. Pluimvee, broedeieren en eendagskuikens die door de Gemeenschap worden doorgevoerd, gaan vergezeld van:

a)een veterinair certificaat als bedoeld in lid 1, waarop de woorden „voor doorvoer door de EG vermeld” vermeld staan, en

b)een certificaat zoals vereist door het derde land van bestemming.

4. Van specifieke pathogenen vrije eieren, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten, die door de Gemeenschap worden doorgevoerd, gaan vergezeld van een certificaat volgens het model in bijlage XI en voldoen aan de daarin vermelde voorwaarden.

5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk valt onder doorvoer ook opslag tijdens doorvoer overeenkomstig de artikelen 12 en 13 van Richtlijn 97/78/EG.

6. Er kan gebruik worden gemaakt van een elektronisch certificeringssysteem of een ander overeengekomen systeem, voor zover het op communautair niveau is geharmoniseerd.

Artikel 5

Voorwaarden voor invoer en doorvoer

1. Producten die in de Gemeenschap ingevoerd en door de Gemeenschap doorgevoerd worden, voldoen aan de in de artikelen 6 en 7 en in hoofdstuk III vastgestelde voorwaarden.

2. Lid 1 is niet van toepassing op individuele zendingen van minder dan 20 eenheden pluimvee (met uitzondering van loopvogels), broedeieren of eendagskuikens daarvan. Deze individuele zendingen mogen echter alleen worden ingevoerd uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten daarvan die voor dit soort invoer zijn erkend en aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)het derde land, het gebied, de zone of het compartiment is opgenomen in de kolommen 1 en 3 van de tabel in deel 1 van bijlage I en kolom 4 van die tabel bevat een model van een veterinair certificaat voor de desbetreffende producten;

b)zij vallen niet onder een veterinair invoerverbod;

c)de invoervoorwaarden omvatten afzondering of quarantaine na invoer.

3. De in lid 1 bedoelde producten voldoen aan:

a)de aanvullende garanties die zijn aangegeven in kolom 5 van de tabel in bijlage I, deel 1;

b)de bijzondere voorwaarden in kolom 6 en waar van toepassing de uiterste data in kolom 6A en de aanvangsdata in kolom 6B van de tabel in bijlage I, deel 1;

c)de aanvullende garanties inzake diergezondheid, indien de lidstaat van bestemming die vereist en zij in het certificaat worden genoemd;

d)de beperkingen met betrekking tot de goedkeuring van een salmonellabestrijdingsprogramma, alleen als dat in de desbetreffende kolom van de tabel in bijlage I, deel 1, is aangegeven.

Artikel 6

Onderzoek-, bemonsterings- en testprocedures

Indien voor de invoer van producten in de Gemeenschap overeenkomstig de certificaten onderzoek, bemonstering en tests op aviaire influenza, mycoplasma, Newcastle disease, salmonella en andere voor de dier- of volksgezondheid relevante pathogenen vereist zijn, mogen die producten alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd wanneer het onderzoek, de bemonstering en de tests door de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land of in voorkomend geval door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming zijn verricht overeenkomstig bijlage III.

Artikel 7

Melding van ziekten

Producten mogen alleen uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten in de Gemeenschap worden ingevoerd als het betrokken derde land:

▼M2

a)de Commissie binnen 24 uur na bevestiging van een eerste uitbraak van LPAI, HPAI of Newcastle disease in kennis stelt van de ziektesituatie;

b)virusisolaten van eerste uitbraken van HPAI en Newcastle disease onverwijld naar het communautaire referentielaboratorium voor aviaire influenza en Newcastle disease (18) stuurt; dit is niet vereist voor de invoer van eieren, eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit de invoer van die producten in de Gemeenschap toegestaan is;

▼B

c)de Commissie op gezette tijden informeert over de ziektesituatie.



HOOFDSTUK III

DIERGEZONDHEIDSTATUS VAN DERDE LANDEN, GEBIEDEN, ZONES OF COMPARTIMENTEN VAN HERKOMST TEN AANZIEN VAN AVIAIRE INFLUENZA EN NEWCASTLE DISEASE

Artikel 8

Derde landen, gebieden, zones of compartimenten die vrij zijn van aviaire influenza

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt een derde land, gebied, zone of compartiment waaruit de producten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, beschouwd als vrij van aviaire influenza als:

a)zich in het derde land, het gebied, de zone of het compartiment ten minste twaalf maanden voorafgaande aan de certificering door de officiële dierenarts geen aviaire influenza heeft voorgedaan;

b)gedurende ten minste zes maanden voorafgaande aan de onder a) bedoelde certificering een bewakingsprogramma voor aviaire influenza overeenkomstig artikel 10 is uitgevoerd, als dat in het certificaat wordt vereist.

2. Indien zich een uitbraak van aviaire influenza voordoet in een derde land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van die ziekte was overeenkomstig lid 1, wordt het derde land, het gebied, de zone of het compartiment opnieuw als vrij van aviaire influenza beschouwd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)in geval van HPAI is een ruimingsbeleid gehanteerd om de ziekte te bestrijden;

b)in geval van LPAI is een ruimingsbeleid gehanteerd of het pluimvee geslacht om de ziekte te bestrijden;

c)alle besmette inrichtingen zijn naar behoren gereinigd en ontsmet;

d)er is gedurende ten minste drie maanden na de onder c) bedoelde reiniging en ontsmetting een bewakingsprogramma voor aviaire influenza uitgevoerd overeenkomstig bijlage IV, deel II, met negatief resultaat.

Artikel 9

Derde landen, gebieden, zones of compartimenten die vrij zijn van HPAI

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt een derde land, gebied, zone of compartiment waaruit de producten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, beschouwd als vrij van HPAI als die ziekte zich gedurende ten minste twaalf maanden voorafgaande aan de certificering door de officiële dierenarts niet in dat derde land, dat gebied, die zone of dat compartiment heeft voorgedaan.

2. Indien zich een uitbraak van HPAI voordoet in een derde land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van die ziekte was overeenkomstig lid 1, wordt het derde land, het gebied, de zone of het compartiment opnieuw als vrij van HPAI beschouwd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)er is een ruimingsbeleid gehanteerd om de ziekte te bestrijden en alle besmette inrichtingen zijn naar behoren gereinigd en ontsmet;

b)er is gedurende ten minste drie maanden na de ruiming en de reiniging en ontsmetting als bedoeld onder a) een bewakingsprogramma voor aviaire influenza uitgevoerd overeenkomstig bijlage IV, deel II.

Artikel 10

Bewakingsprogramma voor aviaire influenza

Indien het certificaat een bewakingsprogramma voor aviaire influenza vereist, mogen de producten alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten als:

a)het derde land, het gebied, de zone of het compartiment in kwestie gedurende ten minste zes maanden een bewakingsprogramma voor aviaire influenza toepast, hetgeen is aangegeven in kolom 7 van de tabel in bijlage I, deel 1, en dat programma voldoet aan de eisen:

i)van bijlage IV, deel I, of

ii)van de Terrestrial Animal Health Code van de OIE (19);

b)het derde land de Commissie in kennis stelt van wijzigingen in zijn bewakingsprogramma voor aviaire influenza.

Artikel 11

Vaccinatie tegen aviaire influenza

Indien in derde landen, gebieden, zones of compartimenten tegen aviaire influenza wordt gevaccineerd, mogen pluimvee of van gevaccineerd pluimvee afkomstige producten alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd als:

a)het derde land tegen aviaire influenza vaccineert overeenkomstig een vaccinatieprogramma dat is aangegeven in kolom 8 van de tabel in bijlage I, deel 1, en dat programma voldoet aan de voorschriften van bijlage V;

b)het derde land de Commissie in kennis stelt van wijzigingen in zijn vaccinatieprogramma tegen aviaire influenza.

Artikel 12

Derde landen, gebieden, zones of compartimenten die vrij zijn van Newcastle disease

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt een derde land, gebied, zone of compartiment waaruit de producten in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, beschouwd als vrij van Newcastle disease als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)in het derde land, het gebied, de zone of het compartiment hebben zich ten minste twaalf maanden voorafgaande aan de certificering door de officiële dierenarts geen uitbraken van Newcastle disease bij pluimvee voorgedaan;

b)er heeft gedurende ten minste de onder a) genoemde periode geen vaccinatie tegen Newcastle disease plaatsgevonden met vaccins die niet voldoen aan de criteria voor erkende vaccins tegen Newcastle disease in bijlage VI.

2. Indien zich een uitbraak van Newcastle disease voordoet in een derde land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van die ziekte was overeenkomstig lid 1, wordt het derde land, het gebied, de zone of het compartiment opnieuw als vrij van Newcastle disease beschouwd indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)er is een ruimingsbeleid gehanteerd om de ziekte te bestrijden;

b)alle besmette inrichtingen zijn naar behoren gereinigd en ontsmet;

c)gedurende ten minste drie maanden na de ruiming en de reiniging en ontsmetting als bedoeld onder a), respectievelijk b):

i)kan de bevoegde autoriteit van het derde land aan de hand van geïntensiveerd onderzoek, inclusief laboratoriumtests, in verband met de uitbraak aantonen dat de ziekte niet in het derde land, het gebied, de zone of het compartiment aanwezig is;

ii)heeft er geen vaccinatie tegen Newcastle disease plaatsgevonden met vaccins die niet voldoen aan de criteria voor erkende vaccins tegen Newcastle disease in bijlage VI.

Artikel 13

Afwijkingen betreffende het gebruik van vaccins tegen Newcastle disease

1. In afwijking van artikel 12, lid 1, onder b), en lid 2, onder c) ii), wordt een derde land, gebied, zone of compartiment voor de in artikel 1, lid 1, onder a), genoemde producten beschouwd als vrij van Newcastle disease als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)het derde land, het gebied, de zone of het compartiment staat toe dat vaccins worden gebruikt die voldoen aan de algemene criteria van bijlage VI, deel I, maar niet aan de specifieke criteria van deel II van die bijlage;

b)aan de aanvullende gezondheidsvoorschriften in bijlage VII, deel I, wordt voldaan.

2. In afwijking van artikel 12, lid 1, onder b), en lid 2, onder c) ii), wordt een derde land, gebied, zone of compartiment waaruit de invoer van vlees van pluimvee in de Gemeenschap toegestaan is, voor de in artikel 1, lid 1, onder b), genoemde producten beschouwd als vrij van Newcastle disease als aan de aanvullende gezondheidsvoorschriften van bijlage VII, deel II, wordt voldaan.



HOOFDSTUK IV

SPECIFIEKE INVOERVOORWAARDEN

Artikel 14

Specifieke invoervoorwaarden voor pluimvee, broedeieren en eendagskuikens

1. Naast de voorwaarden van de hoofdstukken II en III gelden de volgende specifieke voorwaarden voor de invoer van:

a)fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, en broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels: de voorschriften van bijlage VIII;

b)fok- en gebruiksloopvogels en broedeieren en eendagskuikens daarvan: de voorschriften van bijlage IX.

2. De in lid 1 genoemde voorwaarden zijn niet van toepassing op individuele zendingen van minder dan 20 eenheden pluimvee (met uitzondering van loopvogels), broedeieren of eendagskuikens daarvan.

Artikel 15

Specifieke voorwaarden voor de invoer van van specifieke pathogenen vrije eieren

Naast de voorschriften van de artikelen 3 tot en met 6 voldoen van specifieke pathogenen vrije eieren bij invoer in de Gemeenschap aan de volgende voorschriften:

a)zij zijn gemerkt met een stempel met de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst;

b)de verpakkingen van van specifieke pathogenen vrije eieren bevatten uitsluitend eieren uit hetzelfde derde land van herkomst, van dezelfde inrichting en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

i)de onder a) bedoelde op de eieren voorkomende informatie;

ii)een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending van specifieke pathogenen vrije eieren bevat;

iii)de naam of firmanaam en het adres van de verzender;

c)van specifieke pathogenen vrije eieren die in de Gemeenschap worden ingevoerd, worden nadat zij bij de invoercontrole in orde zijn bevonden rechtstreeks naar hun eindbestemming vervoerd.

Artikel 16

Specifieke voorwaarden voor het vervoer van pluimvee en eendagskuikens

Pluimvee en eendagskuikens die in de Gemeenschap worden ingevoerd:

a)worden niet geladen op een vervoermiddel waarmee pluimvee en eendagskuikens met een lagere gezondheidsstatus worden vervoerd.

b)worden tijdens het vervoer naar de Gemeenschap niet door een derde land, gebied, zone of compartiment vervoerd waaruit zij niet in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, en worden daar niet gelost.

Artikel 17

Specifieke voorwaarden voor de invoer van vlees van loopvogels

Alleen vlees van loopvogels waarop de beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts van bijlage X, deel II, zijn toegepast, mag in de Gemeenschap worden ingevoerd.



HOOFDSTUK V

SPECIFIEKE DOORVOERVOORWAARDEN

▼M15

Artikel 18

Afwijkingen voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen

1. In afwijking van artikel 4, lid 4, is de doorvoer, over de weg of per spoor tussen de in de bijlage bij Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (20) genoemde grensinspectieposten in Letland, Litouwen en Polen, van zendingen vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, inclusief loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren, afkomstig uit en bestemd voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, onder de volgende voorwaarden toegestaan:

a)de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst in Letland, Litouwen of Polen door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

b)de documenten die de zending vergezellen, als vastgesteld in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst in Letland, Litouwen of Polen voorzien van het stempel „ALLEEN VOOR DOORVOER DOOR DE EU NAAR RUSLAND”;

c)er wordt voldaan aan de procedurele voorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG;

d)de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst in Letland, Litouwen of Polen heeft op het gemeenschappelijke veterinaire document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

▼M26

2. In afwijking van artikel 4, lid 4, is de doorvoer, over de weg of per spoor tussen de in de bijlage bij Beschikking 2009/821/EG genoemde grensinspectieposten in Litouwen, van zendingen eieren, eiproducten en vlees van pluimvee, afkomstig uit Belarus en bestemd voor het Russische gebied Kaliningrad, onder de volgende voorwaarden toegestaan:

▼M15

a)de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst in Litouwen door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

b)de documenten die de zending vergezellen, als vastgesteld in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst in Litouwen voorzien van het stempel „ALLEEN VOOR DOORVOER VIA LITOUWEN NAAR RUSLAND”;

c)er wordt voldaan aan de procedurele voorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG;

d)de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst in Litouwen heeft op het gemeenschappelijke veterinaire document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

3. De in de leden 1 en 2 bedoelde zendingen mogen niet in de Unie worden gelost of opgeslagen, als bedoeld in artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG.

4. De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen als bedoeld in de leden 1 en 2 en de overeenkomstige hoeveelheden producten, die de Unie binnengekomen zijn respectievelijk verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.

▼M25

Artikel 18 bis

Afwijking voor doorvoer door Kroatië van zendingen afkomstig uit Bosnië en Herzegovina die bestemd zijn voor derde landen

1. In afwijking van artikel 4, lid 4, is de rechtstreekse doorvoer over de weg tussen de grensinspectiepost van Nova Sela en de grensinspectiepost van Ploče van zendingen vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren, afkomstig uit Bosnië en Herzegovina en bestemd voor derde landen, onder de volgende voorwaarden toegestaan:

a)de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst door de officiële dierenarts verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;

b)de documenten die de zending vergezellen, zoals bepaald in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts in de grensinspectiepost van binnenkomst voorzien van het stempel „ALLEEN VOOR DOORVOER DOOR DE EU NAAR DERDE LANDEN”;

c)aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan;

d)de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie (21) genoemde Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.

2. Dergelijke zendingen mogen niet overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG in de Unie worden gelost of opgeslagen.

3. De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen en de hoeveelheden producten die het grondgebied van de Unie binnenkomen zijn respectievelijk verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.

▼B



HOOFDSTUK VI

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

Intrekking

De Beschikkingen 93/342/EEG, 94/438/EG en 2006/696/EG worden ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken beschikkingen gelden als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de in bijlage XII opgenomen concordantietabel.

Artikel 20

Overgangsbepalingen

Producten waarvoor de desbetreffende veterinaire certificaten zijn afgegeven overeenkomstig de Beschikkingen 93/342/EEG, 94/438/EG en 2006/696/EG mogen tot en met 15 februari 2009 in de Gemeenschap ingevoerd of door de Gemeenschap doorgevoerd worden.

Artikel 21

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

PLUIMVEE, BROEDEIEREN, EENDAGSKUIKENS, VAN SPECIFIEKE PATHOGENEN VRIJE EIEREN, VLEES, GEHAKT VLEES, SEPARATORVLEES, EIEREN EN EIPRODUCTEN

▼M7

DEEL 1

Lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten



ISO-code en naam van het derde land of gebied

Code van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment

Beschrijving van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment

Veterinair certificaat

Bijzondere voorwaarden

Bijzondere voorwaarden

Status t.a.v. bewaking aviaire influenza

Status t.a.v. vaccinatie aviaire influenza

Status salmonellabestrijding

Model(len)

Aanvullende garanties

Uiterste datum (1)

Aanvangs-datum (2)

1

2

3

4

5

6

6A

6B

7

8

9

AL – Albanië

AL-0

Het hele land

EP, E

S4

AR – Argentinië

AR-0

Het hele land

SPF

POU, RAT, EP, E

A

S4

WGM

VIII

AU – Australië

AU-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

BPP, DOC, HEP, SRP

S0, ST0

BPR

I

DOR

II

HER

III

POU

VI

RAT

VII

BR – Brazilië

BR-0

Het hele land

SPF

BR-1

De staten:

Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Paraná, São Paulo en Mato Grosso do Sul

RAT, BPR, DOR, HER, SRA

N

A

BR-2

De staten:

Mato Grosso, Paraná, Rio Grande do Sul, Santa Catarina en São Paulo

BPP, DOC, HEP, SRP

N

S5, ST0

BR-3

Het Distrito Federal en de staten:

Goiás, Minas Gerais, Mato Grosso, Mato Grosso do Sul, Paraná, Rio Grande do Sul, Santa Catarina en São Paulo

WGM

VIII

EP, E, POU

N

S4

BW – Botswana

BW-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

BPR

I

DOR

II

HER

III

RAT

VII

▼M26

BY – Belarus

BY-0

Het hele land

EP, E en POU (alleen voor doorvoer door Litouwen)

IX

▼M7

CA – Canada

CA-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

BPR, BPP, DOR, HER, SRA, SRP

N

A

S1, ST1

DOC, HEP

L, N

WGM

VIII

POU, RAT

N

CH – Zwitserland

CH-0

Het hele land

(3)

A

(3)

CL – Chili

CL-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRA, SRP

N

A

S0, ST0

WGM

VIII

POU, RAT

N

CN – China

CN-0

Het hele land

EP

CN-1

De provincie Shandong

POU, E

VI

P2

6.2.2004

S4

GL – Groenland

GL-0

Het hele land

SPF

EP, WGM

HK – Hongkong

HK-0

Het hele grondgebied van de Speciale Administratieve Regio Hongkong

EP

▼M24 —————

▼M19

IL – Israël

IL-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

IL-1

Het gebied van Israël met uitzondering van IL-2, IL-3 en IL-4

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRP

N

A

S5, ST1

WGM

VIII

POU, RAT

N

IL-2

Het gebied van Israël binnen de volgende grenzen:

— in het westen: weg nummer 4,

— in het zuiden: weg nummer 5812, die aansluit op weg nummer 5815,

— in het oosten: het veiligheidshek tot weg nummer 6513,

— in het noorden: weg nummer 6513 tot het kruispunt met weg 65. Vanaf dit punt in een rechte lijn tot de ingang van Givat Nili en vandaar in een rechte lijn tot het kruispunt van de wegen 652 en 4.

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRP

N, P2

1.5.2010

A

S5, ST1

WGM

VIII

P2

1.5.2010

POU, RAT

N, P2

1.5.2010

IL-3

Het gebied van Israël binnen de volgende grenzen:

— in het noorden: weg 386 tot de gemeentegrenzen van Jeruzalem, de Refaim-rivier, de voormalige grens tussen Israël en Jordanië („groene lijn”),

— in het oosten: weg 356,

— in het zuiden: wegen 8670, 3517 en 354,

— in het westen: een rechte lijn naar het noorden tot weg 367, langs weg 367 naar het westen en dan naar het noorden tot weg 375 en ten westen van het dorp Matta een noord-noordoostelijke lijn tot weg 386.

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRP

N, P2

14.6.2011

A

S5, ST1

WGM

VIII

P2

14.6.2011

POU, RAT

N, P2

14.6.2011

IL-4

Het gebied van Israël binnen de volgende grenzen:

— aansluiting van de grens tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (Gazastrook) met de grens tussen Israël en Egypte,

— naar het zuiden langs de grens tussen Israël en Egypte tot breedtegraad 31° 06′ N,

— naar het oosten op breedtegraad 31° 06′ N tot lengtegraad 34° 26′ E,

— een rechte lijn naar het noorden tot de aansluiting Nassi (aansluiting van de wegen 264 en 25),

— weg 264 naar het noorden tot de aansluiting Bet Kama (aansluiting van de wegen 264 en 40),

— naar het oosten op breedtegraad 31° 27′ N tot lengtegraad 34° 52′ E,

— naar het noorden op lengtegraad 34° 52′ E tot weg 353,

— een rechte lijn tot de kruising van weg 40 en breedtegraad 31° 40′ N,

— naar het westen op breedtegraad 31° 40′ N tot de zee,

— naar het zuiden langs de Middellandse Zeekust tot de grens tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (Gazastrook),

— naar het zuiden langs de grens tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (Gazastrook).

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRP

N, P2

8.3.2012

22.6.2012

A

S5, ST1

WGM

VIII

P2

8.3.2012

22.6.2012

POU, RAT

N, P2

8.3.2012

22.6.2012

▼M7

IN – India

IN-0

Het hele land

EP

IS – IJsland

IS-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

KR – Republiek Korea

KR-0

Het hele land

EP, E

S4

ME – Montenegro

ME-O

Het hele land

EP

MG – Madagaskar

MG-0

Het hele land

SPF

EP, E, WGM

S4

MY – Maleisië

MY-0

MY-1

Westelijk schiereiland

EP

E

P2

6.2.2004

S4

MK – Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (4)

MK-0 (4)

Het hele land

EP

▼M23

MX — Mexico

MX-0

Het hele land

SPF

EP

P2

17 mei 2013

▼M7

NA – Namibië

NA-0

Het hele land

SPF

BPR

I

DOR

II

HER

III

RAT, EP, E

VII

S4

NC – Nieuw-Caledonië

NC-0

Het hele land

EP

NZ – Nieuw-Zeeland

NZ-0

Het hele land

SPF

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRA, SRP

S0, ST0

WGM

VIII

EP, E, POU, RAT

S4

PM – Saint-Pierre en Miquelon

PM-0

Het hele grondgebied

SPF

RS – Servië (5)

RS-0 (5)

Het hele land

EP

▼M20

RU – Rusland

RU-0

Het hele land

EP, E, POU

S4

▼M7

SG – Singapore

SG-0

Het hele land

EP

▼M18

TH — Thailand

TH-0

Het hele land

SPF, EP

WGM

VIII

1.7.2012

POU, RAT

1.7.2012

E

1.7.2012

S4

▼M11

TN — Tunesië

TN-0

Het hele land

SPF

DOR, BPR, BPP, HER

S0, ST0

WGM

VIII

EP, E, POU, RAT

S4

▼M7

TR – Turkije

TR-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

▼M21

UA – Oekraïne

UA-0

Het hele land

E, EP, POU, RAT, WGM

S4

▼M7

US – Verenigde Staten van Amerika

US-0

Het hele land

SPF

BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SRA, SRP

N

A

S3, ST1

WGM

VIII

EP, E, POU, RAT

N

S4

UY – Uruguay

UY-0

Het hele land

SPF

EP, E, RAT

S4

▼M17

ZA – Zuid-Afrika

ZA-0

Het hele land

SPF

EP, E

S4

BPR

I

P2

9 april 2011

A

DOR

II

HER

III

RAT

VII

P2

9 april 2011

▼M7

ZW – Zimbabwe

ZW-0

Het hele land

RAT

VII

EP, E

S4

(1)Vóór deze datum vervaardigde producten, ook indien zij zich op volle zee bevinden, mogen nog gedurende negentig dagen vanaf deze datum in de Unie worden ingevoerd.

(2)Alleen na deze datum vervaardigde producten mogen in de Unie worden ingevoerd.

(3)Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).

(4)Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; voorlopige code die geen gevolgen heeft voor de definitieve naam van dit land, die zal worden vastgelegd na afsluiting van de onderhandelingen die momenteel in het kader van de Verenigde Naties worden gevoerd.

(5)Exclusief Kosovo als omschreven in Resolutie 1244 van 10 juni 1999 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(6)Alleen voor doorvoer overeenkomstig artikel 4, lid 4, en artikel 5.

▼B

DEEL 2

Modellen van veterinaire certificaten

Model:

„BPP”

:

Veterinaircertificaat voor fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels

„BPR”

:

Veterinair certificaat voor fok- of gebruiksloopvogels

„DOC”

:

Veterinair certificaat voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels

„DOR”

:

Veterinair certificaat voor eendagskuikens van loopvogels

„HEP”

:

Veterinaircertificaat voor broedeieren van pluimvee met uitzondering van loopvogels

„HER”

:

Veterinaircertificaat voor broedeieren van loopvogels

„SPF”

:

Veterinair certificaat voor van specifieke pathogenen vrije eieren

„SRP”

:

Veterinair certificaat voorslachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet met uitzonderingvan loopvogels

„SRA”

:

Veterinaircertificaat voor slachtloopvogels

„POU”

:

Model van veterinair certificaat voor vlees van pluimvee

„POU-MI/MSM”

:

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee

„RAT”

:

Veterinaircertificaat voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie

„RAT-MI/MSM”

:

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie

„WGM”

:

Veterinair certificaat voor vlees van vrij vederwild

„WGM-MI/MSM”

:

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van vrij vederwild

„E”

:

Veterinair certificaat voor eieren

„EP”

:

Veterinair certificaat voor eiproducten

Aanvullende garanties (AG):

„I”

:

Garanties voor fok- en gebruiksloopvogels, van herkomst uit een derde land, gebied of zone dat/die niet vrij is van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model BPR

„II”

:

Garanties voor eendagskuikens van loopvogels, van herkomst uit een derde land, gebied of zone dat/die niet vrij is van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model DOR

„III”

:

Garanties voor broedeieren van loopvogels, van herkomst uit een derde land, gebied of zone dat/die niet vrij is van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model HER

▼M1 —————

▼B

„V”

:

Garanties voor slachtloopvogels, van herkomst uit een derde land, gebied of zone dat/die niet vrij is van Newcastle disease, gecertificeerd overeenkomstig model SRA

„VI”

:

Aanvullende garanties voor vlees van pluimvee overeenkomstig model POU

„VII”

:

Aanvullende garanties voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie, gecertificeerd overeenkomstig model RAT

„VIII”

:

Aanvullende garanties voor vlees van vrij vederwild overeenkomstig model WGM

▼M26

„IX”

:

Alleen de doorvoer door Litouwen van zendingen eieren, eiproducten en vlees van pluimvee van oorsprong uit Belarus en bestemd voor het Russische gebied Kaliningrad is toegestaan, mits aan artikel 18, leden 2 tot en met 4, wordt voldaan.

▼M1

Salmonellabestrijdingsprogramma:

„S0”

Verbod van uitvoer naar de Gemeenschap van fok- of gebruikspluimvee van Gallus gallus, eendagskuikens van Gallus gallus, slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet van Gallus gallus, en broedeieren van Gallus gallus omdat geen relevant programma ter bestrijding van salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„S1”

Verbod van uitvoer naar de Gemeenschap van fok- of gebruikspluimvee van Gallus gallus, eendagskuikens van Gallus gallus, en slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet van Gallus gallus voor andere doeleinden dan de fok omdat geen relevant programma ter bestrijding van salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„S2”

Verbod van uitvoer naar de Gemeenschap van fok- of gebruikspluimvee van Gallus gallus, eendagskuikens van Gallus gallus, en slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet van Gallus gallus voor andere doeleinden dan de fok of de leg omdat geen relevant programma ter bestrijding van salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„S3”

Verbod van uitvoer naar de Gemeenschap van fok- of gebruikspluimvee van Gallus gallus en slachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet van Gallus gallus voor andere doeleinden dan de fok omdat geen relevant programma ter bestrijding van salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„S4”

Verbod van uitvoer naar de Gemeenschap van eieren van Gallus gallus, andere dan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 557/2007 in klasse B ingedeelde eieren, omdat geen relevant programma ter bestrijding van salmonella overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

▼M5

„S5”

Verbod van uitvoer naar de Unie van fok- of gebruikspluimvee van Gallus gallus (BPP), slachtpluimvee en pluimvee voor herbevolking (SRP) van Gallus gallus, omdat geen salmonellabestrijdingsprogramma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„ST0”

Verbod van uitvoer naar de Unie van, wat kalkoenen betreft, fok- of gebruikspluimvee (BPP), eendagskuikens (DOC), slachtpluimvee, pluimvee voor herbevolking (SRP) en broedeieren (HEP), omdat geen relevant salmonellabestrijdingsprogramma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

„ST1”

Verbod van uitvoer naar de Unie van, wat kalkoenen betreft, fok- of gebruikspluimvee (BPP), slachtpluimvee en pluimvee voor herbevolking (SRP), omdat geen relevant salmonellabestrijdingsprogramma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2160/2003 bij de Commissie is ingediend of door haar is goedgekeurd.

▼B

Bijzondere voorwaarden:

„P2”

:

Verbod op invoer in en doorvoer door de Gemeenschap vanwege beperkingen in verband met een uitbraak van HPAI

„P3”

:

Verbod op invoer in en doorvoer door de Gemeenschap vanwege beperkingen in verband met een uitbraak van Newcastle Disease

▼M3

„N”

:

Er zijn garanties verstrekt dat de wetgeving inzake de bestrijding van Newcastle disease in het derde land of gebied gelijkwaardig is aan die in de EU. In geval van een uitbraak van Newcastle disease mag de invoer uit het derde land of gebied verder worden toegestaan zonder wijziging van de code van het derde land of gebied. De invoer in de EU uit delen waarvoor de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land of gebied officiële beperkende maatregelen heeft ingesteld in verband met een uitbraak van die ziekte, is echter van rechtswege verboden.

„L”

:

Er zijn garanties verstrekt dat de wetgeving inzake de bestrijding van aviaire influenza in het derde land of gebied gelijkwaardig is aan die in de EU. In geval van een uitbraak van laagpathogene aviaire influenza mag de invoer uit het derde land of gebied verder worden toegestaan zonder wijziging van de code van het derde land of gebied. De invoer in de EU uit delen waarvoor de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land of gebied officiële beperkende maatregelen heeft ingesteld in verband met een uitbraak van die ziekte, is echter van rechtswege verboden.

▼B

Bewakingsprogramma voor en vaccinatieprogramma tegen aviaire influenza:

„A”

:

Derde land, gebied, zone of compartiment voert een bewakingsprogramma voor aviaire influenza uit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008

„B”

:

Derde land, gebied, zone of compartiment voert een vaccinatieprogramma tegen aviaire influenza uit overeenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008

Opmerkingen

Algemene opmerkingen:

a)De op basis van de modellen in deel 2 van deze bijlage voor het desbetreffende product opgestelde veterinaire certificaten worden afgegeven door het derde land, het gebied, de zone respectievelijk het compartiment van uitvoer. Zij bevatten in de in het model aangegeven volgorde de verklaringen die voor elk derde land vereist zijn en, indien van toepassing, ook de aanvullende gezondheidsvoorschriften die vereist zijn voor het derde land, het gebied, de zone respectievelijk het compartiment van uitvoer.

Indien door de EU-lidstaat van bestemming voor het betreffende product aanvullende garanties zijn vereist, worden deze ook in het originele veterinaire certificaat opgenomen.

b)Voor iedere zending van de desbetreffende producten die in dezelfde spoorwagon, vrachtwagen, hetzelfde vliegtuig of hetzelfde schip uit een gebied dat is opgenomen in de kolommen 2 en 3 van deel 1 van deze bijlage naar dezelfde bestemming wordt vervoerd, wordt een afzonderlijk certificaat overgelegd.

c)Het originele exemplaar van elk certificaat bestaat uit één blad waarvan de beide zijden worden bedrukt, of heeft een zodanige vorm dat alle bladzijden één ondeelbaar geheel vormen.

d)Het certificaat wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de EU-lidstaat waar de grenscontrole zal worden uitgevoerd en van de EU-lidstaat van bestemming. Die lidstaten kunnen evenwel toestaan dat in plaats van de eigen taal een andere communautaire taal wordt gebruikt, indien nodig vergezeld van een officiële vertaling.

e)Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending extra bladen aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat, mits elke bladzijde voorzien is van de handtekening en het stempel van de certificerende officiële dierenarts.

f)Indien het certificaat, inclusief de onder e) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan aldus genummerd „–x (bladzijdenummer) van y (totaal aantal bladzijden)–” en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.

g)Het originele exemplaar van het certificaat moet door een officiële dierenarts worden ingevuld en ondertekend binnen 24 uur vóór het laden van de zending voor invoer in de Gemeenschap, tenzij anders vermeld. De bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer moeten er daarbij op toezien dat beginselen van certificering worden toegepast die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG.

De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels of watermerken.

h)Het originele exemplaar van het certificaat vergezelt de zending tot in de EU-grensinspectiepost.

Aanvullende opmerkingen voor pluimvee en eendagskuikens:

i)Het certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van afgifte, tenzij anders vermeld.

In het geval van vervoer per schip wordt de geldigheidstermijn verlengd met de duur van de reis. Daartoe wordt het origineel van een verklaring van de kapitein, opgesteld overeenkomstig bijlage II, aan het veterinair certificaat gehecht.

j)Pluimvee en eendagskuikens worden niet vervoerd samen met pluimvee en eendagskuikens die niet voor de Europese Gemeenschap bestemd zijn of een lagere gezondheidsstatus hebben.

k)Pluimvee en eendagskuikens mogen tijdens het vervoer naar de Gemeenschap niet door een derde land, gebied, zone of compartiment worden vervoerd waaruit zij niet in de Gemeenschap mogen worden ingevoerd, of daar worden gelost.

▼M3

Veterinaircertificaat voor fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels(BPP)LANDVeterinaircertificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Fokken £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieHoeveelheid

LANDBPP(fok- of gebruikspluimvee m.u.v. loopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven pluimvee(1) aan de volgende voorwaarden voldoet:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2de dieren hebbenverbleven in:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3) (4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]en wel ten minstede laatste drie maanden of sinds zij zijn uitgebroed indien zij jonger zijndan drie maanden. Indien zij in het land, het gebied, de zone of het compartimentvan herkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstig veterinaire voorschriftendie ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen van Richtlijn2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (12) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]a)dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;b)waar een bewakingsprogramma voor aviaire influenza wordt uitgevoerdovereenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op dedatum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren) van hoogpathogene aviaireinfluenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008, en(3) hetzij[a)het pluimvee is afkomstig van een inrichting waarin binnen 21 dagenvoorafgaande aan de invoer in de EU met negatief resultaat bewaking voor aviaireinfluenza is uitgevoerd;](3) hetzij[a)het pluimvee is de laatste 21 dagen voor de invoer in de EU afgezonderdgehouden van andere vogels en er is met negatief resultaat een virusdetectietestuitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza, op een aselecte steekproefvan cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs van ten minste 60 dieren inde zending of van alle dieren indien de zending uit minder dan 60 dieren bestaat;]b)het pluimvee is afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.5zij zijn afkomstig uit een koppel dat niet tegen aviaire influenzais ingeënt;II.1.6zij zijn afkomstigvan de in vak I.11 van deel I genoemde inrichting(en), die officieel is (zijn)erkend overeenkomstig voorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aande voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, waar zij sindszij zijn uitgebroed of ten minste de laatste zes weken vóór uitvoer hebbenverbleven, ena)waarvan de erkenningniet is geschorst of ingetrokken;b)waarvoor op het tijdstip van verzending geen veterinairrechtelijkeverbodsbepalingen golden;c)waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomendgeval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastledisease heeft voorgedaan;II.1.7zij zijn afkomstiguit een koppel:a)dat maximaal 24 uur voor het inladen is onderzocht engeen klinische ziekteverschijnselen vertoonde en er niet van werd verdachtte zijn besmet;

b)waarvoor een gezondheidsbewakingsprogrammais toegepast ten aanzien van:(3) hetzij[Salmonella Pullorum, S. Gallinarum en Mycoplasma gallisepticum (kippen);](3) hetzij[Salmonella arizonae (serogroepO:18(K)), S. Pullorumen S. Gallinarum, Mycoplasma meleagridis en M.gallisepticum (kalkoenen);](3) hetzij[Salmonella Pullorum en S. Gallinarum (parelhoenders,kwartels, fazanten, patrijzen en eenden);]overeenkomstig hoofdstuk III vanbijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, waarbij is gebleken dat het koppel nietmet deze ziekteverwekkers besmet is en er evenmin van verdacht wordt te zijnbesmet;(3) hetzij[c)dat niet is ingeënttegen Newcastle disease;](3) hetzij[c)dat tegen Newcastledisease is ingeënt met:(naam en type (levend of geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van …weken;](5) en/of[d)dat op met een officieel goedgekeurd vaccin ingeënttegen … (indien nodig herhalen);] …II.1.8de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;II.1.9zij zijn in de onderII.1.6 genoemde periode niet in contact geweest met pluimvee dat niet aande voorwaarden van dit certificaat voldoet, noch met wilde vogels.II.2Aanvullende garanties inzake de volksgezondheid(6)[II.2.1Het in artikel 10 van Verordening (EG) nr.2160/2003 bedoelde programmater bestrijding van salmonella en de specifieke voorschriften van Verordening(EG) nr.1177/2006 voor het gebruik van antimicrobiële stoffen en vaccinszijn toegepast op het koppel van herkomst en het koppel is getest op salmonellaserotypendie van belang zijn voor de volksgezondheid.Datum van de laatstebemonstering van het koppel waarvan het testresultaat bekend is: …(dd/mm/jjjj);Resultaat van alletests in het koppel:(3) (7) hetzij[positief;](3) (7) hetzij[negatief;]De laatste drieweken vóór invoer werden om andere redenen dan het programma ter bestrijdingvan salmonella:(3) hetzij[geen antimicrobiëlestoffen toegediend aan het fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels;](3) (8) hetzij[de volgende antimicrobiëlestoffen toegediend aan het fok- of gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels:…;]](6) [II.2.2In het geval van fokpluimveewerd noch Salmonella Enteritidis,noch Salmonella Typhimuriumgevonden in het kader van het onder II.2.1 bedoelde bestrijdingsprogramma.]II.3Aanvullende garanties inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(9)[II.3.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaat met de in artikel 15,lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, is het in dit certificaatbeschreven pluimvee:a)niet ingeënt tegenNewcastle disease;b)de laatste 14 dagenvóór verzending onder toezicht van een officiële dierenarts in een inrichtingafgezonderd gehouden. In dit verband heeft op de inrichting van herkomst ofin het quarantainestation, naargelang van het geval, geen pluimvee verblevendat in de laatste 21 dagen vóór verzending tegen Newcastle disease is ingeënt,en is daar in die periode, met uitzondering van de voor verzending bestemdedieren, geen enkele vogel binnengebracht;c)in de laatste 14 dagen vóór verzendingnegatief gebleken bij een serologische test op de aanwezigheid van antilichamentegen Newcastle disease;]

(5) [II.3.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:,](9) [II.3.3wanneer de dieren bestemd zijn voor Finland ofZweden:(3) hetzij[hebben zij, alshet om fokpluimvee gaat, negatief gereageerd op tests overeenkomstig Beschikking2003/644/EG;](3) hetzij[hebben zij, alshet om legkippen (gebruikspluimvee dat wordt gehouden voor de productie vanconsumptie-eieren) gaat, negatief gereageerd op tests overeenkomstig Beschikking2004/235/EG.]]II.4Aanvullende gezondheidsvoorschriften(10)[Ondergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:hoewel het gebruik van vaccins tegenNewcastle disease die niet aan de in bijlage VI, deel II, bij Verordening(EG) nr.798/2008 vastgestelde specifieke criteria voldoen, niet verbodenis in:(2) (3)hetzij[het gebied met code …;](3) (4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]is het in dit certificaat beschrevenpluimvee:a)ten minste de laatste 12 maanden niet met dergelijke vaccins ingeënt;b)afkomstig uit eenof meer koppels die in een officieel laboratorium in de 14 dagen vóór verzendingeen virusisolatietest op Newcastle disease hebben ondergaan, uitgevoerd opeen aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 dieren per koppel,waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex(ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;c)in de 60 dagen vóór verzending nietin contact geweest met pluimvee dat niet voldoet aan de voorwaarden ondera) en b);d)in de onder b) genoemde 14 dagen onder officiële bewaking op de inrichtingvan herkomst afgezonderd gehouden.](11) II.5Verklaring inzake het vervoer van de dierenOndergetekende, officieel dierenarts,verklaart dat het in dit certificaat beschreven pluimvee in kratten of kooienwordt vervoerd:a)die uitsluitend pluimvee van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstigvan dezelfde inrichting, bevatten;b)waarop het erkenningsnummer van deinrichting van herkomst is aangebracht;c)die volgens de instructiesvan de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoudonmogelijk is;d)die, evenals de voertuigen waarmee ze worden vervoerd, zo zijn ontworpendat:i)tijdens het vervoer geen uitwerpselen en zo weinig mogelijk veren kunnenworden verloren;ii)het pluimvee visueel kan worden geïnspecteerd;iii)zij kunnen worden gereinigd en ontsmet;e)die, evenals devoertuigen waarmee ze worden vervoerd, vóór het laden zijn gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van vermeerderings- en opfokbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.19: de juiste GS-code (geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie)gebruiken: 01.05 of 01.06.39.—Vak I.28 (categorie): kies een van de volgende categorieën:raszuivere dieren/grootouderdieren/ouderdieren/leghennen/andere.

DeelII:(1)Fokpluimvee en gebruikspluimvee als omschreven in Verordening (EG)nr.798/2008.(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Doorhalen indien niet van toepassing.(6)Deze garantie geldt alleen voor pluimvee vande soort Gallus gallus.(7)Als voor de onderstaande serotypen een of meer van de resultaten positiefwaren tijdens de levensduur van het koppel, aangeven als positief:—koppels fokpluimvee: Salmonella Hadar, Salmonella Virchow en Salmonella Infantis;—koppels gebruikspluimvee: Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium.(8)Indien van toepassing naam van het gebruikte product en werkzame stofinvullen.(9)Doorhalen indiende zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(10)Deze garantie is alleen vereist voor pluimvee afkomstig uit landen,gebieden, zones of compartimenten waarop artikel 13, lid 1, van Verordening(EG) nr.798/2008 van toepassing is.(11)Overeenkomstig Verordening(EG) nr. 1/2005 worden de dieren door de bevoegde autoriteiten van de lidstatengecontroleerd om na te gaan of zij na binnenkomst in de EU geschikt zijn voorverder vervoer. Indien niet aan de eisen wordt voldaan, moeten de dieren wordenuitgeladen en moeten nadere maatregelen worden genomen.(12)Indien bij landen of gebieden voor fok- en gebruikspluimvee met uitzonderingvan loopvogels (BPP) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG)nr.798/2008 de code N staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak vanNewcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 de land-of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datumvan afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden diehet desbetreffende derde land in verband met Newcastle disease heeft ingesteld,hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaat is tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

►(1) M5

Veterinair certificaat voor fok- of gebruiksloopvogels (BPR)LANDVeterinair certificaat voor de invoerin de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)01.06.39I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Fokken £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieIdentificatiesysteemIdentificatienummerHoeveelheid

LANDBPR(fok- of gebruiksloopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven loopvogels(1) aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2de dieren hebbenverbleven in:(2) (3) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]en wel ten minstede laatste drie maanden of sinds zij zijn uitgebroed indien zij jonger zijndan drie maanden. Indien zij in het land, het gebied, de zone of het compartimentvan herkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstig veterinaire voorschriftendie ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen van Richtlijn2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (9) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;](3) hetzij[a)dat (die) vrij was (waren) van Newcastle disease als omschreven inVerordening (EG) nr. 798/2008;](3) (5) hetzij[a)dat niet vrij was van Newcastle disease als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;]b)waar een bewakingsprogrammavoor aviaire influenza wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008,en(3) hetzij[a)de loopvogels zijn afkomstig van een inrichting waarin binnen 21 dagenvoorafgaande aan de invoer in de EU met negatief resultaat bewaking voor aviaireinfluenza is uitgevoerd;](3) hetzij[a)de loopvogels zijn de laatste 21 dagen voor de invoer in de EU afgezonderdgehouden van andere dieren en er is met negatief resultaat een virusdetectietestuitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabsvan ten minste 60 loopvogels in de zending of van alle loopvogels indien dezending uit minder dan 60 loopvogels bestaat;]b)de loopvogels zijn afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km op geen enkeleinrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.5zij zijn afkomstig uit een koppel dat niet tegen aviaire influenzais ingeënt;II.1.6zij zijn afkomstigvan de in vak I.11 van deel I genoemde inrichting(en), die officieel is (zijn)erkend overeenkomstig voorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aande voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, waar zij sindszij zijn uitgebroed of ten minste de laatste zes weken vóór uitvoer hebbenverbleven, eni)waarvan de erkenningniet is geschorst of ingetrokken;ii)waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden,iii)waaromheen zich in een gebiedmet een straal van 10 km dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van eenbuurland kan omvatten, ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraakvan hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease heeft voorgedaan;

II.1.7zij zijn afkomstiguit een koppel:a)dat maximaal 24 uur voor het inladen is onderzocht en geen klinischeziekteverschijnselen vertoonde en er niet van werd verdacht te zijn besmet;(3) hetzij[b)dat niet is ingeënt tegenNewcastle disease;](3) hetzij[b)dat tegen Newcastle diseaseis ingeënt met:(naam en type (levend of geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccinsgebruikte NDV-stam)op de leeftijd van … weken;](6) en/of[c)dat op… met een officieel goedgekeurd vaccin ingeënt tegen …(indien nodig herhalen);](6) [II.1.8de dieren zijn, indien zij afkomstig zijn uit landenin Azië of Afrika:(3) hetzij[ten minste de laatste21 dagen vóór invoer in de EU afgezonderd in een teekvrije ruimte, waarbijeen officieel goedgekeurd programma voor de bestrijding van knaagdieren istoegepast;](3) hetzij[zo behandeld datalle eventueel aanwezige teken gegarandeerd zijn vernietigd voordat zij naarde teekvrije ruimte werden overgebracht; specificatie van de behandeling:…;](3) hetzij[nadat zij 14 dagenin de teekvrije ruimte hadden verbleven, onderworpen aan een competitie-Elisaop antilichamen tegen Krim-Congo-hemorragische koorts, waarbij alle loopvogelsdie de afzonderingsruimte verlieten negatief op de test gereageerd hebben;]]II.1.9de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;II.1.10zij zijn in de onderII.1.6 genoemde periode niet in contact geweest met loopvogels die niet aande voorwaarden van dit certificaat voldoen, noch met andere vogels.II.2Aanvullende garantiesOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(7) [II.2.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaatmet de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijnde in dit certificaat beschreven loopvogels:a)niet ingeënt tegen Newcastledisease;b)de laatste 14 dagen vóór verzendingonder toezicht van een officiële dierenarts in een inrichting afgezonderdgehouden. In dit verband hebben op de inrichting geen loopvogels of anderpluimvee verbleven die in de laatste 21 dagen vóór verzending tegen Newcastledisease zijn ingeënt, en is daar in die periode, met uitzondering van de voorverzending bestemde dieren, geen enkele vogel binnengebracht;c)in de laatste 14 dagen vóórverzending negatief gebleken bij een serologische test op de aanwezigheidvan antilichamen tegen Newcastle disease;](6) [II.2.1aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:;](7) [II.2.2wanneer de dieren bestemd zijn voor Finland ofZweden:(3) hetzij[hebben zij, alshet om fokloopvogels gaat, negatief gereageerd op tests overeenkomstig Beschikking2003/644/EG;](3) hetzij[hebben zij, als het om legdieren (gebruiksloopvogelsdie worden gehouden voor de productie van consumptie-eieren) gaat, negatiefgereageerd op tests overeenkomstig Beschikking 2004/235/EG.]]

II.3Aanvullende gezondheidsvoorschriftenvoor landen die niet vrij zijn van Newcastle disease(5) [Ondergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven loopvogelsaan de volgende voorwaarden voldoen:a)zij zijn ten minstede laatste 21 dagen vóór invoer in de EU onder officiële bewaking gehoudenin een door de bevoegde autoriteiten erkend quarantainestation, als omschrevenin artikel 2 van Richtlijn 2009/158/EG;(erkenningsnummeren adres van het quarantainestation:…);b)zij hebben in eenofficieel laboratorium, tussen zeven en tien dagen nadat zij in quarantainezijn geplaatst, een virusisolatietest op Newcastle disease ondergaan, uitgevoerdop cloacaswabs of fecesmonsters van elk dier, waarbij geen isolaat van hetaviaire paramyxovirus (type 1) met een intracerebrale pathogeniteitsindex(ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden. Voor elk dier heeft de test een gunstigresultaat opgeleverd voordat zij het quarantainestation hebben verlaten omin de EU te worden ingevoerd;c)zij komen uit koppels waarbij tenminste de laatste zes maanden vóór invoer in de EU bewaking ten aanzien vanNewcastle disease is uitgevoerd aan de hand van een op statistische gegevensgebaseerd bemonsteringsplan, met negatief resultaat.](8) II.4Verklaring inzakehet vervoer van de dierenOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaatbeschreven loopvogels in kratten of kooien worden vervoerd:a)die uitsluitendloopvogels van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstig van dezelfdeinrichting, bevatten;b)waarop het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst is aangebracht;c)die volgens de instructiesvan de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoudonmogelijk is;d)die, evenals de voertuigen waarmee ze worden vervoerd, zo zijn ontworpendat:i)tijdens het vervoer geen uitwerpselen en zo weinig mogelijk veren kunnenworden verloren;ii)de loopvogels visueel kunnen worden geïnspecteerd;iii)zij kunnen worden gereinigd en ontsmet;e)die, evenals devoertuigen waarmee ze worden vervoerd, vóór het laden zijn gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van vermeerderings- en opfokbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.28 (categorie): kies een van de volgende categorieën: raszuiveredieren/grootouderdieren/ouderdieren/andere; (identificatiesysteem en identificatienummer):halsmerken en microchips moeten de ISO-code van het land van herkomst bevatten;microchips moeten voldoen aan de ISO-normen.Deel II:(1)Loopvogels: dieren van de orde Struthioniformes (Casuariidae, Rheidae,Struthionidae) die in gevangenschap voor fok- of gebruiksdoeleinden wordenopgefokt of gehouden.(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Dit is alleen van toepassing op de landen metde code „I”in kolom 5 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008. Ditgeldt echter niet voor fok- en gebruiksloopvogels afkomstig uit compartimenten.(6)Doorhalen indien niet van toepassing.

(7)Doorhalen indiende zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(8)Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 worden de dieren door debevoegde autoriteiten van de lidstaten gecontroleerd om na te gaan of zijna binnenkomst in de EU geschikt zijn voor verder vervoer. Indien niet aande eisen wordt voldaan, moeten de dieren worden uitgeladen en moeten naderemaatregelen worden genomen.(9)Indien bij landenof gebieden voor fok- en gebruiksloopvogels (BPR) in kolom 6 van deel 1 vanbijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008 de code N staat, betekent ditdat in geval van een uitbraak van Newcastle disease als omschreven in Verordening(EG) nr.798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar datdelen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiële beperkendemaatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verband met Newcastledisease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼M4

Veterinair certificaat voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels

(DOC)

Deel I: Gegevens betreffende de zendingLANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.a.I.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11. Plaats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.12.I.13. Plaats van ladingAdresErkenningsnummerI.14. Datum van vertrekUur van vertrekI.15. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatie:Referentiedocumenten:I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUI.17. CITES-nr(s)I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25. Goederen gecertificeerd voor:FokkenI.26.I.27. Voor invoer of toelating in de EUI.28. Identificatie van de goederenSoort (wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieHoeveelheid

Deel II: CertificeringLANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1.Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eendagskuikens (1) aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2zij zijn uitgekomen in:(2)(3) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]Indien de koppels waarvan de broedeieren zijn verkregen in het land, het gebied, de zone of het compartiment van herkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstig veterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen van Richtlijn 2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2)(3)(12) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]a) dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren) van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008;b) waar een bewakingsprogramma voor aviaire influenza wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2)(3)(13) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren) van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren) van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008, en(3) hetzij[a) zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichting waar niet meer dan 21 dagen voor de verzameling van de eieren waaruit de eendagskuikens zijn uitgekomen, met negatief resultaat bewaking met betrekking tot aviaire influenza heeft plaatsgevonden;](3) hetzij[a) zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichting waarin de laatste 21 dagen voor de verzameling van de eieren waaruit de eendagskuikens zijn uitgekomen, met negatief resultaat een virusdetectietest is uitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza, op een aselecte steekproef van cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs van ten minste 60 dieren in de inrichting of van alle dieren indien er in de inrichting minder dan 60 dieren aanwezig zijn;]b) de eendagskuikens zijn afkomstig van een inrichting:waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30 dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar de laatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]

LANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1.5a) de dieren zijn niet ingeënt tegen aviaire influenza;b) zij zijn afkomstig van ouderkoppels die:(3) hetzij[niet zijn ingeënt tegen aviaire influenza;](3) hetzij[zijn ingeënt tegen aviaire influenza volgens een vaccinatieprogramma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008, met:(naam en type vaccin(s))op de leeftijd van … weken;]II.1.6zij zijn uitgebroed in de in vak I.11 van deel I genoemde inrichting(en), die officieel is (zijn) erkend overeenkomstig voorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, ena) waarvan de erkenning niet is geschorst of ingetrokken;b) waarvoor op het tijdstip van verzending geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen golden;c) waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease heeft voorgedaan;II.1.7zij zijn afkomstig van eieren uit koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a) zij zijn ten minste de laatste zes weken vóór invoer in de Europese Unie in officieel erkende inrichtingen gehouden waarvan de erkenning niet geschorst of ingetrokken was op het tijdstip van verzending van de broedeieren naar de broederij;b) er golden op het tijdstip van verzending geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen;c) zij hebben een gezondheidsbewakingsprogramma ondergaan ten aanzien van:(3) hetzij[Salmonella Pullorum, S. Gallinarum en Mycoplasma gallisepticum (kippen);](3) hetzij[Salmonella arizonae (serogroup O:18(K)), S. Pullorum en S. Gallinarum, Mycoplasma meleagridis en M. gallisepticum (kalkoenen);](3) hetzij[Salmonella Pullorum en S. Gallinarum (parelhoenders, kwartels, fazanten, patrijzen en eenden);]overeenkomstig hoofdstuk III van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, waarbij is gebleken dat het koppel niet met deze ziekteverwekkers besmet is en er evenmin van verdacht wordt te zijn besmet;(3) hetzij[d) zij zijn niet ingeënt tegen Newcastle disease;](3) hetzij[d) zij zijn tegen Newcastle disease ingeënt met:(naam en type (levend of geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van … weken;](5) en/of[e) zij zijnop … met een officieel goedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]II.1.8zij zijn verkregen uit broedeieren die:a) vóór verzending naar de broederij zijn gemerkt volgens de instructies van de bevoegde autoriteit;b) zijn ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit;(5) [II.1.9zij zijn op … met een officieel goedgekeurd vaccin ingeënt tegen …(indien nodig herhalen);]

LANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.2.Aanvullende garanties inzake de volksgezondheid(6) [II.2.1Het in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2160/2003 bedoelde programma ter bestrijding van salmonella en de specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 1177/2006 voor het gebruik van antimicrobiële stoffen en vaccins zijn toegepast op het ouderkoppel van herkomst en dit ouderkoppel is getest op salmonellaserotypen die van belang zijn voor de volksgezondheid.Datum van de laatste bemonstering van het ouderkoppel waarvan het testresultaat bekend is: … (dd/mm//jjjj).Resultaat van alle tests in het ouderkoppel:(3)(7) hetzij[positief.](3)(7) hetzij[negatief.]De specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr. 1177/2006 voor het gebruik van antimicrobiële stoffen en vaccins zijn op de eendagskuikens toegepast.Om andere redenen dan het programma ter bestrijding van salmonella werden:(3) hetzij[geen antimicrobiële stoffen toegediend aan de eendagskuikens (met inbegrip van in-ovo-injectie).](3)(8) hetzij[de volgende antimicrobiële stoffen toegediend aan de eendagskuikens (met inbegrip van in-ovo-injectie): …]](6) [II.2.2Als de eendagskuikens voor de fok bestemd zijn, werd noch Salmonella Enteritidis noch Salmonella Typhimurium gevonden in het kader van het onder II.2.1 bedoelde bestrijdingsprogramma.]II.3.Aanvullende garanties inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(9) [II.3.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaat met de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijn de in dit certificaat beschreven eendagskuikens afkomstig van broedeieren uit koppels die:(3) hetzij[niet zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](3) hetzij[met een geïnactiveerd vaccin zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](3) hetzij[ten minste 60 dagen vóór de datum waarop de eieren zijn verzameld, met een levend vaccin zijn ingeënt tegen Newcastle disease;]](5) [II.3.2aan de volgende aanvullende garanties, die door de lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel 17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:…;](9) [II.3.3wanneer de lidstaat van bestemming Finland of Zweden is, zijn de voor koppels van fokpluimvee of gebruikspluimvee bestemde eendagskuikens afkomstig van koppels die negatief hebben gereageerd op tests overeenkomstig Beschikking 2003/644/EG.]

LANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.4.Aanvullende gezondheidsvoorschriftenOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(10) [II.4.1hoewel het gebruik van vaccins tegen Newcastle disease die niet aan de in bijlage VI, deel II, bij Verordening (EG) nr. 798/2008 vastgestelde specifieke criteria voldoen, niet verboden is in:(2)(3) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]is het fokpluimvee waarvan de eendagskuikens afstammen:a) ten minste de laatste 12 maanden niet met dergelijke vaccins ingeënt;b) afkomstig uit een of meer koppels die in een officieel laboratorium in de 14 dagen vóór verzending een virusisolatietest op Newcastle disease hebben ondergaan, uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 dieren per koppel, waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;c) in de 60 dagen vóór verzending niet in contact geweest met pluimvee dat niet voldoet aan de voorwaarden onder a) en b);d) in de onder b) genoemde periode van 14 dagen onder officiële bewaking op de inrichting van herkomst afgezonderd gehouden;](10) [II.4.2de broedeieren waaruit de eendagskuikens verkregen zijn, zijn in de broederij en tijdens het vervoer niet in contact geweest met eieren of pluimvee die niet aan bovengenoemde eisen voldoen.](11) II.5.Verklaring inzake het vervoer van de dierenOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:II.5.1de in dit certificaat beschreven eendagskuikens worden vervoerd in schone, nieuwe wegwerpdozen:a)die uitsluitend eendagskuikens van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstig van dezelfde inrichting, bevatten;b)waarop de volgende informatie vermeld staat:de naam van het land, het gebied, de zone of het compartiment van verzending, de betrokken soort pluimvee, het aantal kuikens, de categorie en het productietype waarvoor zij bestemd zijn, de naam, het adres en het erkenningsnummer van de productie-inrichting, het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst, de lidstaat van bestemming;c)die volgens de instructies van de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoud onmogelijk is.De containers en transportmiddelen waarin de hierboven bedoelde dozen worden vervoerd, zijn vóór het inladen gereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit.

LANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.—Vak I.11: naam, adres en erkenningsnummer van de broederijen en het vermeerderingsbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.19: de juiste GS-code (geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie) gebruiken: 01.05 of 01.06.39.—Vak I.28: (categorie): kies een van de volgende categorieën: raszuivere dieren/grootouderdieren/ouderdieren/leghennen/vleeskuikens/andere.Deel II:(1)Eendagskuikens: als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008(2)Gebiedscode als vermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Doorhalen indien niet van toepassing.(6)Deze garantie geldt alleen voor eendagskuikens van de soort Gallus gallus.(7)Als voor de onderstaande serotypen een of meer van de resultaten positief waren tijdens de levensduur van het koppel, aangeven als positief:koppels fokpluimvee: Salmonella Hadar, Salmonella Virchow en Salmonella Infantis, koppels gebruikspluimvee: Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium.(8)Indien van toepassing: naam van het gebruikte product en werkzame stof invullen.(9)Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(10)Deze garantie is alleen vereist voor pluimvee afkomstig uit landen, gebieden, zones of compartimenten waarop artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 798/2008 van toepassing is.(11)Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 worden de dieren door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten gecontroleerd om na te gaan of zij na binnenkomst in de Europese Unie geschikt zijn voor verder vervoer. Indien niet aan de eisen wordt voldaan, moeten de dieren worden uitgeladen en moeten nadere maatregelen worden genomen.(12)Indien bij landen of gebieden voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels (DOC) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 de code N staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verband met Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.(13)Indien bij landen of gebieden voor eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels (DOC) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 de code L staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verband met laagpathogene aviaire influenza heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaat is tien dagen geldig.

►(1) M5

LANDDOC (eendagskuikens m.u.v. die van loopvogels)II.Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:(14) III.Aanvullende informatie over de gezondheid betreffende het certificaat met referentienummer (vak I.2.)Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:a) aan de gezondheidsvoorschriften van deel II van dit certificaat wordt nog steeds voldaan;b) de in dit certificaat beschreven eendagskuikens (1):i) zijn uitgekomen op … (dd/mm/jjjj);ii) zij zijn op het tijdstip van verzending onderzocht en vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdacht te zijn besmet;iii) zijn niet in contact geweest met pluimvee dat niet aan de voorwaarden van dit certificaat voldoet, noch met wilde vogels.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:(14) Dit deel mag op een afzonderlijk blad staan maar moet dan aan deel II van het gezondheidscertificaat worden gehecht.

▼M3

Veterinair certificaat voor eendagskuikens van loopvogels (DOR)LANDVeterinair certificaat voor de invoerin de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)01.06.39I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Fokken £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieHoeveelheid

LANDDOR(eendagskuikens van loopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eendagskuikens(1) aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2zij zijn uitgekomenin:(2)(3) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;]Indien de koppelswaarvan de broedeieren zijn verkregen in het land, het gebied, de zone ofhet compartiment van herkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstigveterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffendeeisen van Richtlijn 2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (9) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;](3) hetzij[a)dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;](3)(5) hetzij[a)dat op de datumvan afgifte van dit certificaat niet vrij was van Newcastle disease als omschrevenin Verordening (EG) nr.798/2008;]b)waar een bewakingsprogrammavoor aviaire influenza wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …;](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op dedatum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren) van hoogpathogene aviaireinfluenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008, en(3) hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaar niet meer dan 21 dagen voor de verzameling van de eieren waaruit de eendagskuikenszijn uitgekomen, met negatief resultaat bewaking met betrekking tot aviaireinfluenza heeft plaatsgevonden;](3) hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaarin de laatste 21 dagen voor de verzameling van de eieren waaruit de eendagskuikenszijn uitgekomen, met negatief resultaat een virusdetectietest is uitgevoerdmet betrekking tot aviaire influenza, op een aselecte steekproef van cloacaswabsen trachea- of orofarynxswabs van ten minste 60 dieren in de inrichting ofvan alle dieren indien er in de inrichting minder dan 60 dieren aanwezig zijn;]b)de eendagskuikens zijn afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verbandis met een inrichting waar de laatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]

II.1.5a)de dieren zijn niet ingeënt tegen aviaire influenza;b)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die:(3) hetzij[niet zijn ingeënt tegen aviaire influenza;](3) hetzij[zijn ingeënt tegen aviaire influenza volgens een vaccinatieprogrammaovereenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008, met:(naamen type vaccin(s))op de leeftijd van …weken;]II.1.6zij zijn uitgebroed in de in vak I.11 van deel I genoemde inrichting(en),die officieel is (zijn) erkend overeenkomstig voorschriften die ten minstegelijkwaardig zijn aan de voorschriften van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG,ena)waarvan de erkenning niet is geschorst of ingetrokken;b)waarvoor op het tijdstip van verzending geen veterinairrechtelijkeverbodsbepalingen golden;c)waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomendgeval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastledisease heeft voorgedaan;II.1.7zij zijn afkomstigvan eieren uit koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a)zij zijn ten minste de laatste zes weken in officieel erkende inrichtingengehouden waarvan de erkenning niet geschorst of ingetrokken was op het tijdstipvan verzending van de broedeieren naar de broederij;(3)hetzij[b)zij zijn gehouden in inrichtingen in een land, gebied, zone of compartimentdat/die vrij is van Newcastle disease;](3)(5) hetzij[b)zij zijn gehoudenin inrichtingen in een land, gebied of zone dat/die niet vrij is van Newcastledisease;]c)er golden op hettijdstip van verzending geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen;(3) hetzij[d)zij zijn niet ingeënt tegen Newcastle disease;](3) hetzij[d)zij zijn tegen Newcastle disease ingeënt met:(naam en type (levendof geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van… weken;](7) en/of[e)zij zijnop met een officieelgoedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]…II.1.8zij zijn verkregenuit broedeieren die:a)vóór verzendingnaar de broederij zijn gemerkt volgens de instructies van de bevoegde autoriteit;b)zijn ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit;II.1.9zij zijn uitgekomen op …(dd/mm/jjjj);(7) [II.1.10zij zijn op … met een officieel goedgekeurdvaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]II.1.11zij zijn op het tijdstip van verzending onderzocht en vertoonden geenklinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdacht te zijn besmet;II.1.12zij zijn niet in contact geweest met pluimvee, inclusief loopvogels,dat niet aan de voorwaarden van dit certificaat voldoet.II.2Aanvullende garantiesOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(6) [II.2.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaatmet de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijnde in dit certificaat beschreven eendagskuikens afkomstig van:a)broedeieren van koppels die:(3) hetzij[niet zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](3) hetzij[met een geïnactiveerd vaccinzijn ingeënt tegen Newcastle disease;]

(3) hetzij[ten minste 60 dagen vóór de datum waarop de eieren zijn verzameld,met een levend vaccin zijn ingeënt tegen Newcastle disease;]b)een broederij waar de werkmethoden zodanig zijn dat wordt gegarandeerddat deze eieren worden uitgebroed op volstrekt andere plaatsen en tijdstippendan eieren die niet aan de onder a) vermelde eisen voldoen;](7) [II.2.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:;](6) [II.2.3wanneer de lidstaat van bestemming Finland of Zwedenis, zijn de voor koppels van fok- of gebruiksloopvogels bestemde eendagskuikensafkomstig van koppels die negatief hebben gereageerd op tests overeenkomstigBeschikking 2003/644/EG.]II.3Aanvullende gezondheidsvoorschriftenvoor landen die niet vrij zijn van Newcastle diseaseOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(5) [II.3.1de fokloopvogels waarvan de eendagskuikens afstammen:a)zijn ten minste de laatste 30 dagen voordat de broedeieren waaruitde voor invoer in de EU bestemde eendagskuikens zijn verkregen, zijn gelegd,onder officiële bewaking afgezonderd gehouden;b)hebben in een officieel laboratorium, tussen zeven en tien dagen nadatzij in afzondering zijn geplaatst, een virusisolatietest op Newcastle diseaseondergaan, uitgevoerd op cloacaswabs of fecesmonsters van elk dier, waarbijgeen isolaat van het aviaire paramyxovirus (type 1) met een intracerebralepathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden. Alle uitgevoerdetests hebben een gunstig resultaat opgeleverd voordat de eendagskuikens debroederij hebben verlaten voor invoer in de EU;c)zijn de laatste 30 dagen voordat de broedeieren waaruit de voor invoerin de EU bestemde eendagskuikens zijn verkregen, zijn gelegd en tijdens hetleggen zelf niet in contact geweest met pluimvee (met inbegrip van loopvogels)dat niet aan de onder a), b) en d) genoemde voorwaarden voldoet;d)zij komen uit koppels waarbij ten minste de laatste zes maanden vóórinvoer in de EU bewaking ten aanzien van Newcastle disease is uitgevoerd aande hand van een op statistische gegevens gebaseerd bemonsteringsplan, metnegatief resultaat;](5) [II.3.2de broedeieren waaruitde eendagskuikens verkregen zijn en de eendagskuikens zelf zijn in de broederijen tijdens het vervoer niet in contact geweest met eieren of pluimvee, inclusiefloopvogels, die niet aan bovengenoemde garanties voldoen.](8) II.4Verklaring inzake het vervoer van de dierenOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de eendagskuikens worden vervoerd in schone,nieuwe wegwerpdozen:a)die uitsluitendeendagskuikens van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstig van dezelfdeinrichting, bevatten;b)waarop, duidelijkleesbaar en in ten minste één van de talen van de EU de volgende vermeldingenzijn aangebracht:—de naam van het land, het gebied, de zone of het compartiment van verzending,—de betrokken soort loopvogels,—het aantal kuikens,—de categorie en het productietype waarvoor zij bestemd zijn,—de naam, het adres en het erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf,—de naam, het adres en het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst,—de datum van verzending,—de lidstaat van bestemming;c)die volgens de instructies van de bevoegde autoriteit zo zijn geslotendat verwisseling van de inhoud onmogelijk is.De containers en transportmiddelen waarin de hierbovenbedoelde dozen worden vervoerd, zijn vóór het inladen gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.

OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van de broederijen en het vermeerderingsbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.28 (categorie): kies een van de volgende categorieën: raszuiveredieren/grootouderdieren/ouderdieren/andere.Deel II:(1)Eendagskuikens: loopvogels die nog geen 72 uur oud zijn.(2)Gebiedscode als vermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat nietvan toepassing is.(4)Naam van compartiment(en)invullen.(5)Dit is alleen vantoepassing op de landen met de code „II” in kolom 5 van deel 1 van bijlageI bij Verordening (EG) nr. 798/2008. Dit geldt echter niet voor eendagskuikensvan loopvogels afkomstig uit compartimenten.(6)Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(7)Doorhalen indien niet van toepassing.(8)Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 worden de dieren door debevoegde autoriteiten van de lidstaten gecontroleerd om na te gaan of zijna binnenkomst in de EU geschikt zijn voor verder vervoer. Indien niet aande eisen wordt voldaan, moeten de dieren worden uitgeladen en moeten naderemaatregelen worden genomen.(9)Indien bij landenof gebieden voor eendagskuikens van loopvogels (DOR) in kolom 6 van deel 1van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008 de code N staat, betekentdit dat in geval van een uitbraak van Newcastle disease als omschreven inVerordening (EG) nr.798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt,maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiëlebeperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verbandmet Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

Veterinaircertificaat voor broedeieren van pluimvee met uitzondering van loopvogels(HEP)LANDVeterinair certificaatvoor de invoer in de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)04.07I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Fokken £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieIdentificatiesysteemIdentificatienummerHoeveelheid

LANDHEP(broedeieren van pluimvee m.u.v. loopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven broedeieren(1) aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2zij zijn afkomstigvan koppels die ten minste de laatste drie maanden in:(2)(3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]hebben verbleven.Indien de koppels waarvan de broedeieren zijn verkregen in het land, het gebied,de zone of het compartiment van herkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstigveterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffendeeisen van Richtlijn 2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (10) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]a)dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;b)waar een bewakingsprogramma voor aviaire influenza wordt uitgevoerdovereenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (11) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en)…,](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3)hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008,en(3)hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaar niet meer dan 21 dagen voordat de eieren zijn verzameld met negatiefresultaat bewaking met betrekking tot aviaire influenza heeft plaatsgevonden;](3)hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaarin de laatste 21 dagen voordat de eieren zijn verzameld met negatief resultaateen virusdetectietest is uitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza,op een aselecte steekproef van cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs vanten minste 60 dieren in de inrichting of van alle dieren indien er in de inrichtingminder dan 60 dieren aanwezig zijn;]b)de broedeieren zijn afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.5zij zijn afkomstig van ouderkoppels die:(3)hetzij[niet zijn ingeënttegen aviaire influenza;](3)hetzij[zijn ingeënt tegenaviaire influenza volgens een vaccinatieprogramma overeenkomstig Verordening(EG) nr. 798/2008, met:(naam en type vaccin(s))op de leeftijd van … weken;]

II.1.6zij zijn afkomstigvan koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a)de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;b)zij hebben ten minstede laatste zes weken vóór invoer in de EU verbleven in de in vak I.11 vandeel I genoemde inrichting(en), die officieel is (zijn) erkend overeenkomstigvoorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van bijlageII bij Richtlijn 2009/158/EG, en—waarvan de erkenning niet is geschorst of ingetrokken;—waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden,—waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomendgeval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastledisease heeft voorgedaan;c)de dieren zijn in de onder b) genoemde periode niet in contact geweestmet pluimvee dat niet aan de voorwaarden van dit certificaat voldoet, nochmet wilde vogels;d)zij hebben een gezondheidsbewakingsprogrammaondergaan ten aanzien van:(3)hetzij[Salmonella Pullorum, S. Gallinarum en Mycoplasma gallisepticum (kippen),](3)hetzij[Salmonella arizonae (serogroep O:18(K)), S. Pullorum en S. Gallinarum, Mycoplasmameleagridis en M.gallisepticum (kalkoenen),](3)hetzij[Salmonella Pullorum en S. Gallinarum (parelhoenders,kwartels, fazanten, patrijzen en eenden),]overeenkomstig hoofdstukIII van bijlage II bij Richtlijn 2009/158/EG, waarbij is gebleken dat hetkoppel niet met deze ziekteverwekkers besmet is en er evenmin van verdachtwordt te zijn besmet;(3)hetzij[e)zij zijn niet ingeënt tegen Newcastle disease;](3)hetzij[e)zij zijn tegen Newcastle disease ingeënt met:(naam en type (levendof geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van… weken;](8) en/of[f)zij zijnop met een officieelgoedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);] …(9) II.1.7zij zijn gemerkt zoals aangegeven in vak I.28 vanhet certificaat met…(kleur inkt);II.1.8zij zijn overeenkomstigmijn instructies ontsmet met …(naam van het product en de werkzame stof) gedurende…(minuten);II.1.9zij zijn verzameldvan …(dd/mm/jjjj) tot en met …(dd/mm/jjjj);II.1.10zij zijn op de dagvan afgifte van dit certificaat onderzocht en vertoonden geen klinische ziekteverschijnselenen werden er niet van verdacht te zijn besmet.II.2Aanvullende garanties inzake de volksgezondheid(5) [II.2.1Het in artikel 10 van Verordening (EG) nr.2160/2003bedoelde programma ter bestrijding van salmonella en de specifieke voorschriftenvan Verordening (EG) nr.1177/2006 voor het gebruik van antimicrobiële stoffenen vaccins zijn toegepast op het ouderkoppel van herkomst en dit ouderkoppelis getest op salmonellaserotypen die van belang zijn voor de volksgezondheid.Datum van de laatstebemonstering van het ouderkoppel waarvan het testresultaat bekend is: …(dd/mm/jjjj).Resultaat van alletests in het ouderkoppel:(3)(6) entweder[positief.](3)(6) oder[negatief.](5) [II.2.2NochSalmonellaEnteritidis,nochSalmonellaTyphimurium werd gevonden in het kader van het onderII.2.1 bedoelde bestrijdingsprogramma.]

II.3Aanvullende garantiesinzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(7) [II.3.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaatmet de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijnde in dit certificaat beschreven broedeieren afkomstig van dieren die:(3)hetzij[niet zijn ingeënttegen Newcastle disease;](3)hetzij[met een geïnactiveerdvaccin zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](3)hetzij[ten minste 60 dagenvóór de eerste onder II.1.9 genoemde datum met een levend vaccin zijn ingeënttegen Newcastle disease;]](8) [II.3.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:;](7) [II.3.3wanneer de broedeieren bestemd zijn voor Finlandof Zweden, zijn zij afkomstig van koppels die negatief hebben gereageerd optests overeenkomstig Beschikking 2003/644/EG.]II.4Aanvullende gezondheidsvoorschriftenOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(8) [II.4.1hoewel het gebruik van vaccins tegen Newcastledisease die niet aan de in bijlage VI, deel II, bij Verordening (EG) nr.798/2008vastgestelde specifieke criteria voldoen, niet verboden is in:(2)(3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]is het pluimveewaarvan de broedeieren zijn verkregen:a)ten minste de laatste 12 maanden niet met dergelijke vaccins ingeënt;b)afkomstig uit een of meer koppels die in een officieel laboratoriumin de 14 dagen vóór verzending een virusisolatietest op Newcastle diseasehebben ondergaan, uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs vanten minste 60 dieren per koppel, waarbij geen aviair paramyxovirus met eenintracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;c)in de 60 dagen vóór verzending niet in contact geweest met pluimveedat niet voldoet aan de voorwaarden onder a) en b);d)in de onder b) genoemde periode van 14 dagen onder officiële bewakingop de inrichting van herkomst afgezonderd gehouden.]II.5Verklaring inzake het vervoer van de dierenOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:II.5.1de broedeieren worden vervoerd in schone, nieuwe wegwerpdozen:a)die uitsluitend broedeieren van eenzelfde soort, categorie en type,afkomstig van dezelfde inrichting, bevatten;b)waarop de volgende informatie vermeld staat:—het woord „broedei”,—de naam van het land, het gebied, de zone of het compartiment van verzending,—de betrokken soort pluimvee,—het aantal eieren,—de categorie en het productietype waarvoor zij bestemd zijn,—de naam, het adres en het erkenningsnummer van de productie-inrichting,—het erkenningsnummer van de inrichting van herkomst,—de lidstaat van bestemming;

c)die volgens de instructiesvan de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoudonmogelijk is.II.5.2De containers en transportmiddelen waarin de hierbovenbedoelde dozen worden vervoerd, zijn vóór het inladen gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.28 (categorie): kies een van de volgende categorieën: raszuiveredieren/grootouderdieren/ouderdieren/leghennen/andere; (identificatiesysteemen identificatienummer): op de eieren aangebracht merkteken invullen.DeelII:(1)Broedeieren van pluimvee als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008met uitzondering van loopvogels.(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Deze garantie geldt alleen voor pluimvee vande soort Gallus gallus.(6)Als voor de volgende serotypen een of meer vande resultaten positief waren tijdens de levensduur van het ouderkoppel, aangevenals positief: Salmonella Infantis, Salmonella Virchow en Salmonella Hadar.(7)Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(8)Doorhalen indien niet van toepassing.(9)Bij de verzending moeten de eieren individueel worden gemerkt overeenkomstigVerordening (EG) nr.617/2008, met vermelding van het erkenningsnummer vanhet vermeerderingsbedrijf, in onuitwisbare zwarte inkt; het merkteken moetduidelijk leesbaar zijn en gesteld in ten minste één van de talen van de EU.(10)Indien bij landen of gebieden voor broedeieren van pluimvee met uitzonderingvan loopvogels (HEP) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG)nr.798/2008 de code N staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak vanNewcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 de land-of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datumvan afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden diehet desbetreffende derde land in verband met Newcastle disease heeft ingesteld,hiervan zijn uitgesloten.(11)Indien bij landenof gebieden voor broedeieren van pluimvee met uitzondering van loopvogels(HEP) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008de code L staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van laagpathogeneaviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 de land-of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datumvan afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden diehet desbetreffende derde land in verband met laagpathogene aviaire influenzaheeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

►(1) M5

Veterinaircertificaat voor broedeieren van loopvogels (HER)LANDVeterinaircertificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)04.07I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Fokken £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Ras/CategorieIdentificatiesysteemIdentificatienummerHoeveelheid

LANDHER(broedeieren van loopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven broedeieren(1) aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2zij zijn afkomstigvan koppels die ten minste de laatste drie maanden in:(2)(3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]hebben verbleven.Indien de koppels in het land, het gebied, de zone of het compartiment vanherkomst zijn ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstig veterinaire voorschriftendie ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen van Richtlijn2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (9) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[a)dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;](3)(5) hetzij[a)dat op de datumvan afgifte van dit certificaat niet vrij was van Newcastle disease als omschrevenin Verordening (EG) nr.798/2008;]b)waar een bewakingsprogrammavoor aviaire influenza wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008,en(3) hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaar niet meer dan 21 dagen voor de verzameling van de eieren waaruit de eendagskuikenszijn uitgekomen, met negatief resultaat bewaking met betrekking tot aviaireinfluenza heeft plaatsgevonden;](3) hetzij[a)zij zijn afkomstig van ouderkoppels die zijn gehouden in een inrichtingwaarin de laatste 21 dagen voordat de eieren zijn verzameld met negatief resultaateen virusdetectietest is uitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza,op een aselecte steekproef van cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs vanten minste 60 dieren in de inrichting of van alle dieren indien er in de inrichtingminder dan 60 dieren aanwezig zijn;]b)de broedeieren zijn afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.5zij zijn afkomstig van ouderkoppels die:(3) hetzij[niet zijn ingeënttegen aviaire influenza;](3) hetzij[zijn ingeënt tegenaviaire influenza volgens een vaccinatieprogramma overeenkomstig Verordening(EG) nr. 798/2008, met:(naam en type vaccin(s))op de leeftijd van … weken;]

II.1.6zij zijn afkomstigvan koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a)de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;b)zij hebben ten minstede laatste zes weken vóór invoer in de EU verbleven in de in vak I.11 vandeel I genoemde inrichting(en), die officieel is (zijn) erkend overeenkomstigvoorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aan de voorschriften van bijlageII bij Richtlijn 2009/158/EG, en—waarvan de erkenning niet is geschorst of ingetrokken;—waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden,—waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomendgeval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastledisease heeft voorgedaan;c)zij zijn in de onder b) genoemde periode niet in contact geweest metpluimvee of andere loopvogels die niet aan de voorwaarden van dit certificaatvoldoen;(3)hetzij[d)zij zijn niet ingeënt tegen Newcastle disease;](3)hetzij[d)zij zijn tegen Newcastle disease ingeënt met:(naam en type (levendof geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van… weken;](8)[e)zij zijnop met een officieelgoedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]…(6) II.1.7zij zijn gemerktzoals aangegeven in vak I.28 van het certificaat met …(kleurinkt);II.1.8zij zijn overeenkomstig mijn instructies ontsmet met …(naamvan het product en de werkzame stof) gedurende…(minuten);II.1.9zij zijn verzameld van … (dd/mm/jjjj)tot en met … (dd/mm/jjjj);II.1.10zij zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzocht en vertoondengeen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdacht te zijnbesmet.II.2Aanvullende garantiesOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(7) [II.2.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaatmet de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijnde in dit certificaat beschreven broedeieren afkomstig van loopvogels die:(3)hetzij[niet zijn ingeënttegen Newcastle disease;](3)hetzij[met een geïnactiveerdvaccin zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](3)hetzij[ten minste 60 dagenvóór de eerste onder II.1.9 genoemde datum met een levend vaccin zijn ingeënttegen Newcastle disease;]](8) [II.2.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:;](7) [II.2.3wanneer debroedeieren bestemd zijn voor Finland of Zweden, zijn zij afkomstig van koppelsdie negatief hebben gereageerd op tests overeenkomstig Beschikking 2003/644/EG.]

II.3Aanvullende gezondheidsvoorschriftenvoor landen die niet vrij zijn van Newcastle disease(5)[Ondergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de fokloopvogels waarvan de in dit certificaatbeschreven broedeieren zijn verkregen aan de volgende voorwaarden voldoen:a)zij zijn ten minstede laatste 30 dagen voordat de in de EU in te voeren broedeieren zijn gelegd,onder officiële bewaking afgezonderd gehouden;b)zij hebben in eenofficieel laboratorium, tussen zeven en tien dagen nadat zij in afzonderingzijn geplaatst, een virusisolatietest op Newcastle disease ondergaan, uitgevoerdop cloacaswabs of fecesmonsters van elk dier, waarbij geen isolaat van hetaviaire paramyxovirus (type 1) met een intracerebrale pathogeniteitsindex(ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden. Voor elk dier heeft de test een gunstigresultaat opgeleverd voordat de eieren de afzonderingsruimte hebben verlatenom in de EU te worden ingevoerd;c)ij zijn de laatste 30 dagen voordatde voor invoer in de EU bestemde broedeieren zijn gelegd en tijdens het leggenzelf niet in contact geweest met pluimvee (met inbegrip van loopvogels) datniet aan de onder a), b) en d) genoemde voorwaarden voldoet;d)zij komen uit koppelswaarbij ten minste de laatste zes maanden vóór invoer in de EU bewaking tenaanzien van Newcastle disease is uitgevoerd aan de hand van een op statistischegegevens gebaseerd bemonsteringsplan, met negatief resultaat.]II.4Verklaring inzakehet vervoer van de dierenOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de broedeierenworden vervoerd in schone, nieuwe wegwerpdozen:a)die uitsluitendbroedeieren van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstig van dezelfdeinrichting, bevatten;b)waarop, duidelijk leesbaar in ten minste één van de talen van de EUde volgende vermeldingen zijn aangebracht:—het woord „broedei”,—de naam van het land, het gebied, de zone of het compartiment van verzending,—de betrokken soort loopvogels,—het aantal eieren,—de categorie en het productietype waarvoor zij bestemd zijn,—de naam, het adres en het erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf,—de naam en het adres van de inrichting van herkomst,—de datum van verzending,—de lidstaat van bestemming;c)die volgens de instructies van debevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoud onmogelijkis.De containers en transportmiddelenwaarin de hierboven bedoelde dozen worden vervoerd, zijn vóór het inladengereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.—Vak I.28 (categorie): kies eenvan de volgende categorieën: raszuivere dieren/grootouderdieren/ouderdieren/andere;(identificatiesysteem en identificatienummer): op de eieren aangebracht merkteken invullen.

DeelII:(1)Voor broedeieren van dieren van de orde Struthioniformes (Casuariidae,Rheidae, Struthionidae).(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Alleen van toepassing op de landen met de code „III” in kolom 5 vandeel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008. Dit geldt echter nietvoor broedeieren van loopvogels afkomstig uit compartimenten.(6)Bij de verzending moeten de eieren individueel worden gemerkt overeenkomstigVerordening (EG) nr.617/2008, met vermelding van het erkenningsnummer vanhet vermeerderingsbedrijf, in onuitwisbare zwarte inkt; het merkteken moetduidelijk leesbaar zijn en gesteld in ten minste één van de talen van de EU.(7)Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(8)Invullen indien van toepassing.(9)Indien bij landen of gebieden voor broedeieren van loopvogels (HER)in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008 de codeN staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van Newcastle diseaseals omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 de land- of gebiedscode verdergebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaatofficiële beperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde landin verband met Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼B

Veterinair certificaat voor van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF)

LANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevens betreffende de zendingI.1. VerzenderI.2. Referentienummer certificaatI.2.a.Naam:I.3. Bevoegde centrale autoriteitAdres:I.4. Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5. GeadresseerdeI.6.Naam:Adres:Postcode:Tel.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11. Plaats van oorsprong/Plaats van de vangstI.12.Naam:Erkenningsnummer:Adres:Naam:Erkenningsnummer:Adres:Naam:Erkenningsnummer:Adres:I.13. Plaats van ladingI.14. VertrekdatumVertrektijdAdres:Erkenningsnummer:I.15. VervoermiddelenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in EUVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereI.17. CITES-nr(s)Identificatie:Referentiedocumenten:I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GN-code)04.07I.20. Aantal/HoeveelheidI.21.I.22. Aantal verpakkingenI.23. Nr. zegel en nr. containerI.24.I.25. Goederen gecertificeerd voorTechnisch gebruikI.26.I.27. Voor invoer of toelating in EUI.28. Identificatie van de goederenSoort (Wetenschappelijke benaming)IdentificatiesysteemIdentificatienummerHoeveelheid

LANDSPF (van specifieke pathogenen vrije eieren)Deel II: CertificeringII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. GezondheidsverklaringOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart, overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 90/539/EEG, dat de in dit certificaat beschreven SPF-eieren (1):II.1.1 afkomstig zijn van koppels kippen die:a) vrij zijn van specifieke pathogenen als beschreven in de Europese Farmacopee (2) en gunstig hebben gereageerd bij alle voor de toekenning van deze specifieke status vereiste tests en klinische onderzoeken; zij zijn met name negatief bevonden bij tests op aviaire influenza en Newcastle disease die minder dan 30 dagen vóór de verzending zijn verricht;b) ten minste één keer per week klinisch zijn onderzocht zoals beschreven in de Europese Farmacopee (2) en geen klinische ziekteverschijnselen vertoonden en er niet van werden verdacht te zijn besmet;c) ten minste de laatste zes weken vóór invoer in de Gemeenschap hebben verbleven in de in vak I.11 van deel I genoemde inrichting(en) die officieel is (zijn) erkend overeenkomstig voorschriften die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG:— waarvan de erkenning niet is geschorst of ingetrokken;— waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden;d) in de onder c) genoemde periode niet in contact zijn geweest met pluimvee dat niet aan de voorwaarden van dit certificaat voldoet, noch met wilde vogels;II.1.2 zoals aangegeven in vak I.28 van het certificaat onder „Identificatienummer” zijn gemerkt met gekleurde inkt;II.1.3 zijn verzameld van … tot en met … (data);II.1.4 worden vervoerd in schone, nieuwe wegwerpdozen:a) met alleen eieren van dezelfde inrichting;b) waarop duidelijk de volgende informatie vermeld staat:— de naam en de ISO-code van het land, het gebied, de zone of het compartiment van herkomst;— „Uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemde SPF-eieren”,— het aantal eieren,— de naam, het adres en het erkenningsnummer van de productie-inrichting,— de lidstaat van bestemming;c) die volgens de instructies van de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoud onmogelijk is en die lekdicht zijn.II.2. De containers en transportmiddelen waarin de onder II.1.4 bedoelde dozen worden vervoerd, zijn vóór het inladen gereinigd en ontsmet volgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeel I:— Vak I.8: indien nodig code van de zone of naam van het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.— Vak I.11: naam, adres en erkenningsnummer van het vermeerderingsbedrijf.— Vak I.15: registratienummer(s) van spoorwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.— Vak I.28: Identificatienummer: het op de eieren aangebrachte merkteken, inclusief nummer van de inrichting en ISO-code van het land van herkomst, invullen.

Deel II:(1) Broedeieren als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008 die afkomstig zijn van „koppels kippen die vrij zijn van specifieke pathogenen” als beschreven in de Europese Farmacopee en die uitsluitend voor diagnose, onderzoek of farmaceutisch gebruik bestemd zijn.(2) http://www.edqm.eu (meest recente uitgave).Dit certificaat is 15 dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Datum:Stempel:Hoedanigheid en titel:Handtekening:

▼M3

Veterinair certificaat voorslachtpluimvee en pluimvee om in het wild te worden uitgezet met uitzonderingvan loopvogels (SRP)LANDVeterinaircertificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Slacht £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)Hoeveelheid

LANDSRP (slachtpluimveeen pluimvee om in het wild te worden uitgezet m.u.v. loopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven pluimvee(1) aan de volgende voorwaarden voldoet:II.1.1de voorschriften van Richtlijn 2009/158/EG;II.1.2de dieren hebbenverbleven in:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]gedurende ten minstede laatste zes weken vóór invoer in de EU of sinds zij zijn uitgebroed indienzij jonger zijn dan zes weken. Indien het in het land, het gebied, de zoneof het compartiment van herkomst is ingevoerd, vond dit plaats overeenkomstigveterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffendeeisen van Richtlijn 2009/158/EG en van de op grond daarvan vastgestelde besluiten;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) (12) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]a)dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;b)waar een bewakingsprogramma voor aviaire influenza wordt uitgevoerdovereenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.4zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.4.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008,en(3) hetzij[a)het pluimvee is afkomstig van een inrichting waarin binnen 21 dagenvoorafgaande aan de invoer in de EU met negatief resultaat bewaking voor aviaireinfluenza is uitgevoerd;](3) hetzij[a)het pluimvee is de laatste 21 dagen voor de invoer in de EU afgezonderdgehouden van ander pluimvee en er is met negatief resultaat een virusdetectietestuitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza, op een aselecte steekproefvan cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs van ten minste 60 dieren inde zending of van alle dieren indien de zending uit minder dan 60 dieren bestaat;]b)het pluimvee is afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km de laatste 30dagen in geen enkele inrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.5zij zijn afkomstig uit een koppel dat niet tegen aviaire influenzais ingeënt;II.1.6de dieren hebbensinds zij zijn uitgebroed of ten minste de laatste 30 dagen verbleven in deinrichting(en) van herkomst,a)waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden,b)waaromheen zich in een gebiedmet een straal van 10 km dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van eenbuurland kan omvatten, ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraakvan hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease heeft voorgedaan;

II.1.7zij zijn afkomstigvan koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a)de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;(3)hetzijb)zij zijn niet ingeënt tegen Newcastle disease;](3)hetzij[b)zij zijn tegen Newcastle disease ingeënt met:(naam en type (levendof geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccins gebruikte NDV-stam)op de leeftijd van… weken;](5) [c)zij zijn opmet een officieelgoedgekeurd vaccin ingeënt tegen … (indien nodig herhalen);]…II.1.8zij zijn in de onderII.1.6 genoemde periode niet in contact geweest met pluimvee dat niet aande voorwaarden van dit certificaat voldoet, noch met wilde vogels.II.2Aanvullende garanties inzake de volksgezondheid(6)[Het in artikel10 van Verordening (EG) nr.2160/2003 bedoelde programma ter bestrijding vansalmonella en de specifieke voorschriften van Verordening (EG) nr.1177/2006voor het gebruik van antimicrobiële stoffen en vaccins zijn toegepast op hetkoppel van herkomst en het koppel is getest op salmonellaserotypen die vanbelang zijn voor de volksgezondheid.Datum van de laatstebemonstering van het koppel waarvan het testresultaat bekend is: …(dd/mm/jjjj).Resultaat van alle tests in het koppel:(3) (7)hetzij[positief.](3) (7)hetzij[negatief.]De laatste drieweken vóór invoer werden om andere redenen dan het programma ter bestrijdingvan salmonella:(3)hetzij[geen antimicrobiëlestoffen toegediend aan het slachtpluimvee.](3) (8)hetzij[de volgende antimicrobiëlestoffen toegediend aan het slachtpluimvee: …;]]II.3Aanvullende garantiesOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(9)[II.3.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaat met de in artikel 15,lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, is het in dit certificaatbeschreven pluimvee afkomstig van koppels die:(3)hetzij[niet zijn ingeënttegen Newcastle disease en in de laatste 14 dagen vóór verzending negatiefzijn gebleken bij een serologische test op de aanwezigheid van antilichamentegen Newcastle disease;](3)hetzij[tegen Newcastledisease zijn ingeënt, maar niet in de laatste 30 dagen vóór verzending meteen levend vaccin, en in de laatste 14 dagen vóór verzending negatief zijngebleken bij een virusisolatietest op Newcastle disease, uitgevoerd op eenaselecte steekproef van cloacaswabs of fecesmonsters van ten minste 60 dieren;]](5) [II.3.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:…;](9) [II.3.3wanneer de dieren bestemd zijn voor Finland ofZweden:(3) hetzij[hebben zij negatiefgereageerd op een microbiologische test die steekproefsgewijs op het bedrijfvan herkomst is verricht overeenkomstig Beschikking 95/410/EG;](3) hetzij[komen zij van een bedrijf waarvoor een programma geldtdat door de Europese Commissie als gelijkwaardig aan het nationale programmavan Finland, respectievelijk Zweden, is erkend.]]

II.4Aanvullende gezondheidsvoorschriftenOndergetekende, officieel dierenarts,verklaart hetgeen volgt:(10)[hoewel het gebruik van vaccins tegen Newcastledisease die niet aan de in bijlage VI, deel II, bij Verordening (EG) nr.798/2008vastgestelde specifieke criteria voldoen, niet verboden is in:(2) (3)hetzij[het gebied met code …,](3) (4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]is het in dit certificaat beschrevenpluimvee:a)ten minste de laatste 12 maanden niet met dergelijke vaccins ingeënt;b)afkomstig uit eenkoppel dat in een officieel laboratorium in de 14 dagen vóór verzending eenvirusisolatietest op Newcastle disease heeft ondergaan, uitgevoerd op eenaselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste 60 dieren per koppel,waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex(ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;c)in de 60 dagen vóór verzending nietin contact geweest met pluimvee dat niet voldoet aan de voorwaarden ondera) en b);d)in de onder b) genoemde periode van 14 dagen onder officiële bewakingop de inrichting van herkomst afgezonderd gehouden.](11) II.5Verklaring inzakehet vervoer van de dierenOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaatbeschreven pluimvee in kratten of kooien wordt vervoerd:a)die uitsluitendpluimvee van eenzelfde soort, categorie en type, afkomstig van dezelfde inrichting,bevatten;b)die volgens de instructies van de bevoegde autoriteit zo zijn geslotendat verwisseling van de inhoud onmogelijk is;c)die, evenals devoertuigen waarmee ze worden vervoerd, zo zijn ontworpen dat:i)tijdens het vervoer geen uitwerpselen en zo weinig mogelijk veren kunnenworden verloren;ii)het pluimvee visueel kan worden geïnspecteerd;iii)zij kunnen worden gereinigd en ontsmet;d)die, evenals devoertuigen waarmee ze worden vervoerd, vóór het laden zijn gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeelI:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.15: registratienummer(s)van wagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummersvan vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totaleaantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel teworden vermeld in vak I.23.—Vak I.19: de juisteGS-code (geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie) gebruiken:01.05 of 01.06.39.DeelII:(1)Pluimvee als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 met uitzonderingvan loopvogels.(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Invullen indien van toepassing.(6)Deze garantie geldt alleen voorpluimvee van de soortGallus gallus.

►(1) M5

(7)Alsvoor de volgende serotypen een of meer van de resultaten positief waren tijdensde levensduur van het koppel van herkomst, aangeven als positief: Salmonella Enteritidis en Salmonella Typhimurium.(8)Indien van toepassing naam van het gebruikte product en werkzame stofinvullen.(9)Doorhalen indiende zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(10)Deze garantie is alleen vereist voor pluimvee afkomstig uit landen,gebieden, zones of compartimenten waarop artikel 13, lid 1, van Verordening(EG) nr.798/2008 van toepassing is.(11)Overeenkomstig Verordening(EG) nr. 1/2005 worden de dieren door de bevoegde autoriteiten van de lidstatengecontroleerd om na te gaan of zij na binnenkomst in de EU geschikt zijn voorverder vervoer. Indien niet aan de eisen wordt voldaan, moeten de dieren wordenuitgeladen en moeten nadere maatregelen worden genomen.(12)Indien bij landen of gebieden voor slachtpluimvee en pluimvee om inhet wild te worden uitgezet met uitzondering van loopvogels (SRP) in kolom6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008 de code N staat,betekent dit dat in geval van een uitbraak van Newcastle disease als omschrevenin Verordening (EG) nr.798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt,maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiëlebeperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verbandmet Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

Veterinaircertificaat voor slachtloopvogels (SRA)LANDVeterinaircertificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekUur van vertrekAdresErkenningsnummerI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.CITES-nr(s)Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)01.06.39I.20.HoeveelheidI.21.I.22.Aantal verpakkingenI.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.I.25.Goederen gecertificeerd voor:Slacht £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenSoort(wetenschappelijke benaming)IdentificatiesysteemIdentificatienummerHoeveelheid

LANDSRA(slachtloopvogels)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart, overeenkomstig Richtlijn 2009/158/EG, datde in dit certificaat beschreven loopvogels (1)aan de volgende voorwaarden voldoen:II.1.1zij zijn afkomstiguit:(2)(3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]waar zij gedurendeten minste de laatste zes weken vóór invoer in de EU of sinds zij zijn uitgebroedindien zij jonger zijn dan zes weken hebben verbleven. Indien zij in het land,het gebied, de zone of het compartiment van herkomst zijn ingevoerd, vonddit plaats overeenkomstig veterinaire voorschriften die ten minste even stringentzijn als de desbetreffende eisen van Richtlijn 2009/158/EG en van de op gronddaarvan vastgestelde besluiten;II.1.2zij zijn afkomstiguit:(2)(3) (9) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[a)dat (die) vrij was (waren) van Newcastle disease als omschreven inVerordening (EG) nr. 798/2008;](3) (5) hetzij[a)dat niet vrij was van Newcastle disease als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;]b)waar een bewakingsprogrammavoor aviaire influenza wordt uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EG) nr.798/2008;II.1.3zij zijn afkomstig uit:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](3)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,](3) hetzij[II.1.3.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene en laagpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening(EG) nr. 798/2008;](3) hetzij[II.1.3.1dat (die) op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was (waren)van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008,en(3) hetzij[a)de loopvogels zijn afkomstig van een inrichting waarin binnen 21 dagenvoorafgaande aan de invoer in de EU met negatief resultaat bewaking voor aviaireinfluenza is uitgevoerd;](3) hetzij[a)de loopvogels zijn de laatste 21 dagen voor de invoer in de EU afgezonderdgehouden van andere vogels en er is met negatief resultaat een virusdetectietestuitgevoerd met betrekking tot aviaire influenza, op een aselecte steekproefvan cloacaswabs en trachea- of orofarynxswabs van ten minste 60 dieren inde zending of van alle dieren indien de zending uit minder dan 60 dieren bestaat;]b)de loopvogels zijn afkomstig van een inrichting:—waaromheen zich in een gebied met een straal van 1 km op geen enkeleinrichting laagpathogene aviaire influenza heeft voorgedaan;—waar er geen epidemiologisch verband is met een inrichting waar delaatste 30 dagen aviaire influenza is vastgesteld;]II.1.4zij zijn afkomstig uit een koppel dat niet tegen aviaire influenzais ingeënt;II.1.5de dieren hebbensinds zij zijn uitgebroed of ten minste de laatste 30 dagen verbleven in deinrichting(en) van herkomst,a)waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden,b)waaromheen zich in een gebiedmet een straal van 10 km dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van eenbuurland kan omvatten, ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraakvan hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease heeft voorgedaan;

II.1.6zij zijn afkomstigvan koppels die aan de volgende voorwaarden voldoen:a)de dieren zijn op de dag vanafgifte van dit certificaat onderzocht en vertoonden geen klinische ziekteverschijnselenen werden er niet van verdacht te zijn besmet;(3)hetzij[(b)zij zijn niet ingeënt tegenNewcastle disease;](3)hetzij[(b)zij zijn tegen Newcastle diseaseingeënt met:(naam en type (levend of geïnactiveerd) van de in het vaccin/de vaccinsgebruikte NDV-stam)op de leeftijd van … weken;](7) [c)zij zijn opmet een officieel goedgekeurd vaccin ingeënt tegen …(indien nodig herhalen);] …II.1.7de dieren zijn op de dag van afgifte van dit certificaat onderzochten vertoonden geen klinische ziekteverschijnselen en werden er niet van verdachtte zijn besmet;II.1.8zij zijn in de onderII.1.5 genoemde periode niet in contact geweest met pluimvee dat niet aande voorwaarden van dit certificaat voldoet, noch met wilde vogels.II.2Aanvullende garantiesOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:(6) [II.2.1wanneer de zending bestemd is voor een lidstaatmet de in artikel 15, lid 2, van Richtlijn 2009/158/EG genoemde status, zijnde in dit certificaat beschreven loopvogels:(3)hetzij[niet ingeënt tegenNewcastle disease en in de laatste 14 dagen vóór verzending negatief geblekenbij een serologische test op de aanwezigheid van antilichamen tegen Newcastledisease;](3)hetzij[tegen Newcastledisease ingeënt, maar niet in de laatste 30 dagen vóór verzending met eenlevend vaccin, en in de laatste 14 dagen vóór verzending negatief geblekenbij een virusisolatietest op Newcastle disease, uitgevoerd op een aselectesteekproef van cloacaswabs of fecesmonsters van ten minste 60 dieren;]](7) [II.2.2aan de volgende aanvullende garanties, die doorde lidstaat van bestemming zijn gevraagd overeenkomstig artikel 16 en/of artikel17 van Richtlijn 2009/158/EG, is voldaan:;](6) [II.2.3wanneer de loopvogels bestemd zijn voor Finlandof Zweden:(3)hetzij[hebben zij negatiefgereageerd op een microbiologische test die steekproefsgewijs in de inrichtingvan herkomst is verricht overeenkomstig Beschikking 95/410/EG;](3)hetzij[komen zij van eeninrichting waarvoor een programma geldt dat door de Europese Commissie alsgelijkwaardig aan het nationale programma van Finland, respectievelijk Zweden,is erkend.]]II.3Aanvullende gezondheidsvoorschriftenvoor landen die niet vrij zijn van Newcastle disease(5)[Ondergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven loopvogelsaan de volgende voorwaarden voldoen:a)zij zijn ten minste de laatste21 dagen vóór invoer in de EU onder officiële bewaking gehouden in een doorde bevoegde autoriteiten erkend quarantainestation, als omschreven in artikel2 van Richtlijn 2009/158/EG;(erkenningsnummer en adres van het quarantainestation:…);b)zij hebben in een officieellaboratorium, tussen zeven en tien dagen nadat zij in quarantaine zijn geplaatst,een virusisolatietest op Newcastle disease ondergaan, uitgevoerd op cloacaswabsof fecesmonsters van elk dier, waarbij geen isolaat van het aviaire paramyxovirus(type 1) met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4is gevonden. Voor elk dier heeft de test een gunstig resultaat opgeleverdvoordat zij het quarantainestation hebben verlaten om in de EU te worden ingevoerd;c)zijkomen uit koppels waarbij ten minste de laatste zes maanden vóór invoer inde EU bewaking ten aanzien van Newcastle disease is uitgevoerd aan de handvan een op statistische gegevens gebaseerd bemonsteringsplan, met negatiefresultaat.]

II.4Verklaring inzakehet vervoer van de dieren(8)Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaartdat de in dit certificaat beschreven loopvogels in kratten of kooien wordenvervoerd:a)die uitsluitend loopvogels van eenzelfde soort, categorie en type,afkomstig van dezelfde inrichting, bevatten;b)die volgens de instructiesvan de bevoegde autoriteit zo zijn gesloten dat verwisseling van de inhoudonmogelijk is;c)die, evenals de voertuigen waarmee ze worden vervoerd, zo zijn ontworpendat:i)tijdens het vervoer geen uitwerpselen en zo weinig mogelijk veren kunnenworden verloren;ii)de loopvogels visueel kunnen worden geïnspecteerd;iii)zij kunnen worden gereinigd en ontsmet;d)die, evenals devoertuigen waarmee ze worden vervoerd, vóór het laden zijn gereinigd en ontsmetvolgens de instructies van de bevoegde autoriteit.OpmerkingenDeelI:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.15: registratienummer(s)van wagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummersvan vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totaleaantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel teworden vermeld in vak I.23.DeelII:(1)Loopvogels: dieren van de orde Struthioniformes (Casuariidae, Rheidae,Struthionidae). Na invoer moeten de loopvogels onverwijld naar het slachthuisvan bestemming worden gebracht overeenkomstig artikel 18, lid 5, tweede alinea,van Richtlijn 2009/158/EG.(2)Gebiedscode alsvermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008.(3)Doorhalen wat niet van toepassing is.(4)Naam van compartiment(en) invullen.(5)Alleen van toepassing op de landen met de code „V” in kolom 5 van deel1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008. Dit geldt echter niet voorslachtloopvogels afkomstig uit compartimenten.(6)Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(7)Invullen indien van toepassing.(8)Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2005 worden de dieren door debevoegde autoriteiten van de lidstaten gecontroleerd om na te gaan of zijna binnenkomst in de EU geschikt zijn voor verder vervoer. Indien niet aande eisen wordt voldaan, moeten de dieren worden uitgeladen en moeten naderemaatregelen worden genomen.(9)Indien bij landenof gebieden voor slachtloopvogels (SRA) in kolom 6 van deel 1 van bijlageI bij Verordening (EG) nr.798/2008 de code N staat, betekent dit dat in gevalvan een uitbraak van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG)nr.798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delenwaarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiële beperkendemaatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verband met Newcastledisease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.Dit certificaatis tien dagen geldig.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼M9

Model van veterinair certificaat voor vlees van pluimvee (POU)

Deel I: Gegevens betreffende de zendingLAND:Veterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.a.I.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11. Plaats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresI.12.I.13. Plaats van ladingI.14. Datum van vertrekI.15. VervoermiddelVliegtuigSchipTreinwagonWegvoertuigAnderIdentificatieReferentiedocumentenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUI.17.I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21. Temperatuur productenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voor:Menselijke consumptieI.26.I.27. Voor invoer of toelating in de EUI.28. Identificatie van de goederenErkenningsnummer van inrichtingenSoorten(wetenschappelijke productbenaming)Aard van productSoort behandelingSlachthuisUitsnijderijKoelhuisAantal verpakkingenNettogewicht

►(1) M11

Deel II: CertificeringLANDPOU (vlees van pluimvee)II. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Verklaring inzake de volksgezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat hij kennis heeft van de desbetreffende bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 en dat het in dit certificaat beschreven vlees van pluimvee (1) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name:a) afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;b) geproduceerd is overeenkomstig de voorschriften van de secties II en V van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;c) op grond van een overeenkomstig sectie IV, hoofdstuk V, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004 uitgevoerde ante- en postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;d) het vlees van een identificatiemerk is voorzien overeenkomstig sectie I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 853/2004;e) voldoet aan de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen;f) met betrekking tot levende dieren en producten daarvan alle garanties worden geboden die zijn vervat in de overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG, en met name artikel 29 daarvan, ingediende plannen betreffende residuen;(2) [g) het voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1688/2005 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren.]II.2. Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven vlees van pluimvee aan de volgende voorwaarden voldoet:II.2.1. het is afkomstig uit:(3) (4) (6) hetzij [het gebied met code …;](4) (5) hetzij [het/de compartiment(en) …;]dat (die) op de datum waarop dit certificaat wordt afgegeven, vrij was (waren) van:hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008, en Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008;II.2.2. het vlees is verkregen van pluimvee dat:(4) hetzij [niet is ingeënt tegen aviaire influenza;](4) hetzij [tegen aviaire influenza is ingeënt volgens een vaccinatieprogramma overeenkomstig Verordening (EG) nr. 798/2008, met:(naam en type vaccin(s))op de leeftijd van … weken;]II.2.3. het vlees is verkregen van pluimvee dat is gehouden in:(3) (4) (9) hetzij [het (de) gebied(en) met code …;](4) (5) (9) hetzij [het/de compartiment(en) …;]sinds het is uitgekomen of als eendagskuikens of slachtpluimvee is ingevoerd uit a) een of meer derde landen die voor het desbetreffende product zijn opgenomen in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008, waarbij die invoer plaatsvond onder voorwaarden die ten minste gelijkwaardig zijn aan de in die verordening opgenomen voorwaarden;II.2.4. het vlees is verkregen van pluimvee dat komt van inrichtingen:a) waarvoor geen veterinairrechtelijke verbodsbepalingen gelden;b) waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomend geval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease heeft voorgedaan;]II.2.5. het vlees is verkregen van pluimvee dat:

LANDPOU (vlees van pluimvee)II. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.(7) a) is geslacht op … (dd/mm/jjjj) of tussen …dd/mm/jjjj) en …(dd/mm/jjjj);b) niet is geslacht in het kader van een veterinairrechtelijk programma voor de bestrijding of de uitroeiing van een pluimveeziekte;c) tijdens het vervoer naar het slachthuis niet in contact geweest is met pluimvee dat met hoogpathogene aviaire influenza of met Newcastle disease besmet was;II.2.6. a) het vlees komt van erkende slachthuizen waarvoor op het moment van het slachten geen beperkende maatregelen golden in verband met een vermoedelijke of een bevestigde uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van Newcastle disease en waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak van aviaire hoogpathogene influenza of van Newcastle disease heeft voorgedaan;b) het vlees is tijdens het slachten, het uitsnijden, de opslag of het vervoer nooit in contact geweest met pluimvee of vlees met een lagere gezondheidsstatus;(8) [II.2.7. het vlees is afkomstig van slachtpluimvee:a) dat niet is ingeënt met levende verzwakte vaccins op basis van een master seed van het Newcastlediseasevirus met een hogere pathogeniteit dan lentogene virusstammen;b) dat in een officieel laboratorium tijdens het slachten een virusisolatietest op Newcastle disease heeft ondergaan, uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste zestig dieren per koppel, waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;c) dat in de 30 dagen vóór het slachten niet in contact is geweest met pluimvee dat niet voldoet aan de voorwaarden onder a) en b).]]II.3. Verklaring inzake het dierenwelzijnOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat hij Richtlijn 93/119/EG gelezen en begrepen heeft en dat het in dit certificaat beschreven vlees verkregen is van pluimvee dat in het slachthuis vóór en tijdens het slachten of doden is behandeld met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 93/119/EG.OpmerkingenDeel I:Vak I.8.: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008;Vak I.11.: naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending;Vak I.15.: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23;Vak I.19.: gebruik de juiste code van het Geharmoniseerd Systeem (HS) van de Werelddouaneorganisatie: 02.07 of 02.08.90.Deel II:(1) „Onder vlees” van pluimvee wordt verstaan: de eetbare delen van gekweekte vogels, met inbegrip van vogels die niet als landbouwhuisdier worden beschouwd, maar wel als landbouwhuisdier worden gekweekt, met uitzondering van loopvogels, die ter bevordering van de houdbaarheid geen andere behandeling dan een koudebehandeling hebben ondergaan; vacuümverpakt vlees of vlees in gasverpakking moet eveneens vergezeld gaan van een certificaat volgens dit model.(2) Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.(3) Gebiedscode als vermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(4) Doorhalen wat niet van toepassing is.(5) Naam van compartiment(en) invullen(6) Indien bij landen of gebieden voor vlees van pluimvee (POU) in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 de code „N” staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van Newcastle disease als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008 de land- of gebiedscode verder gebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaat officiële beperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde land in verband met Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.

►(2) M22

►(2) M22

LANDPOU (vlees van pluimvee)II. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.(7) Datum of data van slachting invullen. Invoer van dit vlees is niet toegestaan als het verkregen is van pluimvee dat is geslacht in het gebied of het (de) compartiment(en) als genoemd onder II.2.1 in een periode waarin beperkende maatregelen van de Europese Unie golden voor de invoer van vlees uit het (de) betrokken gebied respectievelijk compartiment(en).(8) Alleen van toepassing op de landen met de code „VI” in kolom 5 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(9) Indien het vlees afkomstig is van slachtpluimvee uit een of meer andere derde landen waaruit dat product volgens deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 in de Europese Unie mag worden ingevoerd, moet(en) de code(s) van dat (die) land(en) of gebied(en) daarvan worden vermeld alsmede de code van het derde land waar het pluimvee is geslacht.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼B

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee (POU-MI/MSM)

(Nog niet vastgesteld)

▼M3

Veterinaircertificaat voor vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie(RAT)LANDVeterinaircertificaat voor de invoer inDeel I: Gegevensbetreffende de zendingI.1.VerzenderI.2.Referentienummer certificaatI.2.aNaamI.3.Bevoegde centrale autoriteitAdresI.4.Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5.GeadresseerdeI.6.NaamAdresPostcodeTel.I.7.Land van oorsprongISO-codeI.8.Regiovan oorsprongCodeI.9.Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11.Plaats van oorsprongI.12.NaamErkenningsnummerAdresI.13.Plaats van ladingI.14.Datum van vertrekI.15.VervoermiddelenI.16.Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUVliegtuig£Vaartuig£Treinwagon £Wegvoertuig£Andere£Identificatie:I.17.Referentiedocumenten:I.18.Omschrijving van de goederenI.19.Productcode (GS-code)02.08.90I.20.HoeveelheidI.21.ErzeugnistemperaturI.22.Aantal verpakkingenUmgebungstemperatur £Gekühlt £Gefroren £I.23.Zegelnummer/ContainernummerI.24.Aard van de verpakkingI.25.Goederen gecertificeerd voor:Menselijkeconsumptie £I.26.I.27.Voor invoer of toelating in de EU £I.28.Identificatie van de goederenErkenningsnummervan inrichtingenSoort(wetenschappelijkebenaming)Aardvan de goederenSlachthuisVerwerkingsbedrijfKoelhuisAantalverpakkingenNettogewicht

LANDRAT(vlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie)Deel II: CertificeringII.Informatie over de gezondheidII.aReferentienummer certificaatII.b.II.1Verklaring inzake de volksgezondheidOndergetekende,officieel dierenarts, verklaart dat hij kennis heeft van de desbetreffendebepalingen van de Verordeningen (EG) nr.178/2002, (EG) nr.852/2004, (EG)nr.853/2004 en (EG) nr.854/2004 en dat het in dit certificaat beschrevenvlees van loopvogels (1) overeenkomstig deze voorschriftenis geproduceerd en met name:a)afkomstig is vaneen of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr.852/2004een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;b)geproduceerd is overeenkomstig de voorschriften van de secties IIIen V van bijlage III bij Verordening (EG) nr.853/2004;c)op grond van een overeenkomstig sectie IV, hoofdstukVII, van bijlage I bij Verordening (EG) nr.854/2004 uitgevoerde ante- enpostmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden (2);d)van een identificatiemerkis voorzien overeenkomstig sectie I van bijlage II bij Verordening (EG) nr.853/2004;e)met betrekking tot levende dieren en producten daarvan alle garantiesworden geboden die zijn vervat in de op grond van artikel 29 van Richtlijn96/23/EG ingediende plannen betreffende residuen.II.2Verklaring inzakede diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts,verklaart dat het in dit certificaat beschreven vlees van loopvogels aan devolgende voorwaarden voldoet:II.2.1het is afkomstiguit:(2)(3) (5) hetzij[het gebied met code …,](2)(4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]dat (die) op dedatum waarop dit certificaat wordt afgegeven, vrij was (waren) van:hoogpathogene aviaireinfluenza als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008, en(6) [Newcastledisease als omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008;]II.2.2het vlees is verkregen van loopvogels die:(2) hetzij[niet zijn ingeënttegen aviaire influenza;](2) hetzij[zijn ingeënt tegenaviaire influenza volgens een vaccinatieprogramma overeenkomstig Verordening(EG) nr. 798/2008, met:(naam en type vaccin(s))op de leeftijd van… weken;](7) zijngeslacht op … (dd/mm/jjjj) of tussen … (dd/mm/jjjj) en …(dd/mm/jjjj);II.2.3het vlees is:(2)(6) hetzij[II.2.3.1verkregen van gekweekte loopvogelsdie ononderbroken zijn gehouden in:(2) (3) hetzij[het gebied met code…,](2) (4) hetzij[het/de compartiment(en)…,]gedurende ten minste drie maandenvoor de slacht of sinds zij zijn uitgekomen;](2)(8) hetzij[II.2.3.1zonder been en zonder huid en isverkregen van gekweekte loopvogels die ononderbroken zijn gehouden in:(2) (3) hetzij[het gebied met code …,](2) (4) hetzij[het/de compartiment(en) …,]gedurendeten minste drie maanden voor de slacht of sinds zij zijn uitgekomen;]

II.2.4het vlees is:(6)(2) hetzij[II.2.4.1verkregen van loopvogelsvan een of meer inrichtingen:a)waar regelmatig veterinaire controles worden verricht voor de opsporingvan op mens of dier overdraagbare ziekten;b)waarvoor geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen gelden inverband met een ziekte waarvoor loopvogels en/of ander pluimvee gevoelig zijn/is;c)waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km dat, in voorkomendgeval, ook grondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastledisease heeft voorgedaan;](8) (2) hetzij[II.2.4.1zonder been en zonder huid en is afkomstig van loopvogels die zijnopgefokt of ten minste de laatste drie maanden vóór het slachten zijn gehoudenin inrichtingen:a)waar regelmatig veterinaire controles worden verricht voor de opsporingvan op mens of dier overdraagbare ziekten;b)waarvoor geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen gelden inverband met een ziekte waarvoor loopvogels en/of ander pluimvee gevoelig zijn/is;c)waar zich in de laatste zes maanden geen enkele uitbraak van hoogpathogeneaviaire influenza of van Newcastle disease heeft voorgedaan, en waaromheenzich in een gebied dat zich uitstrekt tot 10 km buiten de omtrek van dat deelvan de inrichting waar de loopvogels worden gehouden en dat eventueel ookgrondgebied van een buurland kan omvatten, ten minste in de laatste drie maandengeen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of van Newcastledisease heeft voorgedaan;](2) hetzij[II.2.4.1zonder been en zonder huid en is afkomstig van loopvogels uit landenin Azië of Afrika die:a)ten minste de laatste14 dagen vóór het slachten geïsoleerd in een teekvrije ruimte zijn gehouden,waarbij een officieel goedgekeurd programma voor de bestrijding van knaagdierenis toegepast;b)voordat zij naarde teekvrije ruimte zijn gebracht,(2) hetzij[onderzocht en teekvrijbevonden zijn;](2) hetzij[zo zijn behandelddat alle eventueel aanwezige teken gegarandeerd zijn vernietigdmet(specificatie van de behandeling):,waarbij deze behandeling geen aantoonbareresiduen in het vlees van de loopvogels heeft achtergelaten;]c)bij aankomst inhet slachthuis (per batch) op teken zijn onderzocht, waarbij geen teken zijngevonden;]II.2.5het vlees is nietverkregen van loopvogels die zijn geslacht in het kader van een veterinairrechtelijkprogramma voor de bestrijding of de uitroeiing van ziekten bij pluimvee en/ofloopvogels;II.2.6het is afkomstigvan loopvogels:(2)(6) (9) hetzij[II.2.6.1die in de laatste dertig dagen vóór het slachten met een levend vaccintegen Newcastle disease zijn ingeënt;](2)(6) hetzij[II.2.6.1die in de laatstedertig dagen vóór het slachten niet met een levend vaccin tegen Newcastledisease zijn ingeënt;](2) (8) hetzij[II.2.6.1die niet zijn ingeënt tegen Newcastle disease;](2)(8) hetzij[II.2.6.1die tegen Newcastledisease zijn ingeënt met een levend vaccin dat niet voldoet aan de eisen vanbijlage VI bij Verordening (EG) nr.798/2008, maar de inenting is niet inde laatste dertig dagen vóór het slachten uitgevoerd;](2)(8) hetzij[II.2.6.1die tegen Newcastledisease zijn ingeënt met een geïnactiveerd vaccin dat voldoet aan de eisenvan bijlage VI bij Verordening (EG) nr.798/2008;](8)(10) [II.2.7het is afkomstigvan loopvogels uit inrichtingen waar ten minste gedurende de laatste zes maandenvóór invoer in de EU bewaking ten aanzien van Newcastle disease is uitgevoerdaan de hand van een op statistische gegevens gebaseerd bemonsteringsplan,met negatief resultaat;]II.2.8het is afkomstig van loopvogels die tijdens het vervoernaar het slachthuis niet in contact zijn geweest met pluimvee en/of loopvogelsdie met hoogpathogene aviaire influenza of met Newcastle disease besmet waren;

II.2.9het vlees komt van erkende slachthuizen waarvoorop het moment van het slachten geen beperkende maatregelen golden in verbandmet een vermoedelijke of een bevestigde uitbraak van hoogpathogene aviaireinfluenza of van Newcastle disease en waaromheen zich in een gebied met eenstraal van 10 km ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak vanaviaire hoogpathogene influenza of van Newcastle disease heeft voorgedaan,enhet vlees is tijdens het slachten,het uitsnijden, de opslag en het vervoer nooit in contact geweest met loopvogelsof vlees die niet voldoen aan Verordening (EG) nr.853/2004.II.3Verklaring inzakehet dierenwelzijnOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat hij Richtlijn 93/119/EGgelezen en begrepen heeft en dat het in dit certificaat beschreven vlees verkregenis van loopvogels die in het slachthuis vóór en tijdens het slachten of dodenzijn behandeld met inachtneming van de desbetreffende bepalingen van Richtlijn93/119/EG.OpmerkingenDeel I:—Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomstvermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.—Vak I.11: naam,adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.—Vak I.15: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen vanschepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoerin containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing,het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.Deel II:(1)Onder vlees van loopvogels wordt verstaan: alle voor menselijke consumptiegeschikte delen, met uitzondering van slachtafval, van gekweekte loopvogelsdie ter bevordering van de houdbaarheid geen andere behandeling dan een koudebehandelinghebben ondergaan; vacuümverpakt vlees of vlees in gasverpakking moet eveneensvergezeld gaan van een certificaat volgens dit model.(2)Doorhalen wat niet van toepassing is.(3)Gebiedscode als vermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening(EG) nr.798/2008.(4)Naam van compartiment(en)invullen.(5)Indien bij landenof gebieden voor vlees gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie (RAT)in kolom 6 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr.798/2008 de codeN staat, betekent dit dat in geval van een uitbraak van Newcastle diseaseals omschreven in Verordening (EG) nr.798/2008 de land- of gebiedscode verdergebruikt wordt, maar dat delen waarvoor op de datum van afgifte van dit certificaatofficiële beperkende maatregelen gelden die het desbetreffende derde landin verband met Newcastle disease heeft ingesteld, hiervan zijn uitgesloten.(6)Niet van toepassing op de landen met de code „VII” in kolom 5 van deel1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(7)Datum of data van slachting invullen. Invoer van dit vlees is niettoegestaan als het verkregen is van loopvogels die zijn geslacht in het gebiedof het (de) compartiment(en) als genoemd onder II.2.1 in een periode waarinbeperkende maatregelen van de EU golden voor de invoer van vlees uit het (de)betrokken gebied of compartiment(en).(8)Alleen van toepassing op de landen met de code „VII” in kolom 5 vandeel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(9)Dergelijke zendingen mogen niet naar Finland of Zweden worden verzonden.(10)Bij niet-gevaccineerde koppels is deze bewaking gebaseerd op serologischetests, en bij gevaccineerde koppels op onderzoek van tracheaswabs.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid entitel:Datum:Handtekening:Stempel:

►(2) M22

►(2) M22

▼B

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van gekweekte loopvogels voor menselijke consumptie (RAT-MI/MSM)

(Nog niet vastgesteld)

Veterinair certificaat voor vlees van vrij vederwild (WGM)

LANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevens betreffende de zendingI.1. VerzenderI.2. Referentienummer certificaatI.2.a.Naam:I.3. Bevoegde centrale autoriteitAdres:I.4. Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5. GeadresseerdeI.6.Naam:Adres:Postcode:Tel.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11. Plaats van oorsprong/Plaats van de vangstI.12.Naam:Erkenningsnummer:Adres:I.13. Plaats van ladingI.14. VertrekdatumI.15. VervoermiddelenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in EUVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereI.17.Identificatie:Referentiedocumenten:I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GN-code)02.08.90I.20. Aantal/HoeveelheidI.21. Temperatuur productenI.22. Aantal verpakkingenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.23. Nr. zegel en nr. containerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voorMenselijke consumptieI.26.I.27. Voor invoer of toelating in EUI.28. Identificatie van de goederenErkenningsnummer van inrichtingenSoort (Wetenschappelijke benaming)Soort productSlachthuisVerwerkingsbedrijfKoelhuisAantal verpakkingenNettogewicht

LANDWGM (vlees van vrij vederwild)Deel II: CertificeringII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1 Verklaring inzake de volksgezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat hij kennis heeft van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nrs. 178/2002, 852/2004, 853/2004 en 854/2004 en dat het in dit certificaat beschreven vlees van vrij vederwild (1) overeenkomstig deze voorschriften is geproduceerd en met name:a) afkomstig is van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;b) geproduceerd is overeenkomstig de voorschriften van sectie IV van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;c) op grond van een overeenkomstig sectie IV, hoofdstuk VIII, van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 854/2004 uitgevoerde ante- en postmortemkeuring geschikt voor menselijke consumptie is bevonden;d) van een identificatiemerk is voorzien overeenkomstig sectie I van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 853/2004;e) met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, alle garanties worden geboden die zijn vervat in de overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG, en met name artikel 29, ingediende plannen betreffende residuen.II.2 Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het in dit certificaat beschreven vlees van vrij vederwild aan de volgende voorwaarden voldoet:II.2.1 a) het is verkregen van vrij vederwild dat is gedood in(2) (3) hetzij [het gebied met code …,](2) (4) hetzij [het/de compartiment(en) …]waar ten minste de laatste 30 dagen geen veterinairrechtelijke beperkende maatregelen hebben gegolden in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease;b) het is verkregen van dieren die binnen twaalf uur nadat ze zijn gedood, zijn vervoerd naar een verzamelplaats en/of naar een erkende vrijwildverwerkingsinrichting om er te worden gekoeld;II.2.2 het is afkomstig uit:(2) hetzij [een verzamelplaats,](2) hetzij [een erkende vrijwildverwerkingsinrichting,](2) hetzij [een verzamelplaats en een erkende vrijwildverwerkingsinrichting,]waarvoor op het tijdstip van het opmaken geen beperkende maatregelen golden in verband met een vermoedelijke of werkelijke uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease;II.2.3 het is verkregen en gekeurd overeenkomstig de Verordeningen (EG) nrs. 853/2004 en 854/2004;(2) hetzij [II.2.4 wanneer het gaat om vers vlees of om vrij vederwild zonder veren en ingewanden, is het vlees verkregen en gekeurd overeenkomstig de Verordeningen (EG) nrs. 853/2004 en 854/2004;](2) hetzij [wanneer het gaat om vrij vederwild met veren en ingewanden:a) is het vlees gedurende ten hoogste de laatste 15 dagen vóór de voorgenomen dag van invoer koel bewaard bij een temperatuur van ten hoogste +4 °C, maar is het niet bevroren of diepgevroren;b) heeft een officiële dierenarts een representatief monster van de karkassen gekeurd en is het vlees verkregen en gekeurd overeenkomstig de Verordeningen (EG) nrs. 853/2004 en 854/2004;c) is het vlees geïdentificeerd door het aanbrengen van een officieel merkteken ter aanduiding van de herkomst, overeenkomstig de onder I.28 opgenomen beschrijving;]

(5) II.2.5 het is verkregen van vrij vederwild dat is gedood op of tussen …;II.2.6 het vlees voldoet aan de bepalingen van Richtlijn 96/23/EG, en in het bijzonder de artikelen 29 en 30.II.2.7 Aanvullende garanties:Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het vrij vederwild:(2) (6) hetzij [van veren en ingewanden ontdaan is.](2) (6) hetzij [niet van veren en ingewanden ontdaan is, maar per vliegtuig zal worden vervoerd.]OpmerkingenDeel I:— Vak I.8: indien nodig code van de zone of naam van het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.— Vak I.11: naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.— Vak I.15: registratienummer(s) van spoorwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.— Vak I.28: (Aard van de goederen): kies een van de volgende categorieën: vrij vederwild zonder veren en zonder ingewanden/vrij vederwild met veren en ingewanden.Deel II:(1) Onder vlees van vrij vederwild wordt verstaan: alle voor menselijke consumptie geschikte delen, met uitzondering van slachtafvallen, van vrij vederwild, met uitzondering van vrij vederwild met veren en ingewanden, die ter bevordering van de houdbaarheid geen andere behandeling dan een koudebehandeling hebben ondergaan; vacuümverpakt vlees of vlees in gasverpakking moet eveneens vergezeld gaan van een certificaat volgens dit model.(2) Doorhalen wat niet van toepassing is.(3) Gebiedscode als vermeld in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(4) Naam van compartiment(en) invullen.(5) Datum of data van slachting invullen. Invoer van dit vlees is niet toegestaan als het verkregen is van dieren die zijn geslacht in een gebied of compartiment in een periode waarin beperkende maatregelen van de Europese Gemeenschap golden voor de invoer van vlees uit dit gebied respectievelijk compartiment.(6) Alleen van toepassing op de landen met de code „VIII” in kolom 5 („AG”) van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Datum:Stempel:Hoedanigheid en titel:Handtekening:

Veterinair certificaat voor gehakt vlees en separatorvlees van vrij vederwild (WGM-MI/MSM)

(Nog niet vastgesteld)

Veterinair certificaat voor eieren (E)

LANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUDeel I: Gegevens betreffende de zendingI.1. VerzenderI.2. Referentienummer certificaatI.2.a.Naam:I.3. Bevoegde centrale autoriteitAdres:I.4. Bevoegde lokale autoriteitTel.I.5. GeadresseerdeI.6.Naam:Adres:Postcode:Tel.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10. Regio van bestemmingCodeI.11. Plaats van oorsprong/Plaats van de vangstI.12.Naam:Erkenningsnummer:Adres:I.13. Plaats van ladingI.14. VertrekdatumI.15. VervoermiddelenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in EUVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereI.17.Identificatie:Referentiedocumenten:I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GN-code)04.07I.20. Aantal/HoeveelheidI.21. Temperatuur productenI.22. Aantal verpakkingenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.23. Nr. zegel en nr. containerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voorMenselijke consumptieI.26.I.27. Voor invoer of toelating in EUI.28. Identificatie van de goederenErkenningsnummer van inrichtingenSoort(Wetenschappelijke benaming)VerwerkingsbedrijfKoelhuisAantal verpakkingenNettogewicht

LANDE (eieren)Deel II: CertificeringII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1 Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eieren afkomstig zijn van een inrichting die op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008.II.2 Verklaring inzake de volksgezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat hij kennis heeft van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nrs. 178/2002, 852/2004, 853/2004 en 2160/2003 en dat de in dit certificaat beschreven eieren overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name:II.2.1 afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;II.2.2 zijn opgeslagen, vervoerd en geleverd overeenkomstig de voorschriften van sectie X, hoofdstuk I, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;(1) [II.2.3 voldoen aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1688/2005 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bijzondere garanties ten aanzien van salmonella voor de verzending naar Finland en Zweden van bepaalde soorten vlees en eieren;]II.2.4 met betrekking tot levende dieren en producten daarvan alle garanties worden geboden die zijn vervat in de op grond van artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG ingediende plannen betreffende residuen;II.2.5 voldoen aan de voorschriften van artikel 10, lid 6, van Verordening (EG) nr. 2160/2003. Met name:i) mogen geen eieren worden ingevoerd uit koppels van legkippen waarin Salmonella spp. is geconstateerd als gevolg van een epidemiologisch onderzoek naar een door voedsel overgedragen uitbraak of indien geen gelijkwaardige garanties zijn verstrekt, tenzij zij gemerkt zijn als eieren van klasse B;ii) mogen geen eieren worden ingevoerd uit koppels van legkippen met onbekende gezondheidsstatus waarvan wordt vermoed dat zij besmet zijn, of uit koppels die besmet zijn met Salmonella Enteritidis en/of Salmonella Typhimurium waarvoor in de communautaire wetgeving een doelstelling voor het verminderen van de prevalentie is vastgesteld en waarop geen monitoring wordt toegepast die gelijkwaardig is aan de in de bepalingen in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1168/2006 vastgestelde monitoring, of indien geen gelijkwaardige garanties zijn gesteld, tenzij zij gemerkt zijn als eieren van klasse B.OpmerkingenDeel I:— Vak I.8: indien nodig code van de zone of naam van het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.— Vak I.11: naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.— Vak I.15: registratienummer(s) van spoorwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.— Vak I.18: klasse van de eieren overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1028/2006 invullen.Deel II:(1) Doorhalen indien de zending niet bestemd is voor Finland of Zweden.

Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Datum:Stempel:Hoedanigheid en titel:Handtekening:

▼M11

Veterinair certificaat voor eiproducten (EP)

Deel I: Gegevens betreffende de zendingLANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.I.2. Referentienummer certificaatI.2.a.I.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.I.6.I.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10.I.11. Plaats van oorsprongNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresNaamErkenningsnummerAdresI.12.I.13. Plaats van ladingI.14. Datum van vertrekI.15. VervoermiddelVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatieReferentiedocumentenI.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in de EUI.17.I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GS-code)I.20. HoeveelheidI.21. Temperatuur productenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.22. Aantal verpakkingenI.23. Zegelnummer/ContainernummerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voor:Menselijke consumptieI.26.I.27. Voor invoer of toelating in de Europese UnieI.28. Identificatie van de goederenErkenningsnummer van inrichtingenSoort (wetenschappelijke benaming)Aard van de goederenVerwerkingsbedrijfKoelhuisNettogewicht

Deel II: CertificeringLANDEP (eiproducten)II. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.II.1. Verklaring inzake de diergezondheidOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat de in dit certificaat beschreven eiproducten geproduceerd zijn van eieren afkomstig van een inrichting die op de datum van afgifte van dit certificaat vrij was van hoogpathogene aviaire influenza als omschreven in Verordening (EG) nr. 798/2008, en verklaart het volgende:hetzij(1) II.1.1. [in een gebied met een straal van 10 km rond de inrichting, dat in voorkomend geval ook grondgebied van een buurland kan omvatten, heeft zich ten minste in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza of Newcastle disease voorgedaan;]hetzij(1) II.1.2. [de eiproducten werden als volgt verwerkt:(1) hetzij [vloeibaar eiwit werd:(1) hetzij [gedurende 870 seconden bij 55,6 °C behandeld.](1) hetzij [gedurende 232 seconden bij 56,7 °C behandeld.]](1) hetzij [dooier met een gehalte aan toegevoegd zout van 10 % werd gedurende 138 seconden bij 62,2 °C behandeld.](1) hetzij [gedroogd eiwit werd:(1) hetzij [gedurende 20 uur bij 67 °C behandeld.](1) hetzij [gedurende 513 uur bij 54,4 °C behandeld.]](1) hetzij [hele eieren werden ten minste:(1) hetzij [gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.](1) hetzij [volledig gekookt.]](1) hetzij [heeleimengsels werden ten minste:(1) hetzij [gedurende 188 seconden bij 60 °C behandeld.](1) hetzij [gedurende 94 seconden bij 61,1 °C behandeld.]]]II.2. Verklaring inzake de volksgezondheidOndergetekende, officieel dierenarts/officieel inspecteur, verklaart dat hij kennis heeft van de bepalingen van de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 852/2004 en (EG) nr. 853/2004 en dat de in dit certificaat beschreven eiproducten overeenkomstig deze voorschriften zijn geproduceerd en met name:II.2.1. afkomstig zijn van een of meer inrichtingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 een op de HACCP-beginselen gebaseerd programma toepassen;II.2.2. zijn geproduceerd met grondstoffen die voldoen aan de voorschriften van sectie X, hoofdstuk II, punt II, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;II.2.3. zijn geproduceerd overeenkomstig de hygiënevoorschriften van sectie X, hoofdstuk II, punt III, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;II.2.4. voldoen aan de analytische eisen van sectie X, hoofdstuk II, punt IV, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en de criteria van Verordening (EG) nr. 2073/2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen;II.2.5. zijn voorzien van een identificatiemerk overeenkomstig sectie I van bijlage II en sectie X, hoofdstuk II, punt V, van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004;II.2.6. met betrekking tot levende dieren en producten daarvan, alle garanties worden geboden die zijn vervat in de overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG, en met name artikel 29 daarvan, ingediende plannen betreffende residuen.

LANDEP (eiproducten)II. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaatII.b.OpmerkingenDeel I:Vak I.8.: indien nodig code van de zone of het compartiment van oorsprong vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.Vak I.11.: naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.Vak I.15.: registratienummer(s) van wagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.Vak I.19.: de juiste GS-code (geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie) vermelden: 04.07, 04.08, 35.02 of 21.06.10.Vak I.28.: aard van de goederen: specificatie van het percentage eibestanddelen.Deel II:(1) Doorhalen wat niet van toepassing is.Officiële dierenarts of officiële inspecteurNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼B




BIJLAGE II

(bedoeld in artikel 4)

(In te vullen en aan het veterinair certificaat te hechten indien het vervoer van pluimvee en eendagskuikens tot aan de grens van de Europese Gemeenschap, ook indien slechts voor een deel, plaatsvindt per schip)

Verklaring van de kapitein van het schipOndergetekende, kapitein van het schip (naam …), verklaart dat het in bijgaand veterinair certificaat nr. … bedoelde pluimvee aan boord van het schip is gebleven tijdens de reis van … in … (land, gebied, zone of compartiment van uitvoer) naar … in de Europese Gemeenschap en dat het schip niet heeft aangelegd op een plaats buiten … (land, gebied, zone of compartiment van uitvoer) op weg naar de Europese Gemeenschap, behalve in: … (aanloophavens). Bovendien is het pluimvee tijdens de reis niet in contact geweest met ander pluimvee aan boord dat een lagere gezondheidsstatus had.Gedaan te … d.d. …(Haven van aankomst)(Datum van aankomst)(Stempel)(Handtekening van de kapitein)(Naam in blokletters, functie)




BIJLAGE III

COMMUNAUTAIRE BESLUITEN, INTERNATIONALE NORMEN EN PROCEDURES VOOR ONDERZOEK, BEMONSTERING EN TESTS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6

I. Vóór invoer in de Gemeenschap

Methoden voor de standaardisatie van materialen en procedures voor onderzoek, bemonstering en tests op:

1.Aviaire influenza

—Diagnosehandboek voor aviaire influenza in Beschikking 2006/437/EG van de Commissie (22), of

—Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) (23).

2.Newcastle disease

—Bijlage III bij Richtlijn 92/66/EEG van de Raad (24), of

—Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

—Als artikel 12 van Richtlijn 90/539/EEG van toepassing is, moeten de bemonsterings- en onderzoekmethoden in overeenstemming zijn met de methoden die beschreven staan in de bijlagen bij Beschikking 92/340/EEG van de Commissie (25).

3.Salmonella Pullorum en Salmonella Gallinarum

—Bijlage II, hoofdstuk III, bij Richtlijn 90/539/EEG, of

—Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

▼M2

4.Salmonella Arizonae

—Bijlage II, hoofdstuk III, bij Richtlijn 90/539/EEG, hetzij

—Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

▼B

5.Mycoplasma gallisepticum

—Bijlage II, hoofdstuk III, bij Richtlijn 90/539/EEG, of

—Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de OIE.

6.Mycoplasma meleagridis

Bijlage II, hoofdstuk III, bij Richtlijn 90/539/EEG.

7.Salmonella van belang voor de volksgezondheid

De te gebruiken detectiemethode is de door het communautaire referentielaboratorium (CRL) voor salmonella in Bilthoven, Nederland, aanbevolen methode, of een gelijkwaardige methode. Die methode wordt beschreven in de meest recente versie van het ontwerp van bijlage D bij ISO 6579 (2002): „Detection of Salmonella spp. in animal faeces and in samples of the primary production stage”. Bij deze detectiemethode wordt een semisolide medium (gemodificeerd semisolide Rappaport-Vassiliadis-medium, MSRV) gebruikt als het enige selectieve ophopingsmedium.

De serotypering wordt verricht volgens het Kauffmann-White-schema of een gelijkwaardige methode.

II. Na invoer in de Gemeenschap

Bemonsterings- en testprocedures voor aviaire influenza en Newcastle disease

Gedurende de in bijlage VIII, punt II.1, bedoelde periode neemt de officiële dierenarts monsters voor virologisch onderzoek van het ingevoerde pluimvee, dat als volgt wordt onderzocht:

—tussen de zevende en de vijftiende dag na het begin van de afzonderingsperiode worden cloacaswabs genomen bij alle dieren van de zending indien deze minder dan zestig dieren telt of van ten minste zestig dieren bij grotere zendingen;

—de monsters worden onderzocht in officiële laboratoria die door de bevoegde autoriteit zijn aangewezen, met diagnostische procedures voor:

i)aviaire influenza overeenkomstig het diagnosehandboek van Beschikking 2006/437/EG;

ii)Newcastle disease overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 92/66/EEG.

III. Algemene voorschriften

—Er mogen verzamelmonsters worden gevormd uit monsters van maximaal vijf dieren.

—Virusisolaten moeten onverwijld naar het nationale referentielaboratorium worden gestuurd.




BIJLAGE IV

(bedoeld in artikel 8, lid 2, onder d), artikel 9, lid 2, onder b), en artikel 10)

CRITERIA VOOR BEWAKINGSPROGRAMMA'S VOOR AVIAIRE INFLUENZA EN TE VERSTREKKEN INFORMATIE (26)

I. Criteria voor bewaking van aviaire influenza bij pluimvee in derde landen, gebieden, zones of compartimenten als bedoeld in artikel 10

A. Bewaking van aviaire influenza bij pluimvee

1.Beschrijving van de doelstellingen

2.Derde land, gebied, zone of compartiment (doorhalen wat niet van toepassing is):

3.Soort bewaking:

—serologische bewaking

—virologische bewaking

—specifieke subtypen van aviaire influenza

4.Bemonsteringscriteria

—specifieke diersoorten (bv. kalkoenen, kippen, patrijzen)

—specifieke categorieën (bv. fok- en vermeerderingsdieren, legdieren)

—specifieke houderijsystemen (bv. commerciële bedrijven, hobbybedrijven)

5.Statistische basis voor het aantal bemonsterde inrichtingen:

—aantal inrichtingen in het gebied

—aantal inrichtingen per categorie

—aantal te bemonsteren inrichtingen per pluimveecategorie

6.Bemonsteringsfrequentie

7.Aantal genomen monsters per inrichting/stal

8.Bemonsteringsperiode

9.Aard van de genomen monsters (weefsel, feces, cloaca-, orofarynx- of tracheaswabs)

10.Gebruikte laboratoriummethoden (bv. AGID, PCR, HAR, virusisolatie)

11.Vermelding van laboratoria die de test uitvoeren op centraal, regionaal of lokaal niveau (doorhalen wat niet van toepassing is)

Vermelding van het referentielaboratorium dat de bevestigingstests uitvoert (nationaal referentielaboratorium voor aviaire influenza, OIE of communautair referentielaboratorium voor aviaire influenza)

12.Rapportagesysteem/protocol dat voor de resultaten van de bewaking van aviaire influenza wordt gebruikt (met de resultaten indien beschikbaar)

13.Follow-uponderzoeken van positieve uitslagen voor subtype H5 en H7.

B. Indien beschikbaar, informatie over de bewaking van aviaire influenza bij wilde vogels ter beoordeling van de risicofactoren voor insleep van aviaire influenza bij pluimvee

1.Soort bewaking:

—serologische bewaking

—virologische bewaking

—specifieke subtypen van aviaire influenza

2.Bemonsteringscriteria

3.Specifieke bemonstering van wilde vogels (wetenschappelijke soortnamen vermelden)

4.Bewaking van specifieke gebieden

5.De in deel I, onder A, punt 6 en de punten 8 tot en met 12, bedoelde informatie

II. Bewaking van aviaire influenza na een uitbraak van die ziekte in een derde land, gebied, zone of compartiment dat/die vrij van die ziekte was, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, onder d), en artikel 9, lid 2, onder b)

De bewaking van aviaire influenza moet aan de hand van een gerandomiseerd, representatief monster van de risicopopulaties ten minste op betrouwbare wijze aantonen dat er geen besmetting is, met inachtneming van de specifieke epizoötiologische omstandigheden van de uitbraak of uitbraken in kwestie.




BIJLAGE V

(bedoeld in artikel 11, onder a)

DOOR EEN DERDE LAND DAT TEGEN AVIAIRE INFLUENZA VACCINEERT TE VERSTREKKEN INFORMATIE (27)

I. Criteria voor in een derde land, gebied, zone of compartiment als bedoeld in artikel 11 uitgevoerde vaccinatieprogramma's

1.Land, gebied, zone of compartiment (doorhalen wat niet van toepassing is)

2.Ziektegeschiedenis (eerdere uitbraken bij pluimvee of gevallen bij wilde vogels van HPAI/LPAI)

3.Redenen om tot vaccinatie over te gaan

4.Risicobeoordeling op basis van:

—een uitbraak van aviaire influenza in het derde land, het gebied, de zone of het compartiment (doorhalen wat niet van toepassing is)

—een uitbraak van aviaire influenza in een nabijgelegen land

—andere risicofactoren, zoals bepaalde streken, pluimveehouderijsysteem of categorieën pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels

5.Geografisch gebied waar wordt gevaccineerd

6.Aantal inrichtingen in het vaccinatiegebied

7.Aantal inrichtingen waar wordt gevaccineerd, indien verschillend van het onder 6 vermelde aantal

8.Soorten en categorieën pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels in het gebied, de zone of het compartiment waar wordt gevaccineerd

9.Aantal stuks pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels in de onder 7 bedoelde inrichtingen (bij benadering)

10.Samenvatting van de kenmerken van het vaccin

11.Toelating, hantering, productie, opslag, levering, distributie en verkoop van vaccins tegen aviaire influenza in het land

12.Toepassing van een DIVA-strategie

13.Beoogde duur van de vaccinatiecampagne

14.Bepalingen en beperkingen inzake de verplaatsing van gevaccineerd pluimvee en producten van gevaccineerd pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels die gevaccineerd zijn

15.Klinische en laboratoriumtests in de inrichtingen waar gevaccineerd is en/of die in het vaccinatiegebied gelegen zijn (bv. werkzaamheid en tests vóór verplaatsingen)

16.Wijze van administratie (bv. van de in punt 15 genoemde informatie) en registratie van bedrijven waar gevaccineerd wordt.

II. Bewaking in derde landen, gebieden, zones of compartimenten die tegen aviaire influenza vaccineren, als bedoeld in artikel 11

Indien in een derde land, gebied, zone of compartiment wordt gevaccineerd, moeten in alle commerciële inrichtingen waar tegen aviaire influenza gevaccineerd wordt, laboratoriumtests worden uitgevoerd en moet naast de in bijlage IV, deel I, onder A, bedoelde informatie ook de volgende informatie worden verstrekt:

1.Aantal inrichtingen waar gevaccineerd wordt in het gebied, per categorie

2.Aantal te bemonsteren inrichtingen waar gevaccineerd wordt, per pluimveecategorie

3.Gebruik van verklikkerdieren (soort en aantal verklikkerdieren per stal vermelden)

4.Aantal genomen monsters per inrichting en/of stal

5.Gegevens over de werkzaamheid van het vaccin.

▼M9




BIJLAGE VI

(bedoeld in artikel 12, lid 1, onder b), en lid 2, onder c) ii), en artikel 13, lid 1, onder a)

CRITERIA VOOR ERKENDE VACCINS TEGEN NEWCASTLE DISEASE

I. Algemene criteria

1.Vaccins moeten voldoen aan de normen die zijn vastgelegd in het hoofdstuk over Newcastle disease van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

2.Vaccins moeten door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land worden geregistreerd voordat zij mogen worden gedistribueerd en gebruikt. Voor deze registratie moeten de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land zich baseren op een volledig dossier dat gegevens bevat over de doeltreffendheid en de onschadelijkheid van het vaccin; voor ingevoerde vaccins mogen de bevoegde autoriteiten zich baseren op gegevens die zijn gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten van het land waar het vaccin wordt geproduceerd, op voorwaarde dat die controles zijn verricht overeenkomstig OIE-normen.

3.Bovendien moeten de invoer of de productie en de distributie van de vaccins worden gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land.

4.Voordat distributie wordt toegestaan, moet elke partij vaccins namens de bevoegde autoriteiten worden getest op onschadelijkheid, met name ten aanzien van de verzwakking of inactivering en van de afwezigheid van ongewenste contaminanten, alsmede op werkzaamheid.

II. Specifieke criteria

Levende verzwakte vaccins tegen Newcastle disease moeten worden bereid op basis van een Newcastle disease-virusstam waarvoor bij een test van de „master seed” een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) is gebleken van:

a)minder dan 0,4 wanneer in het kader van de ICPI-test aan elk dier ten minste 107 EID50 toegediend, of

b)minder dan 0,5 wanneer in het kader van de ICPI-test aan elke vogel ten minste 108 EID50 is toegediend.

▼B




BIJLAGE VII

(bedoeld in artikel 13)

AANVULLENDE GEZONDHEIDSVOORSCHRIFTEN

I. voor pluimvee, eendagskuikens en broedeieren afkomstig uit EEn derde land, gebied, zone of compartiment waar de gebruikte vaccins tegen Newcastle disease niet aan de criteria van bijlage VI voldoen

1.Indien het gebruik van vaccins tegen Newcastle disease die niet aan de specifieke criteria van bijlage VI voldoen in het derde land, het gebied, de zone of het compartiment niet verboden is, gelden de volgende aanvullende gezondheidsvoorschriften:

a)pluimvee, met inbegrip van eendagskuikens, is sedert minstens twaalf maanden voor de datum van invoer in de Gemeenschap niet met dergelijke vaccins ingeënt;

b)op het koppel of de koppels is niet meer dan twee weken voor de datum van invoer in de Gemeenschap of, in het geval van broedeieren, niet meer dan twee weken voor de datum waarop de eieren zijn verzameld, een virusisolatietest op Newcastle disease uitgevoerd:

i)die is uitgevoerd in een officieel laboratorium,

ii)op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste zestig dieren per koppel,

iii)waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex van meer dan 0,4 is gevonden;

c)het pluimvee is gedurende de onder b) bedoelde twee weken onder officiële bewaking op de inrichting van herkomst afgezonderd gehouden;

d)het pluimvee is gedurende zestig dagen voor de datum van invoer in de Gemeenschap of, in het geval van broedeieren, gedurende een periode van 60 dagen voor de datum waarop de eieren zijn verzameld, niet in contact geweest met pluimvee dat niet aan de voorwaarden onder a) en b) voldoet.

2.Als eendagskuikens worden ingevoerd uit een derde land, gebied, zone of compartiment als bedoeld in punt 1, zijn deze eendagskuikens en de broedeieren waaruit zij verkregen zijn, in de broederij en tijdens het vervoer niet in contact geweest met pluimvee of broedeieren die niet aan de in punt 1, onder a) tot en met d), genoemde voorwaarden voldoen.

II. Voor vlees van pluimvee

Vlees van pluimvee moet afkomstig zijn van slachtpluimvee:

▼M9

a)dat in de dertig dagen voor de slachtdatum niet is ingeënt met levende verzwakte vaccins op basis van een master seed van het Newcastlediseasevirus met een hogere pathogeniteit dan lentogene virusstammen;

▼B

b)dat in een officieel laboratorium tijdens het slachten een virusisolatietest op Newcastle disease heeft ondergaan, uitgevoerd op een aselecte steekproef van cloacaswabs van ten minste zestig dieren per koppel, waarbij geen aviair paramyxovirus met een intracerebrale pathogeniteitsindex (ICPI) van meer dan 0,4 is gevonden;

c)dat in de dertig dagen vóór de slachtdatum niet in contact is geweest met pluimvee dat niet voldoet aan de voorwaarden onder a) en b).




BIJLAGE VIII

(bedoeld in artikel 14, lid 1, onder a)

FOK- EN GEBRUIKSPLUIMVEE MET UITZONDERING VAN LOOPVOGELS, EN BROEDEIEREN EN EENDAGSKUIKENS MET UITZONDERING VAN DIE VAN LOOPVOGELS

I. Voorschriften vóór de invoer

1.In de Gemeenschap ingevoerd fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels komen uitsluitend uit inrichtingen die door de bevoegde autoriteit van het betrokken derde land zijn erkend onder voorwaarden die ten minste even stringent zijn als die welke zijn vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 90/539/EEG, met dien verstande dat de erkenning van deze inrichtingen niet mag zijn geschorst of ingetrokken.

2.Wanneer fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede broedeieren en eendagskuikens met uitzondering van die van loopvogels, en/of de koppels van herkomst krachtens de eisen die zijn vermeld in het desbetreffende veterinair certificaat van deze verordening moeten worden getest, worden de bemonsteringen voor deze tests en de tests zelf uitgevoerd overeenkomstig bijlage III.

3.Op in de Gemeenschap ingevoerde broedeieren staat de naam van het derde land van herkomst vermeld, alsmede het woord „broedei” in een van de officiële talen van de Gemeenschap, in letters van meer dan 3 mm hoog.

4.De verpakkingen van de in lid 3 bedoelde broedeieren bevatten uitsluitend eieren van eenzelfde soort, eenzelfde categorie en eenzelfde type pluimvee, uit eenzelfde derde land, gebied, zone of compartiment van herkomst en van eenzelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)de in punt 3 genoemde informatie die op de eieren staat;

b)de pluimveesoort waarvan de eieren afkomstig zijn;

c)de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

5.De dozen ingevoerde eendagskuikens bevatten uitsluitend dieren van eenzelfde soort, eenzelfde categorie en eenzelfde type pluimvee, uit eenzelfde derde land, gebied, zone of compartiment van herkomst en van eenzelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)de naam van het derde land, het gebied, de zone of het compartiment van herkomst;

b)de pluimveesoort waartoe de eendagskuikens behoren;

c)het registratienummer van de broederij;

d)de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

II. Voorschriften na de invoer

1.Ingevoerd fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, alsmede ingevoerde eendagskuikens en broedeieren, met uitzondering van die van loopvogels, worden vanaf de datum van aankomst op de inrichting van bestemming gehouden:

a)gedurende ten minste zes weken, of

b)indien de dieren tijdens de onder a) bedoelde periode worden geslacht, tot de slachtdatum.

De onder a) bedoelde periode kan evenwel tot drie weken worden beperkt indien de bemonsteringen en tests overeenkomstig bijlage III een gunstig resultaat hebben opgeleverd.

2.Uit ingevoerde broedeieren afkomstig fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels wordt gedurende ten minste drie weken, gerekend vanaf de dag van het uitkomen, gehouden op de broederij dan wel gedurende ten minste drie weken op de inrichting(en) waarnaar de kuikens na het uitkomen zijn verzonden.

Indien de eendagskuikens niet worden opgefokt in de lidstaat die de broedeieren heeft ingevoerd, worden zij rechtstreeks naar de in de punten 1.10 en 1.11 van model 2 van het gezondheidscertificaat in bijlage IV bij Richtlijn 90/539/EEG bedoelde eindbestemming vervoerd en daar ten minste drie weken na de datum waarop zij zijn uitgekomen gehouden.

3.Gedurende de in de punten 1 en 2 bedoelde perioden worden ingevoerd fok- en gebruikspluimvee en ingevoerde eendagskuikens alsmede uit ingevoerde broedeieren afkomstig fok- en gebruikspluimvee met uitzondering van loopvogels, in afzondering gehouden in pluimveestallen waar geen andere koppels aanwezig zijn.

De dieren mogen wel in pluimveestallen worden gezet waar reeds fok- en gebruikspluimvee en eendagskuikens aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de punten 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde dier is binnengebracht en mag geen enkel dier de stal verlaten voordat de betrokken termijn is afgelopen.

4.Ingevoerde broedeieren worden in aparte voorbroeders en uitkomstkasten uitgebroed.

Ingevoerde broedeieren mogen wel in voorbroeders en uitkomstkasten worden ingelegd waar al andere broedeieren aanwezig zijn.

In dat geval worden de in de punten 1 en 2 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde broedei is ingelegd.

5.Uiterlijk op de dag waarop de in punt 1 of 2 bedoelde periode verstrijkt worden het ingevoerde fok- en gebruikspluimvee en de eendagskuikens door de officiële dierenarts klinisch onderzocht en worden zo nodig monsters genomen om hun gezondheidstoestand na te gaan.




BIJLAGE IX

(bedoeld in artikel 14, lid 1, onder b)

FOK- EN GEBRUIKSLOOPVOGELS EN BROEDEIEREN EN EENDAGSKUIKENS DAARVAN

I. Voorschriften vóór de invoer

1.Ingevoerde fok- en gebruiksloopvogels („loopvogels”) worden geïdentificeerd door middel van halsmerken en/of microchips die de ISO-code van het derde land van herkomst bevatten. Microchips moeten voldoen aan de ISO-normen.

2.Ingevoerde broedeieren van loopvogels worden voorzien van een stempel dat de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van oorsprong bevat.

3.De verpakkingen van de in lid 2 bedoelde broedeieren bevatten uitsluitend eieren van loopvogels uit hetzelfde derde land, gebied of compartiment of dezelfde zone van herkomst en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)de in punt 2 genoemde informatie die op de eieren staat;

b)een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending broedeieren van loopvogels bevat;

c)de naam of firmanaam en het adres van de verzender;

4.De dozen ingevoerde eendagskuikens van fok- en gebruiksloopvogels bevatten uitsluitend loopvogels uit hetzelfde derde land, gebied of compartiment of dezelfde zone van herkomst en van dezelfde verzender en er komen ten minste de volgende aanduidingen op voor:

a)de ISO-code van het derde land van herkomst en het erkenningsnummer van de inrichting van oorsprong;

b)een duidelijk zichtbare en leesbare vermelding dat de zending eendagskuikens van loopvogels bevat;

c)de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

II. Voorschriften na de invoer

1.Na afloop van de invoercontroles overeenkomstig Richtlijn 91/496/EEG worden de zendingen loopvogels en broedeieren en eendagskuikens daarvan rechtstreeks naar de eindbestemming vervoerd.

2.Ingevoerde loopvogels en eendagskuikens daarvan worden vanaf de datum van aankomst op de inrichting(en) van bestemming gehouden:

a)gedurende ten minste zes weken, of

b)indien de dieren tijdens de onder a) bedoelde periode worden geslacht, tot de slachtdatum.

▼M16

3.Uit ingevoerde broedeieren afkomstige loopvogels worden gedurende ten minste drie weken, gerekend vanaf de dag van het uitkomen, gehouden in de broederij dan wel gedurende ten minste drie weken in de inrichting(en) waarnaar de kuikens na het uitkomen zijn verzonden.

Wanneer eendagskuikens van loopvogels niet worden opgefokt in de lidstaat die de broedeieren heeft ingevoerd, worden zij rechtstreeks naar de in de punten I.10 en I.11 van model 2 van het gezondheidscertificaat in bijlage IV bij Richtlijn 2009/158/EG (28) bedoelde eindbestemming vervoerd en daar ten minste drie weken na de datum waarop zij zijn uitgekomen, gehouden.

▼B

4.Gedurende de in de punten 2 en 3 bedoelde perioden worden ingevoerde loopvogels en uit ingevoerde broedeieren afkomstig loopvogels in afzondering gehouden in stallen waar geen andere loopvogels of pluimvee aanwezig zijn.

Zij mogen wel in stallen worden gezet waar reeds andere loopvogels of pluimvee aanwezig zijn. In dat geval worden de in de punten 2 en 3 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra de laatste ingevoerde loopvogel is binnengebracht en mag geen enkele loopvogel of ander pluimvee de stal verlaten voordat de betrokken termijn is afgelopen.

5.Ingevoerde broedeieren worden in aparte voorbroeders en uitkomstkasten uitgebroed.

Ingevoerde broedeieren mogen wel in voorbroeders en uitkomstkasten worden ingelegd waar al andere broedeieren aanwezig zijn. In dat geval worden de in de punten 2 en 3 genoemde perioden geacht aan te vangen zodra het laatste ingevoerde broedei is ingelegd en zijn de in die punten genoemde maatregelen van toepassing.

6.Uiterlijk op de dag waarop de in punt 2 of 3 genoemde periode verstrijkt worden de ingevoerde loopvogels en de eendagskuikens daarvan door de officiële dierenarts klinisch onderzocht en worden zo nodig monsters genomen om hun gezondheidstoestand na te gaan.

III. Voorschriften voor de invoer van loopvogels en eendagskuikens daarvan afkomstig uit Azië en Afrika in de Gemeenschap

De in deel I van bijlage X vastgestelde beschermende maatregelen in verband met Krim-Kongo hemorragische koorts zijn van toepassing op fok- en gebruiksloopvogels en eendagskuikens daarvan, afkomstig uit derde landen, gebieden, zones of compartimenten in Azië of Afrika.

Alle loopvogels die positief hebben gereageerd op de competitie-Elisa op antilichamen tegen Krim-Kongo hemorragische koorts worden vernietigd.

Alle dieren van dezelfde zending moeten 21 dagen na de eerste test een nieuwe Elisa-test ondergaan. Wanneer een of meer dieren positief reageren, worden alle dieren van de zending vernietigd.

IV. Voorschriften voor fok- en gebruiksloopvogels afkomstig uit een derde land of een gebied dat of een zone die als besmet met Newcastle disease wordt beschouwd

De volgende regels zijn van toepassing op loopvogels en broedeieren daarvan, afkomstig uit een derde land of een gebied dat of een zone die als besmet met Newcastle disease wordt beschouwd alsmede op eendagskuikens daarvan die uit dergelijke eieren zijn uitgebroed:

a)voordat de afzonderingsperiode begint controleren de bevoegde autoriteiten de in deel II, punt 4, van deze bijlage bedoelde afzonderingsvoorzieningen;

b)in de in deel II, punten 2 en 3, genoemde perioden wordt een virusisolatietest op Newcastle disease verricht met gebruikmaking van cloacaswabs of fecesmonsters van elke loopvogel;

c)indien de loopvogels bestemd zijn voor een lidstaat met de in artikel 12, lid 2, van Richtlijn 90/539/EEG genoemde status, wordt naast de onder b) bedoelde virusisolatietest ook bij elke loopvogel een serologische test verricht;

d)een dier moet negatief op de onder b) en c) bedoelde tests hebben gereageerd voordat het de afzonderingsvoorziening mag verlaten.




BIJLAGE X

(bedoeld in artikel 17)

BESCHERMENDE MAATREGELEN IN VERBAND MET KRIM-KONGO HEMORRAGISCHE KOORTS

I. Voor loopvogels

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de loopvogels ten minste de laatste 21 dagen vóór invoer in de Gemeenschap in een teekvrije, tegen knaagdieren beschermde ruimte worden geïsoleerd.

Voordat de loopvogels naar de teekvrije ruimte worden gebracht, worden zij zo behandeld dat alle eventueel aanwezige ectoparasieten gegarandeerd worden vernietigd. Na een verblijf van 14 dagen in de teekvrije ruimte worden de loopvogels aan een competitie-Elisa op antilichamen tegen Krim-Kongo hemorragische koorts onderworpen. Alle in de isolatieruimte ondergebrachte dieren moeten negatief op de test reageren. Bij aankomst van de loopvogels in de Gemeenschap worden zowel de behandeling tegen ectoparasieten als de serologische test herhaald.

II. Voor loopvogels waarvan het vlees wordt ingevoerd

De bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de loopvogels ten minste de laatste 14 dagen vóór de slachtdatum in een tegen knaagdieren beschermde, teekvrije ruimte worden geïsoleerd.

Voordat de loopvogels naar de teekvrije ruimte worden gebracht, worden zij onderzocht en teekvrij bevonden of worden zij zo behandeld dat alle eventueel aanwezige teken gegarandeerd worden vernietigd. De gebruikte behandeling wordt op het invoercertificaat vermeld. De behandeling mag geen aantoonbare residuen in het vlees van de loopvogels achterlaten.

Elke partij loopvogels wordt vóór het slachten op teken onderzocht. Indien teken worden gevonden, wordt de hele partij opnieuw aan de vóór het slachten verplichte isolatie onderworpen.

▼M2




BIJLAGE XI

(zoals bedoeld in artikel 18, lid 2)

Model van veterinair certificaat voor doorvoer/opslag van van specifieke pathogenen vrije eieren, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten

Deel I: Gegevens betreffende de zendingLANDVeterinair certificaat voor de invoer in de EUI.1. VerzenderNaamAdresTel.NoI.2. Referentienummer certificaatI.2.aI.3. Bevoegde centrale autoriteitI.4. Bevoegde lokale autoriteitI.5. GeadresseerdeNaamAdresPostcodeTel.NoI.6. Voor de zending in EU verantwoordelijke persoonNaamAdresPostcodeTel.NoI.7. Land van oorsprongISO-codeI.8. Regio van oorsprongCodeI.9. Land van bestemmingISO-codeI.10. Regio van bestemmingCodeI.11. Plaats van oorsprong / Plaats van de vangstNaamErkenningsnummerAdresI.12. Plaats van bestemmingDouane-entrepotLeverancier aan zeevervoermiddelenNaamErkenningsnummerAdresPostcodeI.13. Plaats van ladingI.14. VertrekdatumI.15. VervoermiddelenVliegtuigVaartuigTreinwagonWegvoertuigAndereIdentificatie:Referentiedocumenten:I.16. Grensinspectiepost van binnenkomst in EUI.17.I.18. Omschrijving van de goederenI.19. Productcode (GN-code)I.20. Aantal / HoeveelheidI.21. Temperatuur productenOmgevingstemperatuurGekoeldBevrorenI.22. Aantal verpakkingenI.23. Nr. zegel en nr. containerI.24. Aard van de verpakkingI.25. Goederen gecertificeerd voorMenselijke consumptieI.26. Voor doorvoer naar derde land door EUDerde landISO-codeI.27.I.28. Identificatie van de goederenErkenningsnummer van inrichtingenSoort(Wetenschappelijke benaming)Soort productSoort behandelingSlachthuisVerwerkingsbedrijfKoelhuisAantal verpakkingenNettogewicht

Deel II: CertificeringLANDDoorvoer/opslag van van specifieke pathogenen vrije eieren, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, inclusief loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproductenII. Informatie over de gezondheidII.a. Referentienummer certificaat:II.b.II.1. GezondheidsverklaringOndergetekende, officieel dierenarts, verklaart hierbij dat van specifieke pathogenen vrije eieren, het vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, de eieren en/of de eieren en eiproducten (1) zoals in dit certificaat beschreven:II.1.1 afkomstig zijn/is uit een derde land, gebied, zone of compartiment dat/die is opgenomen in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008 en(2) II.1.2 voldoen/voldoet aan de van toepassing zijnde veterinairrechtelijke voorschriften zoals aangegeven in de gezondheidsverklaring in de modelcertificaten in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.OpmerkingenDeel I:Vak I.8: indien nodig code van de zone of het compartiment van herkomst vermelden, conform de code in kolom 2 van deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.Vak I.11: naam, adres en erkenningsnummer van de inrichting van verzending.Vak I.15: registratienummer(s) van spoorwagons en vrachtwagens, namen van schepen en, indien bekend, vluchtnummers van vliegtuigen vermelden. Bij vervoer in containers of dozen dienen het totale aantal daarvan en, indien van toepassing, het volgnummer van het zegel te worden vermeld in vak I.23.Vak I.19: toepasselijke GS-code (geharmoniseerd systeem van de Werelddouaneorganisatie) vermelden: 02.07, 02.08.90, 04.07, 04.08 of 21.06.10Deel II:(1) Van specifieke pathogenen vrije eieren, vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten zoals omschreven in deel 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 798/2008.(2) Voor van specifieke pathogenen vrije eieren [SPF], vlees van pluimvee [POU], vlees van loopvogels [RAT], vlees van vrij vederwild [WGM], gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee [POU- MI/MSM], gehakt vlees en separatorvlees van loopvogels [RAT-MI/MSM], gehakt vlees en separatorvlees van vrij vederwild [WGM-MI/MSM], eieren [E] of eiproducten [EP].Officiële dierenartsNaam (in blokletters):Hoedanigheid en titel:Datum:Handtekening:Stempel:

▼B




BIJLAGE XII

(bedoeld in artikel 20)

CONCORDANTIETABEL



Deze verordening

Beschikking 2006/696/EG

Beschikking 94/438/EG

Beschikking 93/342/EEG

Artikel 1, lid 1, eerste alinea

Artikel 1, eerste alinea

Artikel 1, lid 1, tweede alinea

Artikel 5

Artikel 1, lid 2

Artikel 1, tweede alinea

Artikel 1, lid 3

Bijlagen I en II (deel 1)

artikel 2, punten 1 t/m 5

Artikel 2, onder a) tot en met e)

Artikel 2, punt 6

Artikel 2, onder m)

Artikel 2, punt 7

Artikel 2, onder j)

Artikel 2, punt 8

Artikel 2, onder k)

Artikel 2, punt 9

artikel 2, onder l)

Artikel 2, punt 10

Artikel 2, punt 11

Artikel 2, punt 12, onder a) tot en met c)

Artikel 2, onder g)

Artikel 2, punt 12, onder d)

Artikel 2, punt 13

Artikel 2, onder h)

Artikel 2, punt 14

Artikel 2, onder f)

Artikel 2, punt 15

Artikel 2, punt 16

Artikel 2, punt 17

Artikel 2, punt 18

Artikel 2, punt 19

Artikel 2, punt 20

Artikel 3

Artikel 5

Artikel 4, eerste alinea

Artikelen 5 en 3

Artikel 4, tweede alinea

Bijlage I, deel 3

Artikel 4, derde alinea

Artikel 3, tweede alinea

Artikel 5

Artikel 4

Artikel 6

Artikel 7, onder a)

Artikel 2, onder h)

Artikel 7, onder b)

Artikel 2, onder g)

Artikel 7, onder c)

Artikel 2, onder i)

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 4, leden 1 en 2

Artikel 4, leden 1 en 2

Artikel 13

Artikel 4, lid 3

Artikel 4, lid 4

Artikel 14, lid 1, onder a)

Artikel 9

Artikel 14, lid 1, onder b)

Artikel 11

Artikel 14, lid 2

Artikel 15

Artikel 18

Artikel 16

Artikel 8

Artikel 17

Artikel 16, lid 2

Artikel 18, lid 1

Artikel 18, lid 2

Artikel 19, onder b)

Artikel 18, lid 3

Artikel 19

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Bijlage I

Bijlagen I en II

Bijlage II

Bijlage I, deel 3

Bijlage III, deel I, punten 1 t/m 6

Bijlage I, deel 4, onder A

Bijlage III, deel I, punt 7

Bijlage III, delen II en III

Bijlage I, deel 4, onder B

Bijlage IV

Bijlage V

Bijlage VI

Bijlage B

Bijlage VII, deel I

Artikel 7

Bijlage VII, deel II

Bijlage

Bijlage VIII, deel I

Artikel 9

Bijlage VIII, deel II

Artikel 10

Bijlage IX, deel I

Artikel 11

Bijlage IX, deel II

Artikel 12

Bijlage IX, deel III

Artikel 13

Bijlage IX, deel IV

Artikel 14

Bijlage X

Bijlage V

Bijlage XI

Bijlage IV

Bijlage XII



(1) PB L 303 van 31.10.1990, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/729/EG van de Commissie (PB L 294 van 13.11.2007, blz. 26).

(2) PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 352).

(3) PB L 125 van 23.5.1996, blz. 10. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG.

(4) PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/104/EG.

(5) PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(6) PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1237/2007 van de Commissie (PB L 280 van 24.10.2007, blz. 5).

(7) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1243/2007 van de Commissie (PB L 281 van 25.10.2007, blz. 8).

(8) PB L 139 van 30.4.2004, blz. 206, gerectificeerd in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 83. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(9) PB L 295 van 25.10.2006, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1237/2007.

(10) PB L 137 van 8.6.1993, blz. 24. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/696/EG.

(11) PB L 181 van 15.7.1994, blz. 35, gerectificeerd in PB L 187 van 26.5.2004, blz. 8.

(12) PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(13) http://www.oie.int/eng/normes/mcode/en_sommaire.htm (meest recente uitgave).

(14) http://www.oie.int/eng/normes/mcode/en_sommaire.htm (meest recente uitgave).

(15) PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 510/2008 van de Commissie (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 61).

(16) PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28.

(17) http://www.edqm.eu (meest recente uitgave).

(18) Veterinary Laboratories Agency, New Haw, Weybridge, Surrey KT 153NB, United Kingdom.

(19) http://www.oie.int/eng/normes/mcode/en_sommaire.htm

(20) PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1.

(21) PB L 21 van 28.1.2004, blz. 11.

(22) PB L 237 van 31.8.2006, blz. 1.

(23) http://www.oie.int/eng/normes/mmanual/A_summry.htm

(24) PB L 260 van 5.9.1992, blz. 1.

(25) PB L 188 van 8.7.1992, blz. 34.

(26) Gelieve zo uitvoerig mogelijke informatie te verstrekken zodat het programma goed kan worden beoordeeld.

(27) Gelieve zo uitvoerig mogelijke informatie te verstrekken zodat het programma goed kan worden beoordeeld.

(28) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 74.