Besluit spoorverkeer
Besluit spoorverkeer
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 16 september 2003, Hoofddirectie Juridische Zaken, nr. HDJZ/S&W/2003-1877;
Gelet op richtlijn 2001/14/EG en op de artikelen 23, 64, 65 en 87, eerste lid, van de Spoorwegwet;
De Raad van State gehoord (advies van 19 december 2003, nr. W09.03.0393/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 november 2004, nr. HDJZ/S&W/2004-2899, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bestuurder: bestuurder van een trein;
gebruik van een hoofdspoorweg: met een spoorvoertuig rijden over of stilstaan op een hoofdspoorweg;
gevaarlijke stoffen: gevaarlijke stoffen als bedoeld in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
hoofdspoorweg: hoofdspoorweg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, of artikel 124, tweede lid, van de wet;
rangeerder: persoon die een trein begeleidt;
sein: verkeersteken inhoudende een ge- of verbod, een waarschuwing of een aanduiding;
TSI Exploitatie en verkeersleiding: Uitvoeringsverordening (EU) 2019/773 van de Commissie van 16 mei 2019 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2012/757/EU (PbEU 2019, L 139I);
wet: de Spoorwegwet.