Home

Regeling relatieve zuinigheid personenauto’s

Geldig vanaf 19 december 2020
Geldig vanaf 19 december 2020

Regeling relatieve zuinigheid personenauto’s

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 19-12-2020]

Aanhef

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Besluit:

Artikel 1

1.

De energie-efficiëntieklasse van een nieuw model personenauto wordt bepaald aan de hand van de relatieve energiezuinigheid van de personenauto volgens de volgende tabel:

2.

Bij de vaststelling van de energie-efficiëntieklasse wordt de relatieve energiezuinigheid uitgedrukt als een percentage en niet afgerond. Wanneer verscheidene varianten of uitvoeringen onder één model zijn gegroepeerd, is de op te geven energie-efficiëntieklasse van het model gebaseerd op de minst zuinige variant of uitvoering binnen die groep. De relatieve energiezuinigheid wordt berekend volgens de volgende zes stappen:

  1. a.

    Berekening van de gemiddelde lengte met behulp van regressieformule voor de lengte:

    lengtegem.= C1, lengte+ C2, lengtex breedte + C3, lengtex [breedte]2

  2. b.

    Berekening van de gecorrigeerde lengte x breedte:

    (lengte x breedte)cor. = [0,7 x lengte + 0,3 x lengtegem.] x breedte

  3. c1.

    Controle van het toepassingsgebied van de regressieformule voor de gemiddelde CO2- uitstoot van auto's met benzine als brandstof:

    Als: (lengte x breedte)cor. < -0,5 x C2, benzine/ C3, benzine

    dan: (lengte x breedte)cor.= -0,5 x C2, benzine/ C3, benzine

  4. c2.

    Controle van het toepassingsgebied van de regressieformule voor de gemiddelde CO2- uitstoot van auto's met diesel als brandstof:

    Als: (lengte x breedte)cor. < -0,5 x C2, diesel/ C3, diesel

    dan: (lengte x breedte)cor. = -0,5 x C2, diesel/ C3, diesel

  5. d1.

    Berekening van de gemiddelde CO2-uitstoot met behulp van regressieformule voor auto's met benzine als brandstof:

    CO2-uitstootgem. = C1, benzine+ C2, benzinex [(lengte x breedte)cor.] + C3, benzine x [(lengte x breedte)cor.]2

  6. d2.

    Berekening van de gemiddelde CO2-uitstoot met behulp van regressieformule voor auto's met diesel als brandstof:

    CO2-uitstootgem. = C1, diesel+ C2, dieselx [(lengte x breedte)cor.] + C3, dieselx [(lengte x breedte)cor.]2

  7. e1.

    Berekening van referentie CO2-uitstoot voor etikettering van auto's met benzine als brandstof:

    CO2-uitstootref. = 0,75 x CO2-uitstootgem. + 0,25 x CO2-uitstoottotaal gem. benzine

  8. e2.

    Berekening van referentie CO2-uitstoot voor etikettering van auto's met diesel als brandstof:

    CO2-uitstootref. = 0,75 x CO2-uitstootgem. + 0,25 x CO2-uitstoottotaal gem. diesel

  9. f.

    Berekening van de relatieve energiezuinigheid:

    Relatieve energiezuinigheid = [CO2-uitstoot - CO2-uitstootref.]/ CO2-uitstootref. x 100%

3.

Voor het bepalen van de energie-efficiëntieklasse voor personenauto’s waarvoor de test als bedoeld in Verordening (EG) 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEG 2008, L 199) (mede) met LPG, aardgas of E-85 als brandstof is uitgevoerd, wordt de CO2-uitstoot van de auto met respectievelijk LPG, aardgas en E-85 als brandstof gehanteerd. Hierbij wordt voor deze auto’s daar waar sprake is van de referentie CO2-uitstoot (CO2-uitstootref.) uitgegaan van de referentiewaarden voor auto’s met benzine als brandstof.

4.

Personenauto's met een achteraf ingebouwde LPG- of aardgas installatie hebben de test van Verordening (EG) 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PbEG 2008, L 199) met benzine als brandstof ondergaan en worden beschouwd als personenauto's met benzine als brandstof.

5.

Voor voertuigen met een typegoedkeuring volgens de NEDC-testprocedure geldt:

  1. dat de bij toepassing van de formules in te vullen lengte de voor de variant waartoe de personenauto behoort, laagste lengtewaarde wordt genomen die is vermeld op het EU-typegoedkeuringscertificaat, bedoeld in verordening (EU) nr. 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151);

  2. dat de bij toepassing van de formules in te vullen breedte de voor de variant waartoe de personenauto behoort, laagste breedtewaarde wordt genomen die is vermeld op het EU-typegoedkeuringscertificaat, bedoeld in verordening (EU) nr. 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PbEU 2018, L 151).

6.

Voor voertuigen met een typegoedkeuring volgens de WLTP-testprocedure geldt:

  1. dat de bij toepassing van de formules in te vullen lengte de lengtewaarde wordt genomen die is vermeld bij punt 5 van het certificaat van overeenstemming behorende bij het betreffende voertuig.

  2. dat de bij toepassing van de formules in te vullen breedte de breedtewaarde wordt genomen die is vermeld bij punt 6 van het certificaat van overeenstemming behorende bij het betreffende voertuig.

7.

De waarden voor de lengte en de breedte worden ingevuld in meters, met een nauwkeurigheid van drie cijfers achter de komma. De waarde voor de specifieke CO2-uitstoot wordt ingevuld in gram/km, afgerond op het dichtstbijzijnde gehele cijfer.

8.

Voor de kalenderjaren 2017, 2018 en 2019 wordt voor het bepalen van de relatieve zuinigheid van personenauto’s met een typegoedkeuring volgens de WLTP-testprocedure uitgegaan van de gecombineerde NEDC CO2-waarde, bedoeld in punt 49, tabel 1, van het certificaat van overeenstemming van de betreffende auto.

Artikel 2

1.

De constanten, bedoeld in artikel 8 van het Besluit etikettering energiegebruik personenauto’s, C1, lengte, C2, lengte, C3, lengte, C1, benzine, C2, benzine, C3, benzine, C1, diesel, C2, diesel en C3, dieselworden berekend met behulp van de zogenoemde kleinste-kwadraten-methode. Bij de berekening van deze constanten worden buiten beschouwing gelaten:

  • varianten van voertuigtypen met een lengte x breedte groter dan 11 m2, en

  • uitvoeringen van voertuigtypen met een CO2-uitstoot kleiner of gelijk aan 50 gram per kilometer.

2.

De in artikel 1 bedoelde waarden CO2-uitstoottotaal gem. benzine en CO2-uitstoottotaal gem. diesel hebben betrekking op de gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe benzine- en dieselpersonenauto’s bij een voertuiggrootte behorend bij de gemiddelde CO2-uitstoot van alle auto’s. De waarden CO2-uitstoottotaal gemiddelde benzine en CO2-uitstoottotaal gemiddelde diesel worden bepaald met behulp van de formules in artikel 1, tweede lid, onderdelen D1 en D2. De voertuiggrootte behorend bij de gemiddelde CO2-uitstoot van alle auto’s wordt gevonden in de vorm van de gecorrigeerde lengte x breedte waarde, waarbij het gewogen gemiddelde van de met behulp van de formules in artikel 1, tweede lid, , onderdelen D1 en D2 gevonden gemiddelde CO2-waarden voor benzineauto's resp. dieselauto's gelijk is aan de gemiddelde CO2-uitstoot van alle verkochte nieuwe personenauto’s.

3.

De constanten en waarden worden berekend op basis van de gegevens omtrent CO2-uitstoot, de lengte, de breedte en de aantallen nieuwe personenauto’s, die zijn verkocht in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de constanten en waarden worden vastgesteld.

4.

Voor de kalenderjaren 2020 en 2021 worden de constanten en waarden berekend op basis van de gegevens omtrent CO2-uitstoot, de lengte, de breedte en de aantallen van de in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 augustus 2019 verkochte nieuwe personenauto’s met een typegoedkeuring volgens de WLTP-testprocedure.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 4