Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004
Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2004
Opschrift
Aanhef
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op artikel 1 van het Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996;
Besluit:
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepaling
Indeze regeling wordt verstaan onder:
minister: de Minister van Buitenlandse Zaken;
bewindspersoon: de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking of de Staatssecretaris voor Europese Zaken;
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon de Staat te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;
machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
Directeuren-Generaal:
de Directeur-Generaal voor Regiobeleid en Consulaire Zaken (DGRC),
de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking (DGIS),
de Directeur-Generaal Politieke Zaken (DGPZ),
de Directeur-Generaal Europese Samenwerking (DGES),
de project-Directeur-Generaal Internationaal Strafhof (DG ICC),
andere bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (tijdelijk) benoemde project-Directeuren-Generaal;
directeuren:
de directeuren en de hoofddirecteuren van regiodirecties, forumdirecties, themadirecties en centrale directies, alsmede de projectdirecteuren van projectdirecties,
de Ambassadeur(s) in Algemene Dienst en de Ambassadeurs in Algemene Dienst met bijzondere taken;
hoofden:
de hoofden van afdelingen van directies,
de hoofden van centrale dienstonderdelen, niet zijnde directies;
Chefs de Poste: de hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland, bedoeld in artikel 7 van het RDBZ;
RDBZ: het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.