Home

Mandaatregeling Defensievastgoed

Geldig vanaf 21 mei 2019
Geldig vanaf 21 mei 2019

Mandaatregeling Defensievastgoed

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 21-05-2019]

Aanhef

De Staatssecretaris van Defensie,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. staatssecretaris: de Staatssecretaris van Defensie;

  2. defensievastgoed: onroerende zaken die benodigd zijn voor de uitoefening van defensietaken en die niet onder het Rijkshuisvestingstelsel vallen;

  3. directeur-generaal: de directeur-generaal van het Rijksvastgoedbedrijf;

  4. directeur: directeur van het Rijksvastgoedbedrijf;

  5. mandaat: de bevoegdheid om namens de staatssecretaris publiekrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  6. volmacht: de bevoegdheid om namens de staatsecretaris voor de Staat der Nederlanden privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  7. machtiging: de bevoegdheid om namens de staatssecretaris handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Gelijkstelling

Voor de toepassing van deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt onder mandaat tevens verstaan volmacht en machtiging.

Artikel 3. Mandaat

1.

Aan de directeur-generaal wordt mandaat verleend met betrekking tot aangelegenheden op het terrein van defensievastgoed.

2.

Mandaat wordt niet verleend met betrekking tot:

  1. aangelegenheden die de uitvoeringsovereenkomst tussen het ministerie van Defensie en het Rijksvastgoedbedrijf te buiten gaan;

  2. het vaststellen van een algemeen verbindend voorschrift;

  3. het beslissen op een bezwaarschrift;

  4. het beslissen op een beroepschrift.

Artikel 4. Ondermandaat

Artikel 5. Acceptatie mandaatverlening

Artikel 6. Notariële akten

Artikel 7. Ondertekening

Artikel 8. Intrekking

Artikel 9. Inwerkingtreding

Artikel 10. Citeertitel