Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen
Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de totstandkoming van de nieuwe rampenbestrijdingsorganisatie wenselijk is een regeling te treffen met betrekking tot de organisatie en uitvoering van de geneeskundige hulpverlening bij rampen alsmede de voorbereiding daarop;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
geneeskundige hulpverlening: het in georganiseerd verband verrichten van gewondenzorg op of nabij de plaats van een ramp of een zwaar ongeval, de gewondenzorg door militairen daaronder niet begrepen;
ramp of zwaar ongeval: een gebeurtenis als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet rampen en zware ongevallen;
het Rode Kruis: de vereniging "Het Nederlandse Rode Kruis", bedoeld in het Besluit Rode Kruis 1988 (Stb. 1988, 680);
instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam welks werkzaamheid niet is gericht op het behalen van winst, en dat zich de geneeskundige hulpverlening tot doel stelt;
geneeskundige eenheid: een peloton voor de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening;
centrale post voor het ambulancevervoer: een centrale post als bedoeld in de Wet ambulancevervoer (Stb. 1971, 369);
ziekenhuizen: algemene ziekenhuizen als bedoeld in het Besluit aanwijzing inrichtingen Wet ziekenhuisvoorzieningen (Stb. 1979, 465).