Home

2001/131/EG: Besluit van de Raad van 29 januari 2001 houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de partnerschapsovereenkomst ACS-EG

2001/131/EG: Besluit van de Raad van 29 januari 2001 houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de partnerschapsovereenkomst ACS-EG

2001D0131 — NL — 24.09.2004 — 004.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 januari 2001

houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de partnerschapsovereenkomst ACS-EG

(2001/131/EG)

(PB L 048, 17.2.2001, p.31)

Gewijzigd bij:




▼B

BESLUIT VAN DE RAAD

van 29 januari 2001

houdende afsluiting van de overlegprocedure met Haïti in het kader van artikel 96 van de partnerschapsovereenkomst ACS-EG

(2001/131/EG)



DE RAAD DE EUROPESE UNIE,

Gelet het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de partnerschapsovereenkomst ACS-EG, getekend te Cotonou op 23 juni 2000 (hierna: „de ACS-EG-overeenkomst”), zoals vervroegd van toepassing verklaard bij Besluit nr. 1/2000 van de Raad van ministers ACS-EG (1), en met name op artikel 96,

Gelet op het intern akkoord inzake de maatregelen die moeten worden genomen en de procedures die moeten worden gevolgd voor de uitvoering van de partnerschapsovereenkomst ACS-EG, zoals voorlopig van toepassing verklaard bij Besluit 2000/771/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten (2), en met name op artikel 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt :

(1)

De essentiële elementen van de ACS-EG-overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 9 daarvan, zijn geschonden wegens de niet-naleving van de kieswet van Haïti.

(2)

Overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-overeenkomst van Cotonou, is er op 26 september 2000 overleg gepleegd met de ACS-landen en Haïti; bij die gelegenheid heeft de Haïtiaanse overheid haar standpunt doen gelden.

(3)

De eerbiediging van de democratische beginselen is op Haïti nog niet in ere hersteld.

(4)

Men dient derhalve maatregelen te nemen op grond van de passende maatregelen zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de ACS-EG-overeenkomst,

BESLUIT:



Artikel 1

Het overeenkomstig artikel 96 van de ACS-EG-overeenkomst met Haïti gepleegde overleg is beëindigd.

Artikel 2

De in de ontwerp-brief in bijlage dezes nader aangegeven maatregelen worden goedgekeurd als zijnde passende maatregelen zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de ACS-EG-overeenkomst.

Artikel 3

Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

Het vervalt op ►M4 31 december 2005.

▼M3

Het wordt regelmatig en ten minste na zes maanden opnieuw bestudeerd.

▼B

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

▼M4




BIJLAGE

Brief aan de regering van Haïti

Excellentie,

De Europese Unie hecht veel belang aan artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou. Het partnerschap tussen de ACS en de EG is gebaseerd op de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de beginselen van de rechtsstaat; dit zijn essentiële elementen van de overeenkomst en vormen de grondslag van onze betrekkingen.

De Europese Unie heeft de recente ontwikkelingen in Haïti van nabij gevolgd, met name de benoeming van de nieuwe interim-regering van Haïti die op 17 maart 2004 werd beëdigd na uitgebreid overleg op grond van het CARICOM/OAS-programma.

Op 12 mei 2004 hebben in Brussel besprekingen plaatsgevonden tussen U en de Europese Commissie over de politieke agenda van de interim-regering met het oog op het herstel van de democratische en grondwettelijke orde. De Europese Unie heeft nota genomen van de afspraken die daarbij zijn gemaakt, met name inzake de verbetering van de mensenrechtensituatie, de invoering van democratische beginselen, waaronder vrije en eerlijke verkiezingen, de beginselen van de rechtsstaat en een behoorlijk bestuur, zoals vermeld in uw schrijven aan de Commissie van 25 mei 2004. Dit zal te zijner tijd moeten leiden tot een grotere politieke stabiliteit in Haïti. De Europese Unie dringt er bij de interim-regering op aan de afspraken snel door concrete maatregelen te laten volgen om te waarborgen dat het democratiseringsproces een onderdeel gaat vormen van het politieke, economische en sociale leven van Haïti en dat artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou in acht wordt genomen.

Tegen deze achtergrond heeft de Raad van de Europese Unie zijn besluit van 22 december 2003 heroverwogen en besloten de passende maatregelen als bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de Overeenkomst als volgt te herzien:

1.de toewijzing van de resterende middelen van het Achtste Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) ten behoeve van programma’s die de Haïtiaanse bevolking rechtstreeks ten goede komen, ter versterking van de maatschappelijke structuren en de particuliere sector en ter ondersteuning van het democratiseringsproces, de bevordering van de rechtsstaat en de verkiezingen, wordt voortgezet. Ook kunnen maatregelen worden genomen die in het interimsamenwerkingskader dat in nauwe samenwerking tussen de interim-regering, maatschappelijke organisaties en de belangrijkste donoren is opgesteld als prioriteiten op korte en middellange termijn zijn aangeduid; hierbij wordt met name aan institutionele steun gedacht.

2.de toekenning van middelen uit het Negende EOF zal worden bekendgemaakt bij de publicatie van dit besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie.

3.met de Nationale Ordonnator zullen besprekingen worden gevoerd over de programmering van de middelen van het Negende EOF om te komen tot de opstelling van een Nationaal Strategiedocument (NSD) en een Nationaal Indicatief Programma (NIP). Bij het bepalen van de strategie zal rekening worden gehouden met de resultaten van het interimsamenwerkingskader.

4.B-toewijzingen zouden gebruikt kunnen worden vóór de ondertekening van het Negende EOF NSD/NIP.

5.het NIP zal worden ondertekend met de nieuwe democratisch gekozen regering van Haïti na de nationale verkiezingen die aan de voorwaarden van OAS-resolutie 822 voldoen en die door de bevoegde Haïtiaanse instellingen en de internationale gemeenschap als vrij en eerlijk zijn aanvaard. De nationale verkiezingen zullen uiterlijk medio 2005 moeten plaatsvinden.

6.geen invloed op de bijdragen aan regionale projecten, operaties van humanitaire aard en handelssamenwerking.

Deze maatregelen worden regelmatig herzien en ten minste binnen de zes maanden.

Voor het welslagen van de samenwerking is het van groot belang dat de gebrekkige hulpabsorptiecapaciteit door goed bestuur en maatregelen ter versterking van de hulpbeheercapaciteit wordt verbeterd. De voorwaarden voor de tenuitvoerlegging zullen worden aangepast aan de capaciteit van het land op het gebied van een behoorlijk beheer van de openbare financiën.

De Europese Unie zal de verdere ontwikkelingen van het democratiseringsproces van nabij volgen, met name wat betreft het nakomen van de afspraken van de interim-regering en het houden van plaatselijke, nationale en presidentiële verkiezingen. De Unie wijst nogmaals op haar bereidheid om de versterkte politieke dialoog met de Haïtiaanse interim-regering voort te zetten.

Hoogachtend,

Voor de Commissie

Voor de Raad

De voorzitter



(1) PB L 195 van 1.8.2000, blz. 46.

(2) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 375.