Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 20 februari 2004, nr. 5271210/04/6;
Gelet op de artikelen 2, tweede en derde lid, 4, vijfde lid, 8, vierde en vijfde lid, 9, eerste lid, 13, eerste lid, 25, 36, 39 en 49 van de Wet justitiële gegevens;
De Raad van State gehoord (advies van 24 maart 2004, nr. W03.04.0085/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 24 maart 2004, nr. 5278333/04/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemeen
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
sepot: de beslissing van het openbaar ministerie tot niet vervolging of niet verdere vervolging van de zaak;
centrale autoriteit: de centrale autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het kaderbesluit 2009/315/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 26 februari 2009 betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisseling van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten (PbEU L 93/23). In Nederland is dit de Justitiële Informatiedienst;
lidstaat: lidstaat van de Europese Unie;
strafrechtelijke procedure: de fase die aan het strafproces voorafgaat, het strafproces zelf en de tenuitvoerlegging van de veroordeling.