Home

Besluit gebruiksvergoeding spoorweginfrastructuur

Geldig van 1 januari 2000 tot 1 januari 2005
Geldig van 1 januari 2000 tot 1 januari 2005

Besluit gebruiksvergoeding spoorweginfrastructuur

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2000 tot 01-01-2005]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2005]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 juni 1999, nr. DGP/IB/N.BO/99/004, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Gelet op artikel 31, tweede lid, en artikel 32 van de Spoorwegwet;

De Raad van State gehoord, advies van 7 september 1999, nr. WO9.99 0309/V;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 oktober 1999, nr. DGP/VI/U.99 0417, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. wet: De Spoorwegwet;

  2. spoorweginfrastructuur: spoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder c, van de wet;

  3. beheer van spoorweginfrastructuur: totstandbrengen en onderhouden van spoorweginfrastructuur, daaronder begrepen de regelings- en veiligheidssystemen;

  4. beheerder: de krachtens hoofdstuk III van de wet met het beheer van spoorweginfrastructuur belaste instantie;

  5. het nationale net: de spoorweginfrastructuur die door NS Railinfrabeheer B.V. wordt beheerd;

  6. station: een onderdeel van de onder b bedoelde spoorweginfrastructuur, bestaande uit met spoorwegen verbonden voorzieningen die blijkens hun constructie en inrichting geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor aankomst en vertrek van spoorvoertuigen en voor het in-, uit- of overstappen van reizigers;

  7. spoorwegonderneming: een spoorwegonderneming of een internationaal samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder a onderscheidenlijk onder b van de wet, niet zijnde een spoorwegonderneming waarvan de activiteiten zich beperken tot stads- en streekvervoer;

  8. dienstregeling: een voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden;

  9. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  10. vergoeding: een ingevolge artikel 2, eerste lid, in rekening gebrachte vergoeding;

  11. station van categorie 1: een tot het nationaal net behorend station dat beschikt over een hoog voorzieningenniveau en als zodanig door Onze Minister is aangewezen;

  12. een station van categorie 2: een tot het nationale net behorend station dat geen station van categorie 1 is;

  13. openbaar vervoer van personen: voor een ieder openstaand personenvervoer per trein volgens een dienstregeling;

  14. besloten vervoer van personen: vervoer van personen anders dan bedoeld onder m.

Artikel 2

1.

Ter bestrijding van de kosten die gemoeid zijn met het gebruik van de door hem beheerde spoorweginfrastructuur brengt de beheerder een vergoeding in rekening ter zake van dat gebruik.

2.

De beheerder brengt de vergoeding in rekening aan de spoorwegonderneming die het in het eerste lid bedoelde gebruik verricht.

Artikel 3

1.

De vergoeding ter zake van het gebruik van het nationale net voor het openbaar vervoer van personen wordt bepaald aan de hand van de formule (Pkm x A) + (Ps1 x B1) + (Ps2 x B2) waarbij,

Pkm = het bij regeling van Onze Minister vastgestelde tarief per treinkilometer;

A = het aantal treinkilometers in het kalenderjaar over spoorstaven en geleiderails die behoren tot het nationale net, dat gemoeid is met volledige uitvoering van de gepubliceerde dienstregelingen van de spoorwegonderneming;

Ps1 = het bij regeling van Onze Minister vastgestelde tarief per keer dat een station van categorie 1 wordt aangedaan;

B1 = het aantal keren in het kalenderjaar dat een station van categorie 1, bij volledige uitvoering van de gepubliceerde dienstregelingen van de spoorwegonderneming wordt aangedaan;

Ps2 = het bij regeling van Onze Minister vastgestelde tarief per keer dat een station van categorie 2 wordt aangedaan;

B2 = het aantal keren in het kalenderjaar dat een station van categorie 2, bij volledige uitvoering van de gepubliceerde dienstregelingen van de spoorwegonderneming wordt aangedaan.

2.

De vergoeding ter zake van het gebruik van het nationale net voor het vervoer van goederen wordt bepaald aan de hand van de formule

Pkm x C x M waarbij,

Pkm = het bij regeling van Onze Minister vastgestelde tarief per treinkilometer;

C = het aantal treinkilometers over spoorstaven of geleiderails die behoren tot het nationale net, dat gemoeid is met het vervoer van goederen door de spoorwegonderneming in het kalenderjaar;

M = de in het derde lid bedoelde marktparameter.

3.

De marktparameter bedraagt voor het:

  1. kalenderjaar 2000: 0,3

  2. kalenderjaar 2001: 0,4

  3. kalenderjaar 2002: 0,5

  4. kalenderjaar 2003: 0,6

  5. kalenderjaar 2004: 0,7

  6. kalenderjaar 2005: 0,8

  7. kalenderjaar 2006: 0,9

  8. kalenderjaar 2007 en voor daaropvolgende kalenderjaren: 1,0.

4.

De vergoeding ter zake van het gebruik van het nationale net voor het besloten vervoer van personen wordt bepaald aan de hand van de formule Pkm x D waarbij,

Pkm = het bij regeling van Onze Minister vastgestelde tarief per treinkilometer;

D = het aantal treinkilometers over spoorstaven of geleiderails, die behoren tot het nationale net, dat gemoeid is met het besloten vervoer van personen door de spoorwegonderneming in het kalenderjaar.

5.

Het aantal van de in het eerste, tweede en vierde lid bedoelde treinkilometers, wordt bepaald overeenkomstig de bij regeling van Onze Minister te geven regels.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10