Home

Wet toezicht trustkantoren 2018

Geldig van 6 september 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 6 september 2024 tot 1 januari 2025

Wet toezicht trustkantoren 2018

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 06-09-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren te herzien, door een uitbreiding van de normen inzake de integere en beheerste bedrijfsvoering van trustkantoren, een aanscherping van de verplichtingen inzake het verrichten van cliëntenonderzoek en het uitbreiden van het instrumentarium voor toezicht en handhaving, en daartoe de Wet toezicht trustkantoren te vervangen, ten einde de integriteit van het financiële stelsel in Nederland te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, 119);

  • belastingadvies: adviseren over de opzet, inrichting of werking van structuren van rechtspersonen en vennootschappen gericht op de toepassing van internationaal en nationaal belastingrecht;

  • bijkantoor: duurzaam in een andere staat dan de staat van de zetel aanwezig onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van een trustkantoor;

  • cliënt: natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een trustdienst laat verrichten;

  • de Nederlandsche Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;

  • doelvennootschap: rechtspersoon of vennootschap waaraan de trustdiensten, bedoeld in de onderdelen a en b van de begripsomschrijving van trustdienst, worden verleend;

  • familielid van een politiek prominente persoon: familielid van een politiek prominente persoon als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • financieren van terrorisme: gedraging strafbaar gesteld in artikel 421, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  • Financiële inlichtingen eenheid: Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • gekwalificeerde deelneming: rechtstreeks of middellijk belang van ten minste tien procent van het geplaatste aandelenkapitaal of een daarmee vergelijkbaar belang, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van ten minste tien procent van de stemrechten of een daarmee vergelijkbare zeggenschap;

  • groep: economische eenheid waarin natuurlijke personen, rechtspersonen, en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden;

  • identificeren: opgave van de identiteit laten doen;

  • integriteitrisico:

    1. risico van ontoereikende naleving van hetgeen bij of krachtens enig wettelijk voorschrift is bepaald;

    2. risico van betrokkenheid van het trustkantoor of zijn medewerkers bij handelingen die op een dusdanige wijze ingaan tegen hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, dat hierdoor het vertrouwen in het trustkantoor of in de financiële markten ernstig kan worden geschaad;

  • introducerende instelling: instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2° en 3°, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme die behoort tot dezelfde groep als het trustkantoor;

  • lidstaat: lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  • moederonderneming: moederonderneming als bedoeld in artikel 2, negende lid, van richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182);

  • Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

  • personenvennootschap: een maatschap als bedoeld in artikel 1655 van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek, een vennootschap onder firma als bedoeld in artikel 16 van het Wetboek van Koophandel en een commanditaire vennootschap als bedoeld in artikel 19 van het Wetboek van Koophandel, alsmede een maatschap of vennootschap naar buitenlands recht die met deze rechtsvormen vergelijkbaar is;

  • persoon bekend als naaste geassocieerde van een politiek prominente persoon: persoon bekend als naaste geassocieerde van een politiek prominente persoon als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • persoonsgegeven: persoonsgegeven als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de algemene verordening gegevensbescherming;

  • politiek prominente persoon: politiek prominente persoon als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • trustdienst:

    1. het zijn van bestuurder van een rechtspersoon of vennoot van een vennootschap in opdracht van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, of vennootschap die niet tot dezelfde groep behoort als degene die bestuurder of vennoot is;

    2. het in opdracht van een niet tot dezelfde groep behorende natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, ter beschikking stellen van een postadres of bezoekadres als bedoeld in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel c, en 14, eerste lid, onderdeel c, van de Handelsregisterwet 2007, aan een andere rechtspersoon of vennootschap, indien ten minste één van de volgende aanvullende werkzaamheden wordt verricht ten behoeve van die rechtspersoon of vennootschap of ten behoeve van een tot dezelfde groep als die rechtspersoon of vennootschap behorende, natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap:

      1. 1°.

        het geven van juridisch advies of het verlenen van bijstand, met uitzondering van het verrichten van receptiewerkzaamheden;

      2. 2°.

        het verzorgen van belastingaangiften en daarmee verband houdende werkzaamheden;

      3. 3°.

        het verrichten van werkzaamheden in verband met het opstellen, beoordelen of controleren van de jaarrekening of het voeren van administratie;

      4. 4°.

        het werven van een bestuurder voor een rechtspersoon of vennootschap;

      5. 5°.

        andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen aanvullende werkzaamheden;

    3. het verkopen van of bemiddelen bij de verkoop van rechtspersonen;

    4. het zijn van een trustee in opdracht van een niet tot dezelfde groep behorende natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap;

    5. andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diensten;

  • trustkantoor: degene die, al dan niet tezamen met andere natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen, beroeps- of bedrijfsmatig een of meer trustdiensten verleent;

  • uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 1 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

  • vierde anti-witwasrichtlijn: richtlijn 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141);

  • witwassen: gedragingen strafbaar gesteld in de artikelen 420bis, 420bis.1, 420ter, 420quater en 420quater.1 van het Wetboek van Strafrecht;

  • zakelijke relatie: zakelijke, professionele of commerciële relatie tussen een trustkantoor en een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die verband houdt met trustdiensten verleend door het trustkantoor en waarvan op het tijdstip dat het contact wordt gelegd, wordt aangenomen dat deze enige tijd zal duren;

  • zetel: plaats waar een trustkantoor volgens haar statuten of reglementen is gevestigd of, indien het trustkantoor geen rechtspersoon is, de plaats waar het trustkantoor zijn hoofdvestiging heeft.

2.

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt onder de begrippen «trust», «trustee» en «insteller» verstaan hetgeen daaronder in het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141) wordt verstaan.

Hoofdstuk 2. Vergunningen

Artikel 2. Overdraagbaarheid van vergunningen

Artikel 3. Verbod op trustdienstverlening zonder vergunning

Artikel 3a. Verbod optreden als doorstroomvennootschap

Artikel 4. Trustkantoor in aangewezen staat

Artikel 5. Vrijstelling en ontheffing

Artikel 6. Vergunning

Artikel 7. Intrekken of wijzigen van een vergunning

Artikel 8. Wijzigingen in de gegevens van een trustkantoor

Artikel 9. Het register

Hoofdstuk 3. Integere en beheerste bedrijfsvoering

Artikel 10. Betrouwbaarheid en geschiktheid

Artikel 11. Twee dagelijks beleidsbepalers

Artikel 12. Feitelijke zeggenschapsstructuur

Artikel 13. Rechtsvorm trustkantoor

Artikel 14. Integere en beheerste bedrijfsvoering

Artikel 15. Compliance- en auditfunctie

Artikel 16. Uitbesteding van werkzaamheden

Artikel 17. Verbod op combinatie trustdiensten en belastingadvies

Artikel 18. Periodieke rapportage

Artikel 19. Zorgplicht derdengelden

Artikel 20. Incidenten

Artikel 21. Buitenlandse trustkantoren en bijkantoren

Hoofdstuk 4. Cliëntenonderzoek

§ 4.1. Algemene bepalingen cliëntenonderzoek

Artikel 22. Cliëntenonderzoek bij trustdienstverlening

Artikel 23. Verbod op vroegtijdige dienstverlening

Artikel 23a. Verbod op dienstverlening bij betrokkenheid bepaalde landen

Artikel 24. Verificatie van de identiteit

Artikel 25. Onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende

Artikel 26. Onderzoek naar integriteitrisico’s bij dienstverlening

§ 4.2. Cliëntenonderzoek per trustdienst

Artikel 27. Cliëntenonderzoek bij trustdienst a en b

Artikel 28. Cliëntenonderzoek bij trustdienst c

Artikel 29. Cliëntenonderzoek bij trustdienst d

Artikel 30. Cliëntenonderzoek bij andere trustdiensten

§ 4.3. Cliëntenonderzoek bij trusts of personenvennootschappen

Artikel 31. Bijzondere voorschriften bij trusts en andere juridische constructies

Artikel 32. Cliënt is een vennoot

§ 4.4. Cliëntenonderzoek bij hoger risico

Artikel 33. Verscherpt cliëntenonderzoek

Artikel 34. Politiek prominente personen

Artikel 35. Complexe en ongebruikelijke transacties

Artikel 36 [Vervallen per 01-07-2023]

Hoofdstuk 5. Vastlegging

Artikel 37. Vastlegging cliëntenonderzoek

Artikel 38. Vastlegging gegevens trustkantoor

Artikel 39. Dienstverleningsdossier

Artikel 40. Verwerking persoonsgegevens

Hoofdstuk 6. Toezicht en handhaving

§ 6.1. Toezicht op de naleving en inlichtingenbevoegdheid van de Nederlandsche Bank

Artikel 41. Handhaving

Artikel 42. Toezicht op de naleving

Artikel 43. Inlichtingenbevoegdheid de Nederlandsche Bank

Artikel 44. Inlichten Financiële inlichtingen eenheid

Artikel 45. Inlichtingenbevoegdheid internationaal

Artikel 46. Samenwerking met Europese toezichthouders

§ 6.2. Handhavingsbevoegdheden

Artikel 47. Aanwijzing

Artikel 48. Last onder dwangsom en bestuurlijke boete

Artikel 49. Hoogte bestuurlijke boete

Artikel 50. Omzetgerelateerde boete

Artikel 51. Voordeelgerelateerde boete

Artikel 52. Schorsende werking betalingsverplichting

Artikel 53. Verbod beleidsbepalende functie

Artikel 54. Curator

Hoofdstuk 7. Geheimhouding en publicatie

§ 7.1. Geheimhoudingsplicht

Artikel 55. Geheimhouding

Artikel 56. Informatieuitwisseling

Artikel 56a [Nog niet in werking]

Artikel 57. Informatieuitwisseling Sanctiewet 1977

Artikel 58. Informatieuitwisseling AFM

Artikel 58a. Informatie-uitwisseling opsporing, parlement en Algemene Rekenkamer

§ 7.2. Publicatie

Artikel 59. Openbaarmaking overtreding

Artikel 60. Belangenafweging openbaarmaking

Artikel 61. Publicatie formele maatregel

Artikel 62. Uitzonderingen publicatieplicht

Artikel 63. Besluit tot openbaarmaking

Artikel 64. Regels omtrent openbaarmaking

Artikel 65. Vroegtijdige openbaarmaking

Artikel 66. Voorlopige voorziening

Hoofdstuk 8. Overige bepalingen

Artikel 67. Opleiding

Artikel 68. Informatie uitwisseling trustkantoren

Artikel 69. Evaluatie

Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen

§ 9.1. Overgangsbepalingen

Artikel 70. Vergunningen

Artikel 71. Ontheffingen

Artikel 72. Toetsingen

Artikel 73. Omzetting rechtsvorm

Artikel 74. Cliëntenonderzoek

Artikel 75. Overtredingen

Artikel 76. Wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn

§ 9.2. Wijziging andere wetten

Artikel 77. Wijziging Algemene wet bestuursrecht

Artikel 78. Wijziging Sanctiewet 1977

Artikel 79. Wijziging Wet bekostiging financieel toezicht

Artikel 80. Wijziging Wet op de economische delicten

Artikel 81. Wijziging Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

§ 9.3. Slotbepalingen

Artikel 82. Intrekking Wet toezicht trustkantoren

Artikel 83. Inwerkingtreding

Artikel 84. Citeertitel