Home

Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2018

Geldig vanaf 1 januari 2019
Geldig vanaf 1 januari 2019

Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2018

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 26-03-2022]

Aanhef

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • algemene uitvoeringsregeling: Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie;

  • allesvergisting: biologische afbraakreacties van biomassa als bedoeld in de NTA 8003: 2008, met uitzondering van de nummers 410, 420, 500, 550 tot en met 559, waarvan de biogasopbrengst van de ingaande stroom ten minste 25 Nm3 aardgasequivalent per ton bedraagt;

  • beschermingszone: beschermingszone als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017;

  • besluit: Besluit stimulering duurzame energieproductie;

  • biosyngas; mengsel van gassen dat is geproduceerd door vergassing van biomassa en dat geen nadere bewerking tot methaan heeft ondergaan;

  • doublet: combinatie van twee naast elkaar liggende diepboringen die ten minste bestaat uit één productieput en één injectieput;

  • hernieuwbaar gas hub: verzameling van productie-installaties voor de productie van hernieuwbaar gas waarvoor voor de invoeding van het hernieuwbaar gas op een gasnet gezamenlijk een of meerdere aansluitingen worden gebruikt, waarmee gezamenlijk hernieuwbare warmte wordt geproduceerd die nuttig wordt gebruikt of waarmee gezamenlijk hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd die op een elektriciteitsnet of installatie, met uitzondering van de productie-installatie, wordt ingevoed;

  • ketel: installatie waarin brandstof wordt verstookt waarbij de verbrandingswarmte met behulp van een warmtewisselaar wordt overgedragen aan een vloeistof;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • netto P50-waarde vollasturen: aantal vollasturen waarbij de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • nominaal elektrisch rendement: quotiënt van het nominaal elektrisch vermogen en:

    1. de som van het nominaal elektrisch vermogen en nominaal warmtevermogen in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een verbrandingsmotor, en

    2. het nominaal warmtevermogen van de ketel in het geval van gecombineerde opwekking met behulp van een stoomturbine of een organische rankinecyclus;

  • nominaal vermogen: maximale vermogen van de productie-installatie dat onder nominale condities benut kan worden voor de productie van hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas en wat door de leverancier gegarandeerd wordt bij continu gebruik. In het geval van geothermische productie-installaties dient het nominaal vermogen te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van ten minste 50%;

  • NTA 8003: 2008: Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut, zoals deze luidde op 31 december 2008;

  • hernieuwbare warmte: nuttig aangewende warmte als bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong voor energie uit hernieuwbare energiebronnen en HR-WKK-elektriciteit;

  • richtlijn hernieuwbare energie: richtlijn nr. 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU 2009, L 140);

  • thermische conversie van vaste of vloeibare biomassa: omzetting van vaste of vloeibare biomassa door middel van:

    1. verbranding,

    2. een andere thermische behandeling dan bedoeld onder a ingeval de producten daarvan vervolgens worden verbrand, of

    3. de verbranding van producten die voortkomen uit thermische behandeling;

  • valhoogte: verschil in waterpeil voor en achter de productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit door middel van waterkracht waarbij het nominaal vermogen wordt benut;

  • vergisting en co-vergisting van dierlijke mest: biologische afbraakreacties van in hoofdzaak vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren, al dan niet aangevuld met een of meer producten genoemd in de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet, waarbij het restant na vergisting als meststof mag worden verhandeld;

  • vergisting van uitsluitend dierlijke mest: biologische afbraakreacties van vaste en vloeibare uitwerpselen van dieren;

  • waterstaatswerk: waterstaatswerk als bedoeld in appendix b bij bijlage I van de Regeling veiligheid primaire waterkeringen 2017.

§ 2. Algemene bepalingen

Artikel 2

Artikel 3

§ 3. Categorieën

§ 3.1. Hernieuwbare elektriciteit

§ 3.1.1. Waterkracht

Artikel 4
Artikel 5

§ 3.1.2. Osmose

Artikel 6
Artikel 7

§ 3.1.3. Wind op land

Artikel 8
Artikel 9

§ 3.1.4. Wind op primaire waterkering

Artikel 10
Artikel 11

§ 3.1.5. Wind in meer

Artikel 12
Artikel 13

§ 3.1.6. Fotovoltaïsche zonnepanelen

Artikel 14
Artikel 15

§ 3.2. Hernieuwbaar gas

§ 3.2.1. Biomassavergisting

Artikel 16
Artikel 17

§ 3.2.2. Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties

Artikel 18
Artikel 19

§ 3.2.3. Biomassavergassing

Artikel 20
Artikel 21

§ 3.3. Hernieuwbare warmte en (gecombineerde) opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte

§ 3.3.1. Zonthermie voor warmte

Artikel 22
Artikel 23

§ 3.3.2. Geothermie voor warmte

Artikel 24
Artikel 25

§ 3.3.3. Biomassavergisting voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 26
Artikel 27

§ 3.3.4. Verbeterde slibgisting bij rioolwaterzuiveringsinstallaties voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 28
Artikel 29

§ 3.3.5. Ketel vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 30
Artikel 31

§ 3.3.6. Kleine ketel vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 32
Artikel 33

§ 3.3.7. Grote ketel vaste of vloeibare biomassa voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 34
Artikel 35

§ 3.3.8. Ketel industriële stoom uit houtpellets voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 36
Artikel 37

§ 3.3.9. Brander op houtpellets voor warmte en gecombineerde opwekking

Artikel 38
Artikel 39

§ 4. Fasebedragen

Artikel 40

§ 5. Maximaal aantal vollasturen, basiselektriciteits- en basisenergieprijzen, basisbedragen en correctiebedragen

§ 5.1. Hernieuwbare elektriciteit

Artikel 41

§ 5.2. Hernieuwbaar gas

Artikel 42

§ 5.3. Hernieuwbare warmte en (gecombineerde) opwekking van hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte

Artikel 43

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 44

Artikel 45

Bijlage 1. behorende bij artikel 2, vijfde lid , van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2018

Bijlage 2. behorende bij de artikelen 8 en 10 van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie voorjaar 2018