Grondstoffen, welke voor de bereiding van diepgevroren levensmiddelen worden gebruikt, zijn van een gezonde handelskwaliteit en voldoende vers.
Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen
Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen
Opschrift
Aanhef
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op de richtlijnen van de Commissie van 13 januari 1992 betreffende de temperatuurcontrole in vervoermiddelen en in opslagruimten van voor menselijke voeding bestemde diepvriesprodukten (92/1/EEG) (PbEG L 34) en tot vaststelling van de monsternemingsprocedure en de communautaire analysemethode voor de officiële controle van de temperatuur van diepvriesprodukten die voor de menselijke voeding zijn bestemd (92/2/EEG) (PbEG L 34), alsmede op de artikelen 14 en 18, tweede lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen:
Gezien de adviezen van de Adviescommissie Warenwet van 23 september 1992, nummer 14565/(4/6)5, en van 3 november 1992 nummer 14615/(4/6)5;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. diepvriezen:
het bevriezingsproces waardoor zo snel als nodig is de maximale kristallisatiezone wordt overschreden, met het gevolg dat na thermische stabilisatie de temperatuur overal in de waar zonder onderbreking gehandhaafd blijft op –18 °C of lager;
- b. diepgevroren levensmiddelen:
diepgevroren eet- of drinkwaren, andere dan consumptie-ijs, die verhandeld worden op een wijze waaruit blijkt dat zij dat kenmerk bezitten;
- c. grondstoffen:
grondstoffen, halffabrikaten en ingredinten bestemd voor de bereiding van eet- en drinkwaren;
- d. instellingen:
restaurants, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke instellingen.