Home

Wet griffierechten burgerlijke zaken

Geldig van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023
Geldig van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023

Wet griffierechten burgerlijke zaken

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2022 tot 01-01-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tarieven in burgerlijke zaken te vervangen door een nieuwe regeling en dat in verband hiermee ook enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goed gevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

[Red: Dit artikel is gewijzigd in verband met de invoering van digitaal procederen. Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI.]

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  2. Hoge Raad: de Hoge Raad der Nederlanden;

  3. zaken waarbij een vordering wordt ingesteld: zaken als bedoeld in artikel 78 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  4. zaken waarbij een verzoek wordt ingediend: zaken als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

[Voor overige gevallen luidt het artikel als volgt:]

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  2. Hoge Raad: de Hoge Raad der Nederlanden;

  3. zaken die bij dagvaarding worden ingeleid: zaken als bedoeld in artikel 78 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  4. zaken waarbij een verzoek wordt ingediend: zaken als bedoeld in artikel 261 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Artikel 2

De bedragen die genoemd zijn in deze wet en in de tabel die als bijlage bij deze wet is gevoegd, kunnen jaarlijks met ingang van 1 januari bij regeling van Onze Minister worden gewijzigd, voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 2. De heffing van griffierechten bij de rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad

§ 1. De griffierechten in zaken waarbij een vordering wordt ingesteld of een verzoek wordt ingediend

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9a

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 19a

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

§ 2. De heffing van griffierechten voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden of de voorwaarden van een geregistreerd partnerschap, legalisatie van handtekeningen, afgifte van apostilles en voor beëdigingen

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 3. Reis- en verblijfkosten

Artikel 26

Artikel 27

Hoofdstuk 4. De betaling van de griffierechten en verschotten en het verzet tegen de beslissing tot heffing van griffierechten en verschotten

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Hoofdstuk 5. Intrekking van of wijzigingen in andere wetten

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 45a

Artikel 45b

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 54a

Artikel 55

Artikel 56

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 56a [Vervallen per 01-09-2017]

Artikel 57

Artikel 58

Bijlage behorend bij de wet