Home

Besluit slotallocatie

Geldig vanaf 1 april 2020
Geldig vanaf 1 april 2020

Besluit slotallocatie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2020]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 september 1997, nr. DGRLD/JBZ/L. 97.500638, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst;

Gelet op verordening nr. 95/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van «slots» op communautaire luchthavens (PbEG L 14) en artikel 76, eerste lid, onderdeel c van de Luchtvaartwet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 november 1997, nr. WO9.97.0621);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 november 1997, nr. DGRLD/JBZ/L97.500865, Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

1.

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • ATM-capaciteit: het aantal vliegtuigbewegingen dat de verlener van de luchtverkeersleidingsdiensten kan verwerken en dat betrekking heeft op de luchtzijdige afhandeling van het vliegverkeer;

  • coördinatiecomité: coördinatiecomité als bedoeld in artikel 5 van de verordening;

  • coördinatieparameters: parameters als bedoeld in artikel 6 van de verordening;

  • exploitant: de exploitant van een burgerluchthaven of de burgerexploitant van een militaire luchthaven;

  • gecoördineerde luchthaven: een luchthaven als bedoeld in artikel 2, onderdeel g, van de verordening;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • verordening: verordening nr. 95/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 januari 1993 betreffende gemeenschappelijke regels voor de toewijzing van «slots» op communautaire luchthavens (PBEG L 14).

2.

Een wijziging van de verordening gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 1a

Dit besluit berust op artikel 8a.52 van de Wet luchtvaart.

Artikel 2

1.

Onze Minister kan een luchthaven aanwijzen als:

  1. een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen;

  2. een gecoördineerde luchthaven.

2.

Indien Onze Minister een militaire luchthaven met burgermedegebruik door tussenkomst van een burgerexploitant voor wat betreft dat gebruik aanwijst als een luchthaven met bemiddeling inzake de dienstregelingen of een gecoördineerde luchthaven, doet hij dat in overeenstemming met Onze Minister van Defensie.

Artikel 3 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 5b

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8