Home

Wet justitiële gegevens

Geldig van 1 april 2004 tot 1 september 2004
Geldig van 1 april 2004 tot 1 september 2004

Wet justitiële gegevens

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2004 tot 01-09-2004]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is nieuwe regels met betrekking tot het verwerken van justitiële gegevens en het stellen van regels met betrekking tot de verwerking van justitiële gegevens in persoonsdossiers en de verklaring omtrent het gedrag vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel 1. Definities

Artikel 1

In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. justitiële gegevens of gegevens: bij algemene maatregel van bestuur te omschrijven gegevens omtrent natuurlijke personen en rechtspersonen inzake de toepassing van het strafrecht of de strafvordering;

  2. persoonsdossier: een dossier waarin zijn opgenomen de aan rechterlijke autoriteiten uitgebrachte rapporten over onderzoeken naar het gedrag of de levensomstandigheden van een natuurlijk persoon in verband met tegen hem aanhangige strafzaken, de tenuitvoerlegging van aan hem opgelegde straffen of maatregelen of zijn reclassering;

  3. rechtspersoon: een rechtspersoon als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede de daarmee gelijkgestelde organisaties als bedoeld in artikel 51, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht;

  4. justitiële documentatie: een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende justitiële gegevens die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd;

  5. documentatie persoonsdossiers: een samenhangende verzameling van op verschillende personen betrekking hebbende persoonsdossiers die langs geautomatiseerde weg wordt gevoerd of met het oog op een doeltreffende raadpleging van die gegevens systematisch is aangelegd;

  6. persoonsgegeven, verwerking van persoonsgegevens, betrokkene, het College bescherming persoonsgegevens en het verstrekken van persoonsgegevens: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens;

  7. Onze Minister: Onze Minister van Justitie.

Titel 2. De verwerking van justitiële gegevens

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Afdeling 2. Het verstrekken van justitiële gegevens

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Afdeling 3. Rechten van de betrokkene op kennisneming en verbetering

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Afdeling 4. Bepalingen betreffende het toezicht

Artikel 27

Afdeling 5. De verklaring omtrent het gedrag

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Titel 3. De persoonsdossiers

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Titel 4. Slotbepalingen

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79