Wet vervoer binnenvaart
Wet vervoer binnenvaart
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van een in sociaal-economische opzicht goede bedrijfsuitoefening in het vervoer van goederen en personen met binnenschepen en gelet op de internationale ontwikkelingen op het terrein van het vervoer van goederen en personen met binnenschepen wenselijk is, een nieuwe regeling tot stand te brengen voor het vervoer met binnenschepen, waarbij mede uitvoering wordt gegeven aan Aanvullend Protocol nr. 2 bij de Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1980, 7), goedgekeurd bij de wet van 1 juli 1981 (Stb. 424), Verordening (EEG) nr. 2919/85 van de Raad van 17 oktober 1985 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor het regime dat door de Herziene Rijnvaartakte wordt gereserveerd voor vaartuigen die tot de Rijnvaart behoren (PbEG L 280), alsmede aan Richtlijn (EEG) nr. 87/540 van de Raad van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma's, certificaten en andere titels ( PbEG L 322), en die mede kan dienen ter uitvoering van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties:
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
binnenschip: elk vaartuig dat wordt gebruikt tot de vaart op de binnenwateren of dat daartoe bestemd is;
binnenwateren: de wateren, die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen lijn;
binnenlands vervoer: vervoer met binnenschepen tussen twee binnen Nederland gelegen punten, ongeacht of daarbij de landsgrenzen worden overschreden;
eigen vervoer: vervoer met binnenschepen van goederen, uitsluitend bestemd voor of afkomstig van eigen onderneming of bedrijf;
beroepsvervoer: vervoer met binnenschepen tegen vergoeding, niet zijnde eigen vervoer;
Herziene Rijnvaartakte: de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161);
Rijnvaartverklaring: de verklaring, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Herziene Rijnvaartakte.