Inkomstenbelasting,vennootschapsbelasting, vaststelling marktrente
Inkomstenbelasting,vennootschapsbelasting, vaststelling marktrente
Besluit BLKB2011/2437M
Opschrift
1. Inleiding
Dit besluit beoogt een praktisch handvat te geven voor het bepalen van de te hanteren rekenrente bij het berekenen van de contante waarde van renteloze verplichtingen. Met renteloze verplichtingen worden bedoeld verplichtingen waarin tariefafspraken geen rol spelen, bijvoorbeeld omdat in het verleden geen koopsom of premies zijn ontvangen. De goedkeuring in dit besluit is gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
2. Marktrente voor langlopende renteloze verplichtingen
Volgens de jurisprudentie dienen langlopende renteloze verplichtingen te worden gewaardeerd met inachtneming van de op de balansdatum geldende marktrente voor langlopende leningen.
Goedkeuring
Gelet op de vele in de praktijk voorkomende voorwaarden waaronder leningen worden aangegaan en de vele uiteenlopende looptijden, bestaat ‘de’ marktrente voor (al of niet langlopende) leningen echter niet. Daarom keur ik goed dat de in de bijlage van het besluit in de kolom ‘marktrente’ opgenomen percentages worden gebruikt voor alle situaties waarin aan het einde van een boekjaar de contante waarde van renteloze verplichtingen moet worden bepaald.
3. Formule
De rente die in de bijlage onder het kopje ‘marktrente’ is opgenomen wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende regels.
De ‘marktrente’ voor maanden vanaf 1 januari 2004 wordt gebaseerd op het U-rendement zoals dat maandelijks wordt gepubliceerd door het Verbond van Verzekeraars, Centrum voor Verzekeringsstatistiek.
De ‘marktrente’ wordt per kalendermaand vastgesteld op het laagste van het maandelijkse U-rendement van de desbetreffende maand en van de acht voorafgaande kalendermaanden, naar beneden afgerond op één cijfer achter de komma, waarbij het in enige maand toe te passen percentage niet meer dan één punt hoger zal zijn dan het percentage van diezelfde maand in het daaraan voorafgaande jaar. Voor de waardering kan worden uitgegaan van de ‘marktrente’ van de maand waarin het boekjaar eindigt.