Home

Vaststellingsbesluit beleidsregel kortingen universitair medische centra, algemene ziekenhuizen en categorale ziekenhuizen vanaf 2005

Geldig van 30 april 2005 tot 1 oktober 2006
Geldig van 30 april 2005 tot 1 oktober 2006

Vaststellingsbesluit beleidsregel kortingen universitair medische centra, algemene ziekenhuizen en categorale ziekenhuizen vanaf 2005

Opschrift

Aanhef

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 13 van de Wet tarieven gezondheidszorg;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brieven van 18 februari 2005, kenmerk MC/MO-2560920 en MC/MO-2560923);

Besluit:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing op organen voor gezondheidszorg als vermeld in artikel 1, onder A, nummers 1, 2, 4 en 28a van het Besluit werkingssfeer WTG 1992. Ter uitvoering van de artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit stelt het College tarieven gezondheidszorg op grond van artikel 11 van de Wet Tarieven Gezondheidszorg beleidsregels vast voor de in de eerste volzin bedoelde organen.

Artikel 2

Deze beleidsregel verstaat onder:

  1. Categorale ziekenhuizen: Dit betreft instellingen in artikel 1, onder A, nummers 4 en 28a van het Besluit werkingssfeer WTG 1992.

  2. Universitair medische centra (UMC): Dit betreft instellingen zoals bedoeld in artikel 1, onder A, nummer 2, van het Besluit werkingssfeer WTG 1992.

Artikel 3

1.

Voor de algemene ziekenhuizen en categorale ziekenhuizen gelden de volgende kortingsbedragen:

  1. voor 2005 een kortingsbedrag van € 90,8 mln. (prijspeil 2004)

  2. voor 2006 een kortingsbedrag van € 195,4 mln. (prijspeil 2004)

  3. vanaf 2007 structureel een kortingsbedrag van € 190,8 mln. (prijspeil 2004)

2.

Voor de toedeling van onder lid 1 vermelde kortingsbedragen naar de individuele instellingen wordt het aandeel van de individuele instelling in het macrobudget 2003, peildatum juni 2004, geschoond voor kapitaallasten en loonkosten medisch specialisten/agio’s, gebruikt.

3.

Bij de algemene ziekenhuizen en de instellingen voor revalidatie wordt het kortingsbedrag per individuele instelling verhoogd of verlaagd op basis van een indicator die als maatstaf voor doelmatigheid wordt vastgesteld. Voor algemene ziekenhuizen is die indicator voor 2005 de feitelijke verpleegduur gedeeld door de verwachte ligduur gebaseerd op de klinische opnamen, waarbij tevens rekening is gehouden met dagopnamen en potentiële dagopnamen.

Voor de instellingen voor revalidatie is de indicator voor 2005 gebaseerd op geproduceerde RBU’s, calculatorische plaatsen, verpleegdagen en calculatorische bedden.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6