Besluit inburgering
Besluit inburgering
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 10 juli 2006, Directie Wetgeving, nr. 5430382/06/6;
Gelet op de artikelen 3, tweede en derde lid, 5, eerste lid, onderdeel c, derde en vierde lid, 6, tweede lid, onderdeel b, 7, tweede lid, 13, vierde lid, 15, vierde, vijfde en zesde lid, 16, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 18, eerste, derde en vierde lid, 19, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 23, vijfde lid, 28, 31, derde lid, 47, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, 48, tweede lid, onderdelen a en b, en derde lid, 52, derde lid, 64, vierde lid, en 73 van de Wet inburgering en de artikelen 16a, tweede lid, 21, zesde lid, en 34, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000, de artikelen 64, negende lid, en 67, derde lid, van de Wet werk en bijstand en artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet;
De Raad van State gehoord (advies van 23 oktober 2006, nr. W03.06.0323/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 1 december 2006, Directie Wetgeving, nr. 5451387/06/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1.1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: de Wet inburgering;
inburgeringsdiploma: het diploma, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel g, van de wet, ten bewijze waarvan het inburgeringsexamen is behaald;
Informatiesysteem Inburgering: het informatiesysteem, bedoeld in artikel 47 van de wet;
rijksbijdrage: de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 52 van de wet, zoals dat artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van de Wet participatiebudget;
lening: de lening, bedoeld in artikel 16 van de wet;
Wet inburgering nieuwkomers: Wet inburgering nieuwkomers zoals die luidde op 31 december 2006.