Home

Regeling vergunningverlening kavel Beta in windenergiegebied IJmuiden Ver

Geldig vanaf 1 januari 2024
Geldig vanaf 1 januari 2024

Regeling vergunningverlening kavel Beta in windenergiegebied IJmuiden Ver

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024]

Aanhef

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvrager: degene die de aanvraag heeft ingediend;

  • kavel: kavel Beta in het windenergiegebied IJmuiden Ver zoals aangewezen in Kavelbesluit kavel Beta in windenergiegebied IJmuiden Ver (Stcrt. 2023, 35270);

  • minister: Minister voor Klimaat en Energie;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie, die dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • verbonden rechtspersoon: alle rechtspersonen en vennootschappen die behoren tot de groep of groepsmaatschappij waartoe de aanvrager behoort en joint ventures waarin de aanvrager deelneemt;

  • wet: Wet windenergie op zee.

Artikel 2

1.

Een aanvraag voor een vergunning voor de kavel wordt ingediend in de periode van 29 februari 2024 tot en met 28 maart 2024, 17:00 uur.

2.

Een aanvrager dient ten hoogste één aanvraag in.

3.

Voor de toepassing van het tweede lid worden verbonden rechtspersonen als één aanvrager gezien.

Artikel 3

1.

Het ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel a, van de wet, omvat ten minste:

  1. een windenergie-opbrengstberekening die is opgesteld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van windenergie-opbrengstberekeningen, met gebruikmaking van gerenommeerde rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten en die ten minste de locatiegegevens, het merk, het type, de technische specificaties, waaronder ashoogte, rotordiameter en vermogenscurve van de windturbines, de lokale windgegevens voor het windpark en een berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie van het windpark omvat;

  2. de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan het van toepassing zijnde kavelbesluit wordt voldaan; en

  3. informatie die aannemelijk maakt dat tijdig de verklaring, bedoeld in artikel 7.34, tweede lid, onderdeel c, van het Besluit activiteiten leefomgeving kan worden overgelegd.

2.

Bij de berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie zijn de beschikbaarheid, zogeffecten, elektriciteitsverliezen en terugregelverliezen opgenomen, waarbij voor het zogeffect uitsluitend rekening wordt gehouden met het windpark waarvoor de aanvraag wordt gedaan.

3.

In het tijdschema voor de bouw en exploitatie van het windpark, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel b, van de wet worden de realisatiedata vermeld van de volgende activiteiten:

  1. de instemming door de exploitant van het windpark met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de aansluiting en het transport van elektriciteit overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998;

  2. de verstrekking van opdrachten aan producenten, leveranciers en installateurs;

  3. de plaatsing van de eerste fundering;

  4. de plaatsing van de eerste windturbine;

  5. de start van het intrekken van de 66 kV-kabels op het platform van het net op zee;

  6. de start van de levering van elektriciteit;

  7. het gereed zijn van minimaal 1,4 GW aan windparkvermogen ten behoeve van de testfase van het net op zee en het gereed zijn van het intrekken en aansluiten van de 66 kV-kabels op het platform van het net op zee;

  8. het gereed zijn voor leveren van vol vermogen ten behoeve van de testfase van het net op zee; en

  9. het buiten bedrijf stellen van het windpark.

4.

De raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel c, van de wet, omvat in ieder geval een exploitatieberekening met:

  1. een specificatie van de investeringskosten per component van de productie-installatie;

  2. een overzicht van alle kosten en opbrengsten van de productie-installatie; en

  3. een berekening van het projectrendement over de looptijd van het project.

5.

Tot de bij de bouw en exploitatie van het windpark betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel d, van de wet, worden gerekend:

  1. de aanvrager en indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, elke deelnemer aan het samenwerkingsverband;

  2. de verantwoordelijke partijen voor het projectmanagement;

  3. de producenten van de funderingen;

  4. de installateurs van de funderingen;

  5. de producenten van de windturbines;

  6. de installateurs van de windturbines;

  7. de producenten van de parkbekabeling;

  8. de installateurs van de parkbekabeling; en

  9. de verantwoordelijke partijen voor het onderhoud en de bediening van het windpark.

6.

De beschrijving van de kennis en ervaring van de betrokken partijen, bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel e, van de wet, betreft de kennis en ervaring bij windparken op zee en omvat:

  1. het geïnstalleerd vermogen van de windparken waarvoor door de verantwoordelijke partijen voor het projectmanagement tijdens de bouw het projectmanagement is gedaan;

  2. het aantal door de producenten geproduceerde funderingen;

  3. het aantal door de installateurs geïnstalleerde funderingen;

  4. het aantal door de producenten geproduceerde windturbines;

  5. het aantal door de installateurs geïnstalleerde windturbines;

  6. het aantal elektriciteitsverbindingen op zee waarvoor door de producenten bekabeling is geproduceerd;

  7. het aantal windturbines dat door de installateurs van de parkbekabeling is aangesloten; en

  8. het geïnstalleerd vermogen van de windparken dat de verantwoordelijke partijen voor het onderhoud en de bediening in onderhoud hebben en bedienen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Bijlage behorende bij artikel 8, eerste lid , van de Regeling vergunningverlening kavel Beta in windenergiegebied IJmuiden Ver