Home

Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen

Geldig van 30 november 2005 tot 13 december 2014
Geldig van 30 november 2005 tot 13 december 2014

Warenwetregeling Diepgevroren levensmiddelen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 30-11-2005 tot 13-12-2014]

Aanhef

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de richtlijnen van de Commissie van 13 januari 1992 betreffende de temperatuurcontrole in vervoermiddelen en in opslagruimten van voor menselijke voeding bestemde diepvriesprodukten (92/1/EEG) (PbEG L 34) en tot vaststelling van de monsternemingsprocedure en de communautaire analysemethode voor de officiële controle van de temperatuur van diepvriesprodukten die voor de menselijke voeding zijn bestemd (92/2/EEG) (PbEG L 34), alsmede op de artikelen 14 en 18, tweede lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen:

Gezien de adviezen van de Adviescommissie Warenwet van 23 september 1992, nummer 14565/(4/6)5, en van 3 november 1992 nummer 14615/(4/6)5;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. diepvriezen:

het bevriezingsproces waardoor zo snel als nodig is de maximale kristallisatiezone wordt overschreden, met het gevolg dat na thermische stabilisatie de temperatuur overal in de waar zonder onderbreking gehandhaafd blijft op –18 °C of lager;

b. diepgevroren levensmiddelen:

diepgevroren eet- of drinkwaren, andere dan consumptie-ijs, die verhandeld worden op een wijze waaruit blijkt dat zij dat kenmerk bezitten;

c. grondstoffen:

grondstoffen, halffabrikaten en ingredinten bestemd voor de bereiding van eet- en drinkwaren;

d. instellingen:

restaurants, ziekenhuizen, kantines en andere soortgelijke instellingen.

Artikel 2

1.

Grondstoffen, welke voor de bereiding van diepgevroren levensmiddelen worden gebruikt, zijn van een gezonde handelskwaliteit en voldoende vers.

2.

De bereiding van diep te vriezen eet- of drinkwaren en het diepvriezen geschieden zonder uitstel met behulp van een passende technische uitrusting zodat chemische, biochemische en microbiologische veranderingen zoveel mogelijk worden beperkt.

Artikel 3

Als koelmiddelen die rechtstreeks in contact komen met diepgevroren levensmiddelen, mogen uitsluitend worden gebruikt: lucht, stikstof en koolzuur.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8 [Vervallen per 30-11-2005]

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Bijlage Analysemethode voor meting van de temperatuur van diepgevroren levensmiddelen