Home

Verplaatsingskostenbesluit defensie

Geldig vanaf 12 februari 2021
Geldig vanaf 12 februari 2021

Verplaatsingskostenbesluit defensie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 12-02-2021]

Artikel 1. Begripsbepalingen

1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • achtergebleven kind:

    het buiten het land van plaatsing verblijf houdende ongehuwde kind van de defensieambtenaar, dat minderjarig is of voor wie aanspraak bestaat op kinderbijslag dan wel op studiefinanciering in de zin van de Wet studiefinanciering 2000. Voor de toepassing van dit besluit duurt de minderjarigheid voort tot en met 31 december van het kalenderjaar waarin het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt.

  • afstand:

    1. bij gebruik van openbaar vervoer: de gebruikelijke reisroute;

    2. bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer:

      het aantal kilometers gemeten langs de gebruikelijke openbare weg te bepalen aan de hand van een bij ministeriële regeling vastgestelde routeplanner, met dien verstande dat bij meer dan één plaats van tewerkstelling die zich niet binnen één complex of terrein bevinden de grootste afstand geldt;

  • ambtenaar:

    degene die bij het Ministerie van Defensie in burgerlijke openbare dienst is aangesteld.

  • ambts- of dienstwoning:

    de door het bevoegde gezag aan de defensieambtenaar in verband met de uitoefening van zijn functie toegewezen woning.

  • bevoegd gezag:

    de bij ministeriële regeling als zodanig aangewezen autoriteiten.

  • defensieambtenaar:

    de ambtenaar of de militair.

  • eigen huishouding voeren:

    het anders dan bij de eigen, stief- of pleegouders van de defensieambtenaar of van zijn partner, bewonen van zelfstandige woonruimte, aangetoond door middel van inschrijving in de basisregistratie personen en een rechtsgeldig huurcontract of notariële leveringsakte van de koopwoning op naam van de defensieambtenaar of diens partner.

  • Europa:

    Europa inclusief Turkije.

  • gezinsleden:

    de partner van de defensieambtenaar en de eigen, stief- of pleegkinderen van de defensieambtenaar zelf of van zijn partner, voor zover zij met hem samenwonen en in geval van vestiging buiten Nederland ter zake goedkeuring is verkregen van de Minister.

  • militair (tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald):

    De militair in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, ten eerste, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, daaronder begrepen hij die is aangesteld in burgerlijke openbare dienst om in de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn.

  • Minister:

    Onze Minister van Defensie.

  • Partner:

    degene die naar Nederlands recht met de defensieambtenaar is gehuwd alsmede degene die mede onder dit begrip wordt verstaan op grond van artikel 4 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie of artikel 1, derde lid van het Algemeen militair ambtenarenreglement.

  • plaats van legering:

    de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar hem door het bevoegd gezag nachtverblijf van rijkswege wordt geboden.

  • plaats van tewerkstelling:

    de gebruikelijke ingang van het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar de defensieambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht, dan wel indien de uitoefening van het ambt zich uitstrekt over een bepaald gebied, een door het bevoegd gezag aangewezen plaats.

  • rijksdienst:

    de organisatie van de rijksoverheid.

  • standplaats:

    de gemeente of het bij name genoemde deel van die gemeente, waar de plaats van tewerkstelling van de defensieambtenaar is gelegen, dan wel indien de plaats van tewerkstelling een vaartuig is, de door het bevoegd gezag aangewezen plaats.

  • verplaatsing:

    verandering van standplaats die naar het oordeel van het bevoegd gezag een permanent karakter heeft.

  • voor het eerst in dienst treden:

    in dienst treden bij het Ministerie van Defensie of een van zijn diensten, bedrijven of instellingen, anders dan in geval van overgang binnen een maand:

    1. van de ene naar de andere tak van de rijksdienst;

    2. van een andere overheidsdienst of een door het Rijk bekostigde onderwijsinstelling naar de rijksdienst.

  • woongebied:

    een zodanig gebied waarbij de afstand van de woning naar de plaats van tewerkstelling niet meer bedraagt dan 25 kilometer, vast te stellen bij gebruik van ander vervoer dan openbaar vervoer, alsmede een bij ministeriële regeling goedgekeurde plaats van vestiging.

  • zelfstandige woonruimte:

    woonruimte voorzien van een eigen toegangsdeur die van binnen en buiten kan worden afgesloten. In de woonruimte moeten in elk geval aanwezig zijn:

    • een eigen woon(slaap)kamer,

    • een eigen keuken met aanrecht, aan- en afvoer voor water en een aansluitpunt voor een kooktoestel,

    • een eigen toilet met waterspoeling.

2.

Aan dit besluit kunnen geen aanspraken worden ontleend door defensieambtenaren op wie voorzieningen ter zake van verblijf buiten Nederland van toepassing zijn die overeenkomen met aanspraken op grond van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

3.

De ambtenaar bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie die als gevolg van een functiewisseling in het kader van de mobiliteitsbevordering van standplaats verandert ontleent aan dit besluit de aanspraken die gelden voor de militair.

Artikel 2. Tegemoetkoming verhuiskosten bij opgelegde verhuisplicht

1.

De defensieambtenaar die ingevolge een op grond van artikel 75 Burgerlijke ambtenarenreglement defensie dan wel artikel 143 Algemeen militair ambtenarenreglement defensie opgelegde verplichting verhuist naar een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, mits de verhuizing plaatsvindt uiterlijk twee jaren na de datum waarop de verplichting is ingegaan.

2.

De defensieambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die is verhuisd en van de in het eerste lid bedoelde verplichting wordt ontheven, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de ontheffing.

3.

Het opleggen van de verplichting te verhuizen naar een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied geschiedt:

  1. indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aard van de werkzaamheden een zeer korte reactietermijn vereist;

  2. bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar Nederland;

  3. bij een verhuizing in verband met een verplaatsing naar een land buiten Nederland.

4.

Ten aanzien van verhuizingen als bedoeld in het eerste lid, is de tegemoetkoming in de verhuiskosten gelijk aan een tegemoetkoming in:

  1. de reis- en verblijfkosten binnen Nederland die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van woonruimte;

  2. de reis- en verblijfkosten bij een verplaatsing naar een land buiten Nederland, die voor de defensieambtenaar en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van onder meer woonruimte en scholen;

  3. de reis- en verblijfkosten die voor de defensieambtenaar en zijn gezinsleden zijn verbonden aan de reis naar de nieuwe woning;

  4. de transportkosten;

  5. de kosten van de tussenpersoon, voor zover deze in rekening wordt gebracht ter verwerving van een huurwoning en de inschakeling van een tussenpersoon naar het oordeel van het bevoegd gezag voor het Rijk tot aanmerkelijk voordeel leidt;

  6. overige kosten, mits een eigen huishouding wordt gevoerd op de datum van de verplaatsing of de indiensttreding en de eigen huishouding wordt voorgezet na de verhuizing.

5.

Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld omtrent een nader door het bevoegd gezag aangegeven plaats of gebied, bedoeld in het eerste lid, de maximale duur van de reis, bedoeld in het vierde lid, onder b, de transportkosten bedoeld in het vierde lid onder d en de overige kosten, bedoeld in het vierde lid, onder f.

Artikel 3. Tegemoetkoming verhuiskosten zonder verhuisplicht

1.

De defensieambtenaar die bij verplaatsing verhuist naar het woongebied van zijn nieuwe standplaats, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de datum van de verplaatsing, dan wel binnen zes maanden voor de datum van de verplaatsing en indien door de verhuizing de reisafstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling met ten minste 60% wordt bekort en, indien hij militair is voorafgaand aan de verhuizing, een eigen huishouding voerde.

2.

De defensieambtenaar aan wie in verband met een verhuizing op grond van het eerste lid een tegemoetkoming in verhuiskosten is toegekend, betaalt deze tegemoetkoming terug indien hem binnen twee jaren na de verhuizing ontslag op aanvraag wordt verleend, hij tengevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden binnen twee jaren na de verhuizing wordt ontslagen of indien hij buiten het woongebied gaat wonen.

3.

Overgang binnen een maand naar een andere functie binnen de rijksdienst wordt niet als een ontslag op aanvraag beschouwd, tenzij de defensieambtenaar als gevolg van die overgang moet verhuizen met aanspraak op een tegemoetkoming in verhuiskosten.

Artikel 4. Tegemoetkoming verhuiskosten bij indiensttreding

1.

Het bevoegd gezag kan de defensieambtenaar die bij indiensttreding een eigen huishouding voert, eenmalig aanspraak verlenen op een tegemoetkoming in de verhuiskosten mits de verhuizing plaatsvindt binnen twee jaren na de datum van de indiensttreding en hij verhuist naar het woongebied en door de verhuizing de reisafstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling met ten minste 60% wordt bekort.

2.

De defensieambtenaar aan wie in verband met een verhuizing op grond van het eerste lid een tegemoetkoming in verhuiskosten is toegekend, betaalt deze tegemoetkoming terug indien hem binnen twee jaren na de verhuizing ontslag op aanvraag wordt verleend en indien hij tengevolge van aan hem te wijten feiten of omstandigheden binnen twee jaren na de verhuizing wordt ontslagen of indien hij buiten het woongebied gaat wonen.

3.

Overgang binnen een maand naar een andere functie binnen de rijksdienst wordt niet als een ontslag op aanvraag beschouwd, tenzij de defensieambtenaar als gevolg van die overgang moet verhuizen met aanspraak op een tegemoetkoming in verhuiskosten.

Artikel 5. Tegemoetkoming verhuiskosten bij vrijwillige verandering van woonplaats door de ambtenaar

Artikel 6. Tegemoetkoming verhuiskosten bij overlijden

Artikel 7. Tegemoetkoming verhuiskosten bij ontslag van de militair

Artikel 8. Tegemoetkoming verhuiskosten bij ontslag van de ambtenaar tijdens zijn plaatsing buiten Nederland

Artikel 9. Tegemoetkoming verhuiskosten bij betrekken of verlaten van een ambts- of dienstwoning

Artikel 10. Tegemoetkoming verhuiskosten bij sociale of medische indicatie

Artikel 11. Vervallen van de aanspraak op tegemoetkoming verhuiskosten

Artikel 12. Aard van de tegemoetkoming verhuiskosten anders dan bij verhuisplicht

Artikel 13. Tegemoetkoming transportkosten bij verhuizing in eigen beheer

Artikel 14. Tegemoetkoming reis- en verblijfkosten

Artikel 15. Aard van de tegemoetkoming transportkosten bij verhuizing

Artikel 16. Tegemoetkoming aanschaf personenauto buiten Europa

Artikel 17. Tegemoetkoming transport van bagage bij verplaatsing uit, naar en buiten Nederland

Artikel 18. Tijdelijke onderbrenging

Artikel 19. Tegemoetkoming woon- werkverkeer bij dagelijks reizen

Artikel 20. Tegemoetkoming woon- werkverkeer bij niet dagelijks reizen

Artikel 21. Militairen met zelfstandige woonruimte

Artikel 22. Reizen tussen de woning buiten Europa en een plaats naar keuze in Nederland

Artikel 23. Overdraagbaarheid van reisaanspraken

Artikel 24. Tegemoetkoming in de kosten van het reizen tussen de plaats van legering en de plaats van tewerkstelling

Artikel 25. Bepalingen bij de inzet van vervoer van rijkswege

Artikel 26. Tegemoetkoming pensionkosten

Artikel 27. Vaststelling tegemoetkomingen

Artikel 28. Aanspraken partner

Artikel 29. Termijn indienen aanvraag tegemoetkoming verhuiskosten

Artikel 30. Vaststelling ministeriele regelingen

Artikel 31. Hardheidsclausule

Artikel 32. Inwerkingtreding

Artikel 33. Citeertitel