Home

Beleidsregels schorsing, opschorting, intrekking en herziening uitkeringen 2006

Geldig van 14 juli 2011 tot 1 januari 2034
Geldig van 14 juli 2011 tot 1 januari 2034

Beleidsregels schorsing, opschorting, intrekking en herziening uitkeringen 2006

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2021 tot 01-01-2034]

Aanhef

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Besluit:

Artikel 1. Definities

1.

Dit besluit verstaat onder:

  1. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

  2. schorsing: het tijdelijk stopzetten van de uitbetaling van een lopende uitkering;

  3. opschorting: het tijdelijk niet uitbetalen van een uitkering die is toegekend maar waarvan nog geen uitbetaling heeft plaatsgevonden;

  4. intrekking: het besluit een uitkering te beëindigen met ingang van een daarbij aangegeven dag;

  5. herziening: het besluit een uitkering te verlagen met ingang van een daarbij aangegeven dag;

  6. WW: Werkloosheidswet;

  7. ZW: Ziektewet;

  8. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  9. Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

  10. Waz: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

  11. Wet Wajong: Wet werk en arbeidondersteuning jonggehandicapten;

  12. WAZO: Wet arbeid en zorg;

  13. TW: Toeslagenwet;

  14. Wet IOW: Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

2.

In dit besluit wordt onder uitkering tevens verstaan: ziekengeld ingevolge de ZW, inkomensondersteuning ingevolge de Wet Wajong en toeslag ingevolge de TW.

3.

In dit besluit wordt onder verzekerde tevens verstaan: de werknemer ingevolge de WW, de jonggehandicapte ingevolge de Wet Wajong, de persoon die recht heeft op toeslag ingevolge de TW, de aanvrager en de uitkeringsgerechtigde ingevolge de Wet IOW en de werknemer, de gelijkgestelde en de beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst in de zin van de WAZO.

Artikel 2. Schorsing of opschorting

1.

In de gevallen waarin op grond van een wettelijke bepaling sprake is van een schorsing of opschorting van de uitkering wordt deze geëffectueerd met ingang van de eerstvolgende betaling.

2.

De verzekerde wordt, indien de uitbetaling is geschorst of opgeschort wegens het niet of niet behoorlijk nakomen van een verplichting, een termijn gesteld waarbinnen hij alsnog de noodzakelijke inlichtingen kan verstrekken of medewerking kan geven. De vorige zin is niet van toepassing indien de niet of niet behoorlijke nakoming onherstelbaar is.

3.

De schorsing of opschorting wordt opgeheven als het recht op uitkering naar behoren is vastgesteld of aan de verplichting is voldaan. Indien aan de verplichting niet is voldaan maar is vastgesteld dat de verzekerde niettemin recht heeft op uitkering, wordt de schorsing of opschorting eveneens opgeheven. Er wordt dan een boete, een maatregel of een waarschuwing opgelegd, tenzij er bij de verzekerde sprake is van het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid of er een dringende reden aanwezig is om van die oplegging af te zien.

Artikel 3. Intrekking of herziening met terugwerkende kracht

1.

Indien door toedoen van de verzekerde ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkering is verstrekt, vindt intrekking of herziening van de uitkering plaats met terugwerkende kracht tot en met de dag vanaf welke de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt.

2.

Indien als gevolg van of mede als gevolg van het niet nakomen door de verzekerde van een inlichtingenverplichting of een medewerkingsverplichting ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkering is verstrekt, wordt de uitkering ingetrokken of herzien met terugwerkende kracht tot en met de dag waarop de uitkering zou zijn ingetrokken of herzien als de verzekerde wel volledig aan zijn verplichting zou hebben voldaan. Is deze dag niet te bepalen, dan vindt de intrekking of herziening plaats met ingang van de dag vanaf welke het recht op uitkering niet kan worden vastgesteld.

3.

Indien het de verzekerde redelijkerwijs duidelijk was of duidelijk kon zijn dat hem ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkering werd verstrekt, wordt de uitkering ingetrokken of herzien met terugwerkende kracht tot en met de dag waarop het de verzekerde redelijkerwijs duidelijk was of duidelijk kon zijn dat hem ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkering werd verstrekt.

4.

Bij samenloop van een of meer situaties als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, wordt de uitkering ingetrokken of herzien met terugwerkende kracht tot en met de vroegste dag.

Artikel 4. Intrekking of herziening met ingang van de dag van de mededeling

Artikel 5. Intrekking of herziening met een uitlooptermijn

Artikel 6. Terugkomen van intrekkings- of herzieningsbeschikking

Artikel 7. Intrekking regeling

Artikel 8. Inwerkingtreding

Artikel 9. Citeertitel