Home

Vaststellingsbesluit Programma Transportbesparing (6e aanvraagperiode)

Geldig van 11 februari 2005 tot 17 februari 2005
Geldig van 11 februari 2005 tot 17 februari 2005

Vaststellingsbesluit Programma Transportbesparing (6e aanvraagperiode)

Opschrift

[Regeling treedt in werking op 17-02-2005]
[Regeling ingetrokken per 01-07-2011]

Aanhef

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Vast te stellen het navolgende Programma Transportbesparing (6e aanvraagperiode):

Artikel 1. Inleiding [Nog niet in werking]

Het Programma Transportbesparing is een programma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling milieu- en energie-efficiency in het goederenvervoer (SMEG). De bepalingen van de SMEG zijn van toepassing op de indiening en behandeling van de in het kader van dit programma in te dienen aanvragen, welke bepalingen op enige specifieke onderdelen in dit programma nader uitgewerkt zijn. Het Programma Transportbesparing is gericht op de in de Nota Mobiliteit, het Nationaal Milieubeleidsplan 4 en de Nota Milieu en Economie geformuleerde doelstelling van de regering om de milieubelasting door het goederenvervoer in de periode tot het jaar 2010 aanzienlijk te beperken. Het Programma Transportbesparing kent een looptijd van acht jaar (van 2000 tot en met 2007) en wordt opgedeeld in afzonderlijke aanvraagperioden. Dit betreft de zesde aanvraagperiode.

De afgelopen jaren is het goederenvervoer fors gestegen. Naar verwachting zal het ook de komende jaren toenemen. Dit leidt tot een vermindering van de bereikbaarheid en heeft negatieve effecten voor het milieu en de veiligheid. Op diverse manieren is geprobeerd om deze negatieve effecten te beperken of te verminderen. Transportbesparing onderscheidt zich van de andere beleidslijnen doordat het zich richt op het verminderen van de vraag naar goederenvervoer, zonder de economische ontwikkeling te beperken. Het betreft projecten waarmee door de innovatie van een fysiek product of productieproces een vermindering van het aantal ritkilometers wordt gerealiseerd.

De doelstellingen van het programma zijn:

  • reductie van de negatieve effecten van het goederenvervoer (bereikbaarheid, milieu, veiligheid);

  • het verkrijgen van, of overdragen van vernieuwende voorbeelden en daarmee stimuleren van een sterker bewustzijn voor het begrip transportbesparing bij producenten en verladers;

  • het verkrijgen van informatie voor het Ministerie van Verkeer en Waterstaat over kansen voor beleid op het gebied van transportbesparing.

De belangrijkste doelgroepen van dit programma zijn producenten, verladers en brancheorganisaties.

Ten behoeve van transportbesparing kunnen twee clusters van mogelijke maatregelen worden onderscheiden:

  • Beperken van te verplaatsen volume en/of gewicht.

    Hieronder kunnen, onder andere, projecten vallen die zich richten op het verminderen van de verplaatsing van lucht en water, het herontwerpen van producten door het gebruik van lichtere materialen of het gebruik van elektronische informatiedragers.

  • Het reduceren van de afstand van de te vervoeren goederen.

    Hieronder kunnen, onder andere, projecten vallen die zich richten op innovaties in de productieketen of samenwerking met andere partijen uit de keten, met als gevolg productie op locatie of tussenbewerkingen die vervallen.

In dit programma wordt verstaan onder:

  • De Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat.

  • Een samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee natuurlijke personen of rechtspersonen, waarvan ten minste één een onderneming in stand houdt, niet zijnde een samenwerkingsverband waarvan de deelnemers te beschouwen zijn als behorend tot eenzelfde onderneming.

  • Een brancheorganisatie: een niet-publiekrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die blijkens zijn statuten als doel heeft het behartigen van de belangen van ondernemers die behoren tot eenzelfde bedrijfstak, of een samenhangend deel daarvan en die niet bedrijfsmatig werkzaam is.

  • Een groep: een economische eenheid waarin organisatorisch zijn verbonden:

    1. een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon, die direct of indirect:

      • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

      • volledig aansprakelijk vennoot is van, of

      • overwegende zeggenschap heeft over één of meer rechtspersonen of vennootschappen, en

    2. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen.

Artikel 2. Projecten [Nog niet in werking]

Voor subsidiëring op grond van dit programma komen in aanmerking:

  1. een rechtspersoon die een project uitvoert;

  2. een onderneming, niet zijnde een rechtspersoon, die als zodanig staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en die een project uitvoert;

  3. een samenwerkingsverband dat een project uitvoert;

  4. een brancheorganisatie die een project uitvoert.

De projecten worden voor eigen rekening en risico uitgevoerd. In het geval van een samenwerkingsverband worden de projecten voor eigen rekening en risico van elke deelnemer aan dit verband uitgevoerd.

Voor subsidiëring komen uitsluitend in aanmerking transportbesparingsprojecten in de zin van:

Haalbaarheidsprojecten

Een haalbaarheidsproject is een samenhangend geheel van activiteiten, bestaande uit een analyse en een beoordeling van de mogelijkheden om ten behoeve van een rechtspersoon, een onderneming, een branche, keten of cluster van ondernemingen binnen een termijn van 5 jaar transportbesparende maatregelen in te voeren. De maximale projectduur bedraagt één jaar.

Demonstratieprojecten

Een demonstratieproject is een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het (laten) maken én uitvoeren van een concreet implementatieplan voor het invoeren van transportbesparingsmaatregelen alsmede de daarmee samenhangende activiteiten die gericht zijn op het demonstreren van de voorzieningen en de resultaten. Het gaat om de daadwerkelijke toepassing en het demonstreren van de resultaten van de toepassing. De maximale projectduur bedraagt twee jaar.

Haalbaarheidsprojecten en demonstratieprojecten worden beoordeeld volgens de tendermethodiek, inclusief advisering van een commissie van externe deskundigen.

Kennisoverdrachtprojecten

Een kennisoverdrachtproject kan alleen worden aangevraagd door een brancheorganisatie of een samenwerkingsverband die het project ook uitvoert of laat uitvoeren. De maximale projectduur bedraagt twee jaar.

Een kennisoverdrachtproject is een samenhangend geheel van activiteiten, gericht op het overdragen van kennis van vernieuwende voorbeelden op het terrein van transportbesparing. Onder kennis wordt verstaan informatie over en ervaringen met specifieke maatregelen die leiden tot transportbesparing.

Het gaat om voorlichtingsprojecten over transportbesparing waarbij een branche, cluster, keten of ander samenwerkingsverband systematisch wordt gewezen op de mogelijkheden van transportbesparing aan de hand van concrete maatregelen, voorbeelden en methodieken.

De uitvoering van het transportbesparingsproject wordt binnen drie maanden na de beslissing op de aanvraag gestart. Van de hierboven genoemde termijnen kan alleen afgeweken worden na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Minister.

Artikel 3. Programmabeheerder [Nog niet in werking]

Het agentschap van het Ministerie van Economische Zaken ‘SenterNovem’ is aangewezen als programmabeheerder als bedoeld in artikel 1 onder b van de SMEG en is door de Minister gemandateerd om dit programma uit te voeren.

Artikel 4. Aanvragen [Nog niet in werking]

Artikel 5. Behandeling van en beslissing op aanvragen [Nog niet in werking]

Artikel 5.1. Haalbaarheids- en demonstratieprojecten [Nog niet in werking]

Artikel 5.2. Kennisoverdrachtprojecten [Nog niet in werking]

Artikel 6. Subsidiabele kosten [Nog niet in werking]

Artikel 7. Subsidiebedragen [Nog niet in werking]

Artikel 8. Subsidieplafond [Nog niet in werking]

Artikel 9. Rapportages, voorschotten en eindafrekening [Nog niet in werking]

Artikel 10. Openbaarheid projectresultaten [Nog niet in werking]

Artikel 11. Overige verplichtingen [Nog niet in werking]

Artikel 12. Inwerkingtreding