Home

Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004

Geldig van 5 juni 2005 tot 3 september 2005
Geldig van 5 juni 2005 tot 3 september 2005

Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 05-06-2005 tot 03-09-2005]
[Regeling ingetrokken per 24-03-2017]

Aanhef

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 1 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

Indeze regeling wordt verstaan onder:

  1. minister: de Minister van Buitenlandse Zaken;

  2. bewindspersoon: de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking of de Staatssecretaris voor Europese Zaken;

  3. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;

  4. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon de Staat te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  5. machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  6. Directeuren-Generaal:

    • de Directeur-Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC),

    • de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS),

    • de Directeur-Generaal Politieke Zaken (DGPZ),

    • de Directeur-Generaal Europese Samenwerking (DGES),

    • de project-Directeur-Generaal Internationaal Strafhof (DG ICC),

    • andere bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (tijdelijk) benoemde project-Directeuren-Generaal;

  7. directeuren:

    • de directeuren en de hoofddirecteuren van regiodirecties, forumdirecties, themadirecties en centrale directies, alsmede de projectdirecteuren van projectdirecties,

    • de Ambassadeur(s) in Algemene Dienst en de Ambassadeurs in Algemene Dienst met bijzondere taken;

  8. hoofden:

    • de hoofden van afdelingen van directies,

    • de hoofden van centrale dienstonderdelen, niet zijnde directies;

  9. Chefs de Poste: de hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland, bedoeld in artikel 7 van het RDBZ;

  10. RDBZ: het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

Artikel 2. Bewindspersonen

Deze regeling heeft mede betrekking op mandaat, volmacht en machtiging namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris voor Europese Zaken.

§ 2. Algemeen mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 3. Algemeen mandaat, volmacht en machtiging Secretaris-Generaal

Artikel 4. Algemeen mandaat Directeuren-Generaal, directeuren, hoofden van centrale dienstonderdelen, Chefs de Poste en plaatsvervangend Chefs de Poste

Artikel 5. Algemene volmacht en machtiging Directeuren-Generaal, directeuren, hoofden van centrale dienstonderdelen en Chefs de Poste

Artikel 6. Absolute uitzonderingen mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 7. Relatieve uitzonderingen mandaat, volmacht en machtiging

§ 3. Specifieke mandaten

Artikel 8. Specifiek mandaat directeur Financieel-Economische Zaken

Artikel 9. Specifiek mandaat directeur Centraal Facilitaire Dienst

Artikel 10. Uitzonderingen mandaat hoofddirecteur Personeel en Organisatie

Artikel 11. Regels, procedures en instructies mandaat, volmacht en machtiging

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12. Intrekking

Artikel 13. Overgangsrecht

Artikel 14. Inwerkingtreding

Artikel 15. Citeertitel