Home

Regeling T100-bussen

Geldig van 28 april 2005 tot 13 mei 2005
Geldig van 28 april 2005 tot 13 mei 2005

Regeling T100-bussen

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 13-05-2005]
[Regeling ingetrokken per 01-05-2009]

Aanhef

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1 [Nog niet in werking]

1.

Een T100-bus is blijkens de aanvraag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, of 26, eerste lid, van de wet, geschikt voor een snelheid van 100 km/h.

2.

Een gelede bus als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel r, van het Voertuigreglement, komt niet in aanmerking voor een maximumsnelheid van 100 km/h.

Artikel 2 [Nog niet in werking]

1.

Een T100-bus voldoet aan de volgende eisen:

  1. het netto maximum vermogen bedraagt tenminste 11 kW per 1.000 kg toegestane maximum massa,

  2. het meetbereik van het controleapparaat is tenminste 125 km/h,

  3. het draagvermogen van de banden is voldoende voor het door de fabrikant van het voertuig opgegeven draagvermogen van de as waarop zij zijn gemonteerd bij een snelheid van 100 km/h,

  4. de profilering van de hoofdgroeven van de banden bedraagt over de gehele omtrek van het loopvlak ten minste 1,6 mm, met uitzondering van slijtage-indicatoren,

  5. de bus is niet voorzien van staanplaatsen, en

  6. na plotseling optredende schade aan een band bij de hoogste snelheid blijft de bus voldoende bestuurbaar om snel en veilig tot stilstand te worden gebracht.

2.

Aan de eis, bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, wordt getoetst door tijdens het rijden met de volbeladen bus, van hetzelfde of een vergelijkbaar type voorzien van banden met dezelfde maat en draagvermogen, op een snelheid van 100 km/h, op een rijstrook met een breedte van 350 cm, één der banden van de vooras door middel van een daartoe geschikte voorziening zodanig lek te steken dat de lucht explosief uit de band verdwijnt. Direct daarna wordt de bus tot stilstand gebracht. Indien het voertuig bestuurbaar blijft en zich niet buiten de rijstrook beweegt voldoet de bus aan de in het eerste lid, onderdeel f, geformuleerde eis. Wanneer de bus is voorzien van een enkele achteras met enkele montage banden wordt deze test herhaald door een band van deze as lek te steken.

Artikel 3 [Nog niet in werking]

Een T100-bus:

  1. voldoet voor wat betreft de reminrichting ten minste aan richtlijn 71/320/EEG, zoals deze is gewijzigd bij richtlijn nr. 88/194/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 maart 1988 (PbEG L 92),

  2. is ten minste voorzien van bevestigingspunten van autogordels overeenkomstig richtlijn 76/115/EEG, zoals deze is gewijzigd bij richtlijn nr. 90/629/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 oktober 1990 (PbEG L 341),

  3. is, voor die zitplaatsen die van bevestigingspunten van autogordels zijn voorzien, voorzien van autogordels overeenkomstig bijlage XV van richtlijn 77/541/EEG, zoals deze is gewijzigd bij richtlijn nr. 2000/3/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1981 (PbEG L 53),

  4. voldoet voor wat betreft de doorgangen en zitplaatsruimten aan:

    1. 1°.

      hetgeen voor bussen van de klasse III is bepaald in ECE reglement 36,

    2. 2°.

      hetgeen voor bussen van de klasse III is bepaald in ECE reglement 107, of

    3. 3°.

      hetgeen voor bussen van de klasse III is bepaald in richtlijn 2001/85/EG.

Artikel 4

Artikel 5