Besluit BDU verkeer en vervoer
Besluit BDU verkeer en vervoer
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 december 2004, nr. HDJZ/S&W/2004/3108, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 4, tweede lid, 5, eerste en derde lid, 10, derde lid, en artikel 25 van de Wet BDU verkeer en vervoer, artikel 9, eerste lid, van de Wet Infrastructuurfonds, de artikelen 82 en 117 van de Wet Personenvervoer 2000, artikel 16, vijfde lid, van de Kaderwet bestuur in verandering en artikel 17, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet;
De Raad van State gehoord (advies van 8 februari 2005, nr. W09.04.0619);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 maart 2005, nr. HDJZ/S&W/2005-756, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
wet: de Wet BDU verkeer en vervoer;
uitkeringsontvanger: de provincie die of het openbaar lichaam dat een uitkering ontvangt als bedoeld in de wet.