Home

Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Geldig van 1 maart 2006 tot 1 januari 2007
Geldig van 1 maart 2006 tot 1 januari 2007

Wet klachtrecht cliënten zorgsector

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-03-2006 tot 01-01-2007]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2016]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is wettelijke regels te stellen ter zake van de behandeling van klachten van cliënten van zorgaanbieders op het terrein van de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  2. instelling:

    1. 1°.

      elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin:

      1. zorg wordt verleend als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet of de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

      2. uitvoerend werk wordt verricht op het terrein van het algemeen maatschappelijk werk, de maatschappelijke opvang en het welzijn van ouderen;

      3. verslavingszorg wordt verleend;

    2. 2°.

      een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet collectieve preventie;

    3. 3°.

      een kindercentrum als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, en een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wet kinderopvang.

  3. zorgaanbieder:

    1. 1°.

      een rechtspersoon of natuurlijk persoon, die een instelling in stand houdt;

    2. 2°.

      de rechtspersonen of natuurlijke personen, die gezamenlijk een instelling in stand houden;

    3. 3°.

      een natuurlijk persoon die anders dan in het kader van een dienstverband met een instelling, zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten verleent;

  4. cliënt: een natuurlijk persoon aan wie de zorgaanbieder maatschappelijke zorg of gezondheidszorg verleent of heeft verleend;

  5. gedraging: enig handelen of nalaten alsmede het nemen van een besluit dat gevolgen heeft voor een cliënt.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredende organisatorische verbanden, waarin maatschappelijke zorg of gezondheidszorg wordt verleend, worden aangemerkt als instelling in de zin van deze wet.

3.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere natuurlijke personen, die maatschappelijke zorg of gezondheidszorg verlenen, worden aangemerkt als zorgaanbieder in de zin van deze wet.

4.

Deze wet is niet van toepassing op klachten van onvrijwillig in een inrichting opgenomen cliënten, voor zover deze overeenkomstig een bijzondere wettelijke regeling door een klachtencommissie kunnen worden behandeld.

Hoofdstuk II. Behandeling van klachten

Artikel 2

Artikel 2a

Hoofdstuk III. Handhaving en toezicht

Artikel 3

Artikel 3a

Artikel 3b

Hoofdstuk IV. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4

Artikel 5 [Vervallen per 17-06-2005]

Artikel 6 [Vervallen per 17-06-2005]

Artikel 7

Artikel 8