De vergunning wordt door de ondernemer schriftelijk aangevraagd.
Warenwetregeling tatoeëren en piercen
Warenwetregeling tatoeëren en piercen
Opschrift
Aanhef
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;
Gelet op de artikelen 4, vijfde lid, en 9, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen en artikel 25, eerste en vierde lid, van de Warenwet;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
besluit: Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;
GGD: gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid;
vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 3 van het besluit.
Artikel 2
In de aanvraag worden vermeld:
de naam, de rechtsvorm en het adres van de ondernemer, alsmede de naam waaronder de ondernemer handel drijft;
het bezoekadres van de ruimte waarvoor de vergunning wordt verzocht;
voor het gebruik van welke materialen de vergunning wordt gevraagd.
Artikel 3
Indien de aanvrager een vergunning vraagt in verband met de beëindiging van een eerder voor dezelfde ruimte verleende vergunning, behoudt die eerder verleende vergunning na afloop van de duur waarvoor zij is verleend haar geldigheid totdat:
indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:14, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, op de aanvraag is beslist, dan wel,
indien artikel 4:20b, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, totdat de van rechtswege verleende vergunning in werking is getreden.