Home

Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004

Geldig van 2 mei 2013 tot 24 oktober 2013
Geldig van 2 mei 2013 tot 24 oktober 2013

Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 02-05-2013 tot 24-10-2013]
[Regeling ingetrokken per 24-03-2017]

Aanhef

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 1 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

Indeze regeling wordt verstaan onder:

  1. minister: de Minister van Buitenlandse Zaken;

  2. bewindspersoon: de Minister van Buitenlandse Zaken en in voorkomend geval de minister zonder portefeuille of de staatssecretaris die belast is met de behartiging van een of meer tot het werkgebied van het ministerie behorende beleidsterreinen;

  3. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;

  4. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon de Staat te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  5. machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  6. Directeuren-Generaal:

    • de Directeur-Generaal Consulaire Zaken en Bedrijfsvoering (DGCB),

    • de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS),

    • de Directeur-Generaal Politieke Zaken (DGPZ),

    • de Directeur-Generaal Europese Samenwerking (DGES),

    • de Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen (BEB),

    • de project-Directeur-Generaal Internationaal Strafhof (DG ICC),

    • andere bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (tijdelijk) benoemde project-Directeuren-Generaal;

  7. directeuren:

    • de directeuren en de hoofddirecteuren van regiodirecties, forumdirecties, themadirecties en centrale directies, alsmede de projectdirecteuren van projectdirecties,

    • de Ambassadeur(s) in Algemene Dienst en de Ambassadeurs in Algemene Dienst met bijzondere taken;

  8. hoofden:

    • de hoofden van afdelingen van directies,

    • de hoofden van centrale dienstonderdelen, niet zijnde directies;

  9. Chefs de Poste: de hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland, bedoeld in artikel 7 van het RDBZ;

  10. RDBZ: het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

Artikel 2 [Vervallen per 13-12-2011]

Deze tekst is vervallen

§ 2. Algemeen mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 3. Algemeen mandaat, volmacht en machtiging Secretaris-Generaal

Artikel 4. Algemeen mandaat Directeuren-Generaal, directeuren, hoofden van centrale dienstonderdelen, Chefs de Poste, plaatsvervangend Chefs de Poste en Hoofden van de Regionale Service Organisaties

Artikel 5. Algemene volmacht en machtiging Directeuren-Generaal, directeuren, hoofden van centrale dienstonderdelen en, Chefs de Poste, voorzitters van Regioraden en Hoofden van de Regionale Service Organisaties

Artikel 6. Absolute uitzonderingen mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 7. Relatieve uitzonderingen mandaat, volmacht en machtiging

§ 3. Specifieke mandaten

Artikel 8. Specifiek mandaat directeur Financieel-Economische Zaken

Artikel 9 [Vervallen per 03-09-2005]

Artikel 10. Uitzonderingen mandaat hoofddirecteur Personeel en Organisatie

Artikel 11. Regels, procedures en instructies mandaat, volmacht en machtiging

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12. Intrekking

Artikel 13. Overgangsrecht

Artikel 14. Inwerkingtreding

Artikel 15. Citeertitel