Home

Besluit certificaatloodsen

Geldig van 1 februari 2002 tot 1 november 2004
Geldig van 1 februari 2002 tot 1 november 2004

Besluit certificaatloodsen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-02-2002 tot 01-11-2004]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2014]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 2 mei 1990, no. S/J 30.659/90, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Gelet op de artikelen 2, derde lid, en 5, eerste lid, van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353);

Gelet op de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1978 (79/115/EEG) inzake het loodsen van schepen door Noordzee-loodsen op de Noordzee en in het Kanaal (Pb EEG L 33/32);

De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 1990, nr. W09.90.0190);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 10 september 1990, nr. S/J 31.591/90, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. certificaatloods: degene, die voldoet aan de eisen met betrekking tot vakbekwaamheid en geschiktheid, vastgesteld bij of krachtens dit besluit;

  2. certificaat: een verklaring als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Loodsenwet (Stb. 1988, 353);

  3. beloodsingsgebied: het Kanaal, vanaf de lijn over de Land’s End en Ile d’Ouessant, de Noordzee, in het noorden begrensd dor de 61-ste breedtegraad, en het Skagerrak, tot de lijn over Skagen en Vinga, met uitzondering van die gedeelten waarop nationale wetgeving van daaraan grenzende landen het loodsen van schepen door certificaatloodsen verbiedt;

  4. loodsreis: een reis in het beloodsingsgebied, waarbij de certificaatloods op een schip loodsdienst in de zin van artikel 2, eerste lid, van de Loodsenwet verricht;

  5. vergezelreis: een reis in een beloodsingsgebied waarbij de specifieke loodskennis voor het beloodsingsgebied op peil wordt gebracht of gehouden, gemaakt op een schip, waarop een andere certificaatloods of een daarmee gelijk te stellen gekwalificeerde loods uit enig ander land loodsdienst verricht.

Artikel 2

1.

Onze Minister geeft, indien de aanvrager voldoet aan de voor afgifte geldende eisen, voor het beloodsingsgebied op verzoek de volgende certificaten af:

  1. een A-certificaat, voor het loodsen van schepen met een bruto-tonnage tot 35 000, met een geldigheidsduur van een jaar;

  2. een B-certificaat, voor het loodsen van alle schepen, met een geldigheidsduur van vijf jaar.

2.

Indien de aanvrager van een B-certificaat binnen vijf jaar na aanvraag de 65-jarige leeftijd zal bereiken, geeft Onze Minister in afwijking van het eerste lid, het B-certificaat af met een geldigheidsduur tot de datum waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.

Artikel 3

Hoofdstuk II. Het A-certificaat

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Hoofdstuk III. Het B-certificaat

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Hoofdstuk IV. Verplichtingen van de certificaatloods

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Hoofdstuk V. Het intrekken van een certificaat

Artikel 27

Hoofdstuk VI. Overgangsbepalingen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Hoofdstuk VII. Slotbepalingen

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Bijlage I

Bijlage II