Het verrichten van handelingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de wet, met ontplofbare stoffen en voorwerpen is toegestaan, mits:
dit geschiedt in opdracht van een bevoegde Nederlandse militaire autoriteit dan wel van een bevoegde autoriteit van de krijgsmacht van een andere mogendheid, en
de bij of krachtens dit besluit of het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen gestelde regels in acht zijn genomen.