Home

Besluit mandaat, volmacht en machtiging raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Geldig van 1 juli 2005 tot 6 juli 2005
Geldig van 1 juli 2005 tot 6 juli 2005

Besluit mandaat, volmacht en machtiging raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 06-07-2005 met twk t/m 01-07-2005 ]
[Regeling ingetrokken per 05-04-2013]

Aanhef

De Minister van Economische Zaken,

Gezien de schriftelijke instemming van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1 [Nog niet in werking]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de minister: de Minister van Economische Zaken;

  2. de raad: de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit;

  3. P&O-aangelegenheden: aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;

  4. BBRA: Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

  5. ARAR: Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel 2 [Nog niet in werking]

1.

Aan de raad wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  1. de artikelen 4a, eerste lid, onderdeel c, voor zover het de netwerkcapaciteit betreft en onderdeel d, 15, 29, derde lid, 68, tweede lid, 70, derde lid, 71, eerste lid, 72, eerste lid, 78, 85, derde lid, 95d, eerste lid, 95e, 95f, eerste lid en 95i van de Elektriciteitswet 1998;

  2. de artikelen 2a, 40, tweede lid, 45, eerste lid, 46, 47, eerste lid en 83 van de Gaswet;

  3. artikel 3, eerste, tweede, derde en zesde lid van het Besluit leveringszekerheid Gaswet.

2.

Aan de raad wordt voorts mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

  1. het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, tegen besluiten die zijn gebaseerd op de artikelen genoemd in het eerste lid;

  2. het behandelen van bezwaar- en beroepschriften die zijn gericht tegen een besluit op grond van de in het eerste lid genoemde artikelen van de Elektriciteitswet 1998 of de Gaswet dat vóór of op 1 januari 2001 is voorbereid door of namens de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie, en is genomen en ondertekend namens de minister door één van de hoofden van dienst, bedoeld in artikel 1 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2004;

  3. de voorbereiding van de beslissing op bezwaar en de behandeling van een beroepschrift, dat is gericht tegen een besluit op grond van de in het eerste lid genoemde artikelen van de Elektriciteitswet 1998 of Gaswet dat vóór 1 januari 2001 is voorbereid door of namens de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie en dat is genomen en ondertekend door de minister.

Artikel 3 [Nog niet in werking]

Aan de raad wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met de artikelen 4, vierde en vijfde lid, 9 en 22 van de Verordening (EG) Nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de ‘EG-concentratieverordening’).

Artikel 4 [Nog niet in werking]

Artikel 5 [Nog niet in werking]

Artikel 6 [Nog niet in werking]

Artikel 7 [Nog niet in werking]

Artikel 8

Artikel 9