Home

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake onderling strijdige aanspraken op buiten Duitsland gelegen Duitse bezittingen

Geldig vanaf 27 maart 1951
Geldig vanaf 27 maart 1951

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake onderling strijdige aanspraken op buiten Duitsland gelegen Duitse bezittingen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 27-03-1951]

Preambule

De Koninklijke Nederlandse Regering en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot Britannië en Noord-lerland,

Wensende een oplossing te vinden voor tegenstrijdige aanspraken op vijandelijke Duitse bezittingen binnen haar gebied en de beschikking over zodanige bezittingen in het gemeenschappelijk belang te vergemakkelijken,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Bij de behandeling van vijandelijke Duitse bezittingen zullen de Verdragsluitende Regeringen zich in haar betrekkingen tot elkaar zoveel mogelijk laten leiden door de bepalingen, neergelegd in het onderhavige Verdrag en in het daarbij behorende Aanhangsel (te zamen het „Verdrag” te noemen) en zij zullen voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag zo handelen als noodzakelijk en passend zal zijn.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

AANHANGSEL

Deel I. Vermogensbestanddelen van vijandelijke Duitsers

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Deel II. Boedels van overledenen, trusts en andere soorten van fiduciaire regelingen, waarbij een vijandelijk Duits belang is betrokken

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Deel III. Vermogensbestanddelen, toebehorende aan ondernemingen opgericht volgens de wetten van een der Partijen

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Deel IV. Interpretatie en toepassing

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26