Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake onderling strijdige aanspraken op buiten Duitsland gelegen Duitse bezittingen
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake onderling strijdige aanspraken op buiten Duitsland gelegen Duitse bezittingen
Opschrift
Preambule
De Koninklijke Nederlandse Regering en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot Britannië en Noord-lerland,
Wensende een oplossing te vinden voor tegenstrijdige aanspraken op vijandelijke Duitse bezittingen binnen haar gebied en de beschikking over zodanige bezittingen in het gemeenschappelijk belang te vergemakkelijken,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Bij de behandeling van vijandelijke Duitse bezittingen zullen de Verdragsluitende Regeringen zich in haar betrekkingen tot elkaar zoveel mogelijk laten leiden door de bepalingen, neergelegd in het onderhavige Verdrag en in het daarbij behorende Aanhangsel (te zamen het „Verdrag” te noemen) en zij zullen voor de tenuitvoerlegging van het Verdrag zo handelen als noodzakelijk en passend zal zijn.