Home

Aanwijzing hoge transacties

Geldig vanaf 4 september 2020
Geldig vanaf 4 september 2020

Aanwijzing hoge transacties

Besluit 2020A005

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 04-09-2020]

Samenvatting

Deze aanwijzing schetst de kaders voor het aanbieden van hoge transacties. Het begrip ‘hoge transactie’ is nader afgebakend en omvat alle transacties waarbij betaling van een geldsom aan de Staat met een boetecomponent van € 200.000 of meer aan de orde is én transacties met een totale transactiewaarde van € 1.000.000 of meer. De aanwijzing benoemt de uitgangspunten voor het aanbieden van dergelijke transacties en geeft procedurele regels. Onderdeel hiervan is de verplichte adviserende rol van de onafhankelijke Toetsingscommissie hoge transacties. Indien is besloten tot een hoge transactie maakt het OM dat in beginsel bekend via een persbericht. De aanwijzing geeft algemene uitgangspunten voor de informatie die in een persbericht moet worden opgenomen.

1. Inleiding

Strafzaken kunnen op verschillende manieren worden afgedaan. Als de officier van justitie de zaak bewijsbaar acht, kan deze de verdachte dagvaarden om de zaak ter beoordeling aan de rechter voor te leggen, een strafbeschikking uitvaardigen of de strafzaak al dan niet voorwaardelijk seponeren. Daarnaast kan de officier van justitie ervoor kiezen de verdachte een transactie aan te bieden om strafvervolging te voorkomen door te voldoen aan één of meer voorwaarden. De te stellen voorwaarden ter voorkoming van strafvervolging zijn in artikel 74 Sr en artikel 36 WED limitatief omschreven.

Deze aanwijzing heeft betrekking op hoge transacties, dat wil zeggen transacties waarbij de voorwaarde ex artikel 74, tweede lid sub a Sr (betaling aan de Staat van een geldsom) een bedrag van € 200.000 of meer betreft én transacties met een totale transactiewaarde van € 1.000.000 of meer (inclusief ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, de waarde van voor verbeurverklaring vatbare voorwerpen waarvan door verdachte afstand wordt gedaan en schadevergoeding). In de regel komen hoge transacties alleen voor in relatie tot rechtspersonen. Dat houdt onder meer verband met de omstandigheid dat aan een rechtspersoon veelal geen andere straf kan worden opgelegd dan een geldboete. Bovendien kan deze wijze van afdoening invloed hebben op de aanpassing van de bedrijfscultuur om verdere overtreding van de regels te voorkomen. Ook wordt aan verdachte, benadeelde partijen en samenleving op kortere termijn dan bij strafvervolging duidelijkheid verschaft over de afdoening van een zaak. Daarmee kan een hoge transactie uiteindelijk meer effect sorteren dan strafvervolging.

Al enige tijd bestaat de politieke wens om wettelijk vast te leggen dat de rechter hoge transacties toetst voordat deze aan de verdachte kunnen worden aangeboden. Totdat dit wettelijk geregeld is, geldt de in deze aanwijzing opgenomen regeling waarin toetsing van een voorgenomen hoge transactie door een onafhankelijke commissie plaatsvindt.

Deze onafhankelijke commissie, de Toetsingscommissie hoge transacties, bestaat uit drie leden. De commissie is ingesteld en de leden zijn benoemd door het College van procureurs-generaal (PM noot met vindplaats besluit College).

2. Algemene uitgangspunten

Te allen tijde kiest het OM – in lijn met het opportuniteitsbeginsel – voor de meest passende afdoeningswijze. De keuze voor een hoge transactie ter voorkoming van strafvervolging vergt maatwerk. Voor de vraag óf een verdachte (rechts)persoon in aanmerking komt voor een transactie en tot welk bedrag, zijn – naast de criteria die gelden voor alle transacties – meerdere factoren van belang. In elke zaak waarin een transactie wordt overwogen zullen die factoren zorgvuldig worden afgewogen. Voor delicten die publieke verontrusting hebben veroorzaakt, geldt dat alleen een transactie wordt aangeboden indien daar een zeer goede reden voor is. In dergelijke zaken wordt de voorgenomen transactie als gevoelige zaak aan het College van procureurs-generaal voorgelegd.

Bij de beslissing om een (hoge) transactie aan te bieden worden elementen meegewogen als de proceshouding van verdachte, of verdachte de feiten erkent, of verdachte de slachtoffers en/of nabestaande heeft gecompenseerd, de maatregelen die verdachte neemt ter voorkoming van herhaling van strafbare gedragingen en de rol van verdachte bij het aan het licht brengen van de strafbare feiten.

Op grond van artikel 74b Sr kan het recht tot strafvordering ook na voldoening aan de overeenkomstig artikel 74 Sr gestelde voorwaarden herleven, namelijk in geval van een bevel van het Gerechtshof tot instellen of voortzetten van de vervolging naar aanleiding van een gedaan beklag ex artikel 12 Sv. Dit beklag dient dan wel binnen 3 maanden nadat de belanghebbende bekend is geworden met de toepassing van artikel 74 Sr te zijn gedaan (artikel 12k Sv). Na het bevel tot het instellen of voortzetten van de vervolging wordt de transactieovereenkomst nietig en worden de transactiebedragen terugbetaald.

3. De hoge transactie

Een transactie wordt in deze aanwijzing aangemerkt als hoge transactie:

  1. als de voorwaarde ex artikel 74, tweede lid onder a Sr (betaling aan de Staat van een geldsom) het totaal door de verdachte te betalen bedrag € 200.000 of meer bedraagt,

    tenzij:

    • sprake is van een aanbod van de verdachte om – overeenkomstig het bepaalde in artikel 74a Sr – bij een strafbaar feit waarop naar de wettelijke omschrijving geen andere straf is gesteld dan geldboete het maximum van de geldboete te betalen en te voldoen aan alle overige krachtens artikel 74, tweede lid Sr te stellen voorwaarden,

    • sprake is van een boetebedrag of een cumulatie van boetebedragen rechtstreeks volgend uit strafvorderingsrichtlijnen van het College van procureurs-generaal.

  2. als het totale bedrag dat met de transactie is gemoeid € 1.000.000 of meer bedraagt, inclusief:

    • de waarde van geldbedragen of inbeslaggenomen voorwerpen, welke door verdachte worden voldaan c.q. overgedragen aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel,

    • het bedrag van de schade die wordt vergoed,

    • de waarde van inbeslaggenomen geldbedragen of voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, waarvan door verdachte afstand wordt gedaan,

    • de waarde van niet-inbeslaggenomen geldbedragen of voorwerpen die vatbaar zijn voor verbeurdverklaring, die door verdachte worden uitgeleverd of waarvan de geschatte waarde aan de staat wordt voldaan.

    Dientengevolge worden in deze aanwijzing ook transacties van meer dan € 1.000.000 zonder een boetecomponent als bedoeld in artikel 74, tweede lid 2 onder a Sr, als hoge transactie aangemerkt.

4. Uitgangspunten voor het aanbieden van een hoge transactie

5. Procedure

6. Maatschappelijke verantwoording en transparantie

Overgangsrecht