De partijen verbinden zich ertoe om, overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag, elkaar wederzijds in zo ruim mogelijke mate rechtshulp te verlenen in elke procedure die betrekking heeft op strafbare feiten waarvan de bestraffing op het tijdstip van het verzoek om rechtshulp tot de bevoegdheid behoort van de rechterlijke autoriteiten van de verzoekende partij.
Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Opschrift
Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Verdrag betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko
Preambule
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
het Koninkrijk Marokko,
hierna te noemen „de partijen”,
Gelet op de bestaande samenwerking, in het bijzonder op grond van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko inzake de overbrenging van gevonniste personen;
Geleid door de wens hun samenwerking in strafzaken te verbeteren op het terrein van de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1. Toepassingsbereik
Wederzijdse rechtshulp wordt ook verleend ten behoeve van:
burgerlijke rechtsvorderingen die bij een strafrechtelijke procedure zijn ingesteld, zolang de strafrechter nog niet onherroepelijk in de strafzaak heeft beslist;
procedures voor de betekening van gerechtelijke stukken betreffende de tenuitvoerlegging van straffen.