Aan de raad wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met:
de artikelen 4a, eerste lid, onderdeel c, voor zover het de netwerkcapaciteit betreft en onderdeel d, 15, 29, derde lid, 68, tweede lid, 70, derde lid, 71, eerste lid, 72, eerste lid, 78, 85, derde lid, 95d, eerste lid, 95e, 95f, eerste lid en 95i van de Elektriciteitswet 1998;
de artikelen 2a, 40, tweede lid, 45, eerste lid, 46, 47, eerste lid en 83 van de Gaswet;
artikel 3, eerste, tweede, derde en zesde lid van het Besluit leveringszekerheid Gaswet.