De vergoeding, bedoeld in het tweede lid van artikel 1 van de Verordening op de kostenvergoedingen bedraagt op jaarbasis voor:
de voorzitter van het Bestuur € 17.150,– voor gederfde tijd en € 6.010,– voor gemaakte kosten;
de plaatsvervangend voorzitter van het Bestuur € 8.575,– voor gederfde tijd en € 3.010,– voor gemaakte kosten; bij vervanging van de voorzitter voor een langere termijn dan één maand ontvangt de plaatsvervangend voorzitter voor de volledige vervangingsperiode naar rato de vergoeding toekomende aan de voorzitter in plaats van de vergoeding voor de plaatsvervangend voorzitter;
de overige leden van het Bestuur € 2.145,– voor gederfde tijd en € 1.505,– voor gemaakte kosten;
de voorzitter van het Examenbureau AA € 4.290,– voor gederfde tijd en € 1.505,– voor gemaakte kosten;
de plaatsvervangend voorzitter van het Examenbureau AA € 2.145,– voor gederfde tijd en € 755,– voor gemaakte kosten; bij vervanging van de voorzitter voor een langere termijn dan één maand ontvangt de plaatsvervangend voorzitter naar rato voor de volledige vervangingsperiode de vergoeding toekomende aan de voorzitter in plaats van de vergoeding voor de plaatsvervangend voorzitter;
de voorzitter van de Commissie Bezwaarschriften van het Examenbureau AA € 2.145,– voor gederfde tijd en € 755,– voor gemaakte kosten;
de voorzitter van de Raad van Toezicht € 21.435,– voor gederfde tijd en € 5.360,– voor gemaakte kosten;
de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Toezicht € 13.425,– voor gederfde tijd en € 2.685,– voor gemaakte kosten;
de overige leden van de Raad van Toezicht € 8.575,– voor gederfde tijd en € 2.145,– voor gemaakte kosten.