Besluit beleidskader stedelijke vernieuwing 2005
Besluit beleidskader stedelijke vernieuwing 2005
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 maart 2005, nr. MJZ2005025787, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 7, tweede lid, van de Wet stedelijke vernieuwing;
De Raad van State gehoord (advies van 11 mei 2005, nr. W08.05.0073/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 2005, nr. MJZ2005163763, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
A-lijst: lijst van woningen die op 1 maart 1986 een geluidbelasting vanwege een weg ondervonden van ten minste 65 dB(A), dan wel ten minste 60 dB(A) indien zij deel uitmaakten van een verzameling van woningen waarvan ten minste één woning een geluidbelasting vanwege een weg ondervond van ten minste 65 dB(A);
raillijst: lijst van woningen die op 1 juli 1987 een geluidbelasting vanwege een spoorweg ondervonden van meer dan 65 dB(A);
volledig toegankelijke woning: woning waarvan de toegangsdeur zonder het gebruik van een trap van buiten af bereikbaar is en waarvan de keuken, het sanitair, de woonkamer en ten minste één slaapkamer bereikbaar zijn zonder het gebruik van een trap vanaf de woonlaag waar de toegangsdeur zich bevindt;
watersysteem: het in een bepaald gebied aanwezige samenhangende stelsel van grond- en oppervlaktewater met inbegrip van oevers, waterbodems en de op dat stelsel betrekking hebbende technische infrastructuur;
regio: groep gemeenten, aangewezen door gedeputeerde staten ingevolge artikel 6, derde lid, aanhef en onder a, van de wet, dan wel de gemeenten die zijn gelegen in een gebied als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de wet;
werkvoorraad landbodems stedelijk gebied: kosten van onderzoek en sanering van in stedelijk gebied gelegen verontreinigde landbodems.