Home

Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten

Geldig vanaf 1 januari 2022
Geldig vanaf 1 januari 2022

Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2022]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, gedaan mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 14 april 2009, nr. 5596761/09/6;

Gelet op de artikelen 6, zesde lid, 11, derde lid, 15, tweede lid, 18, eerste lid, en 46, eerste lid, van de Wet politiegegevens;

De Raad van State gehoord (advies van 27 mei 2009, nr. W03.09.0132/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, mede namens Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 1 juli 2009, nr. 5606412/09/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Definitiebepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. wet: Wet politiegegevens;

  2. bijzondere opsporingsdienst: een van de diensten bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

  3. verwerkingsverantwoordelijke: dit is bij:

    1. de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst: Onze Minister van Financiën;

    2. de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

    3. de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    4. de Directie Opsporing van de Nederlandse Arbeidsinspectie: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  4. ambtenaar van politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel k, van de wet;

  5. bevoegde functionaris: functionaris, bedoeld in artikel 2:10, eerste lid, van het Besluit politiegegevens;

  6. politiegegevens over toezicht: politiegegevens die betrekking hebben op het toezicht op de naleving van wetgeving of de uitvoering van wettelijke voorschriften.

Artikel 2. Van overeenkomstige toepassing verklaring

1.

Onverminderd artikel 46, eerste lid, van de wet is het bij die wet bepaalde met betrekking tot de verwerking van politiegegevens van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de bijzondere opsporingsdiensten, met uitzondering van de artikelen:

  1. 10, eerste lid, de onderdelen b en c, derde lid en vierde lid, artikel 16, eerste lid, onderdeel b, en 37 tot en met 45, voor de verwerking door de verwerkingsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, punten 1 tot en met 3;

  2. 10, eerste lid, onderdeel c, en vierde lid, artikel 16, eerste lid, onderdeel b, en 37 tot en met 45, voor de verwerking door de verwerkingsverantwoordelijke, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, punt 4.

2.

Onverminderd artikel 46, eerste lid, van de wet is het in het Besluit politiegegevens bepaalde met betrekking tot de verwerking van politiegegevens van overeenkomstige toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de bijzondere opsporingsdiensten, met uitzondering van de artikelen:

  1. 2:4, 2:5, tweede lid, 2:7, 2:13, tweede lid, 3:2, 4:1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, 4:2, eerste lid, de onderdelen a, c, d, e, f, i, j, k, q en y, en 6:6 van het Besluit politiegegevens voor de verwerking door de verwerkingsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, punten 1 tot en met 3;

  2. 2:5, tweede lid, 2:7, 2:13, tweede lid, 4:1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, 4:2, eerste lid, de onderdelen c, d, e, f, j, k, q en y, en 6:6 van het Besluit politiegegevens voor de verwerking door de verwerkingsverantwoordelijken, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, punt 4.

Artikel 3. Autorisaties

1.

De verantwoordelijke draagt zorg voor de autorisaties van de ambtenaren van politie die onder zijn beheer vallen voor de verwerking van politiegegevens met het oog op de uitvoering van de dagelijkse politietaak, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet. Voor deze verwerking kunnen slechts worden geautoriseerd de ambtenaren van politie die zijn belast met taken of werkzaamheden op het gebied van de coördinatie van het informatieproces ter ondersteuning van een goede uitvoering van die taak.

2.

De verwerkingsverantwoordelijke kan voor specifieke vormen van de verwerking van politiegegevens een beroep doen op een persoon die onder zijn beheer valt en die geen opsporingsambtenaar is.

3.

In de autorisatie worden vastgelegd het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen.

Artikel 4. Weigeringsgronden

Artikel 5. Codering

Artikel 6. Verstrekking politiegegevens ten behoeve van toezicht en uitvoering

Artikel 7. Wijziging Besluit politiegegevens

Artikel 8. Inwerkingtreding

Artikel 9. Citeertitel