Home

Binnenvaartwet

Geldig van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021
Geldig van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021

Binnenvaartwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2021 tot 01-07-2021]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de binnenvaart wenselijk is de wetgeving te harmoniseren door de bepalingen die betrekking hebben op de toegang tot de markt, de technische staat van het schip, de scheepsmeting, de bemanning, het vaarbewijs, de scheepsnummering en de gegevensverstrekking in een wet bijeen te brengen, waarbij mede uitvoering wordt gegeven aan de Herziene Rijnvaartakte met bijbehorende protocollen, alsmede aan Verordening 1017/68/EEG van de Raad van 19 juli 1968 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (L 175), Richtlijn 76/135/EEG van de Raad van 20 januari 1976 inzake wederzijdse erkenning van scheepsattesten voor binnenschepen (L 021), Richtlijn 80/1119/EEG van de Raad van 17 november 1980 betreffende de statistische registratie van het goederenvervoer over de binnenwateren (L 339), Richtlijn 82/714/EEG van de Raad van 4 oktober 1982 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (L 301), Verordening nr. 2919/85/EEG van de Raad van 17 oktober 1985 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor de vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren (L 280), Richtlijn 87/540/EEG van de Raad van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma's, certificaten en andere titels (L 322), Verordening 3921/91/EEG van de Raad van 16 december 1991 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vervoersondernemers worden toegelaten tot binnenlands goederen- en personenvervoer over de binnenwateren in een Lid-Staat waar zij niet gevestigd zijn (L 373), Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren (L 373), Verordening 3912/92/EEG van de Raad van 17 december 1992 inzake in de Gemeenschap in het wegvervoer en de binnenvaart uitgevoerde controles van in een derde land ingeschreven of tot het verkeer toegelaten vervoermiddelen (L 395), Verordening 1356/96/EEG van de Raad van 8 juli 1996 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor het vervoer van goederen of personen over de binnenwateren, tussen Lid-Staten, om voor dit vervoer het vrij verrichten van diensten te verzekeren (L 175) en Richtlijn 96/50/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de harmonisatie van voorwaarden voor de afgifte van nationale vaarbewijzen voor binnenvaartuigen welke bij het goederen- en personenvervoer in de Gemeenschap gebruikt worden (L 235);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Reikwijdte van de wet

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald, verstaan onder:

bedrijfsmatig vervoer:

  1. 1°.

    vervoer in de uitoefening van een bedrijf of beroep;

  2. 2°.

    vervoer van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van de eigen onderneming; of

  3. 3°.

    slepen en duwen van schepen met sleep-, duw- en sleepduwboten;

bemanningslid: ieder die zich als schipper, stuurman, machinist, volmatroos, matroos-motordrijver, matroos, lichtmatroos, lid van het veiligheidspersoneel of deksman aan boord van een schip bevindt;

bevoegde autoriteit: door Onze Minister aangewezen autoriteit;

binnenschip:

  1. 1°.

    vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de binnenwateren of op dienovereenkomstige buitenlandse wateren;

  2. 2°.

    drijvend werktuig;

binnenwateren: wateren die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande, bij ministeriële regeling aan te wijzen lijn;

dekbemanning: de bemanning met uitzondering van de machinisten;

diepgang: verticale afstand van het laagste punt van de scheepsromp aan de onderkant van de bodembeplating of van de kiel tot het vlak van de grootste inzinking van de scheepsromp in meters;

drijvend werktuig: drijvend bouwsel waarop zich werkinstallaties bevinden, zoals grind- of zandzuigers, baggermolens, hei-installaties, kranen en elevatoren;

gezagvoerder: degene die het gezag voert over een schip;

Herziene Rijnvaartakte: op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161);

onderneming: rechtspersoon, vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, maatschap dan wel natuurlijke persoon, die zich bezig houdt met bedrijfsmatig vervoer;

Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

schip: zeeschip of binnenschip;

verwerking van persoonsgegevens: hetgeen daaronder verstaan wordt in artikel 4, onderdelen 1 en 2, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

werkgever:

  1. 1°.

    degene jegens wie de gezagvoerder krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die gezagvoerder aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid welke die derde gewoonlijk doet verrichten;

  2. 2°.

    degene aan wie de gezagvoerder ter beschikking is gesteld voor het verrichten van arbeid als bedoeld onder 1°; of

  3. 3°.

    degene die zonder werkgever als bedoeld onder 1° of 2° te zijn, de gezagvoerder onder zijn gezag arbeid doet verrichten;

zeeschip: schip dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt voor de vaart op zee;

2.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder:

eigenaar van een binnenschip: degene die het binnenschip in gebruik heeft, niet zijnde een reis- of tijdbevrachter;

vervoer:

  1. 1°.

    aanbieden van schepen voor het vervoeren van goederen en personen;

  2. 2°.

    laden en lossen van goederen;

  3. 3°.

    in- en ontschepen van personen; of

  4. 4°.

    opslaan van goederen in schepen.

3.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder vervoer niet verstaan het door een schip vervoeren van met behulp van dit schip zelf gevangen vis als bedoeld in de Visserijwet 1963.

§ 2. Zonering binnenwateren

Artikel 2

§ 3. Toepassingsgebied

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk 2. Toegang tot de markt

Artikel 5

Artikel 6

Hoofdstuk 3. Regels aan boord

§ 1. Certificaat van onderzoek

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

§ 2. Scheepsmeting

Artikel 20

Artikel 21

§ 3. Bemanning

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

§ 4. Vaarbewijs

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

§ 5. Vaarbevoegdheid en registratie van gegevens

Artikel 35a

Artikel 35b

Artikel 35c

Hoofdstuk 4. Scheepsnummer en gegevensverstrekking

§ 1. Scheepsnummer

Artikel 36

§ 2. Gegevensverstrekking

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Hoofdstuk 4a. Financiering inzameling en verdere verwijdering van olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 39a

Artikel 39b

§ 2. Afvalbeheerbijdrage

Artikel 39c

Artikel 39d

Artikel 39e

Artikel 39f

§ 3. Het nationaal instituut

Artikel 39g

Artikel 39h

§ 4. Uitvoering van het verdrag

Artikel 39i

Hoofdstuk 5. Handhaving

§ 1. Toezicht en opsporing

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

§ 2. Bestuurlijke boete

Artikel 48

Artikel 48a [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49

Artikel 49a [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49b [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49c [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49d [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49e [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49f [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49g [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49h [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49i [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49j [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49k [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 49l [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 50

Artikel 50a [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 50b [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 50c [Vervallen per 01-07-2009]

Hoofdstuk 6. Overige bepalingen

§ 1. Vergoedingen

Artikel 51

§ 2. Noodwetgeving

Artikel 52

Artikel 53 [Nog niet in werking]

§ 3. Slotbepalingen

Artikel 54

Artikel 54a [Vervallen per 01-07-2009]

Artikel 55