Home

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Geldig van 1 juli 2021 tot 1 januari 2023
Geldig van 1 juli 2021 tot 1 januari 2023

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2021 tot 01-01-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 12 mei 1989, nr. RW 26148, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 2 en 34 van de Wegenverkeerswet (Stb. 1935, 554);

Gelet op het op 8 november 1968 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake het wegverkeer (Trb. 1974, 35), het op 8 november 1968 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake verkeerstekens (Trb. 1974, 36), de op 1 mei 1971 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake het wegverkeer dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1974, 37), de op 1 mei 1971 te Genève tot stand gekomen Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake verkeerstekens dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1974, 38) en het op 1 maart 1973 te Genève tot stand gekomen Protocol inzake tekens op het wegdek, aanvulling op de Europese Overeenkomst tot aanvulling van het Verdrag inzake verkeerstekens dat op 8 november 1968 te Wenen voor ondertekening werd opengesteld (Trb. 1975, 114);

De Raad van State gehoord (advies van 2 maart 1990, nr. W09.89.0262);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juli 1990, nr. RW65898, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanhangwagens: voertuigen die door een voertuig worden voortbewogen of kennelijk bestemd zijn om aldus te worden voortbewogen, alsmede opleggers;

  • ambulance: motorvoertuig, ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor ambulancezorg als bedoeld in de Tijdelijke wet ambulancezorg;

  • autobus: motorvoertuig, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • autosnelweg: weg, aangeduid door bord G1 van bijlage I; langs autosnelwegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autosnelweg uit;

  • autoweg: weg, aangeduid door bord G3 van bijlage I; langs autowegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autoweg uit;

  • bedrijfsauto: bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • bestelauto: motorvoertuig, bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan de toegestane maximum massa niet meer bedraagt dan 3500 kg;

  • bestemmingsverkeer: bestuurders wier reisdoel één of meer bepaalde percelen betreft die zijn gelegen aan of in de directe nabijheid van een weg met een door verkeerstekens aangegeven geslotenverklaring voor bepaalde categorieën bestuurders en die slechts via deze weg zijn te bereiken alsmede bestuurders van lijnbussen;

  • bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers;

  • bestuurder van een motorvoertuig:

    1. hij die het motorvoertuig bestuurt of

    2. voor zover het betreft een motorvoertuig voor het besturen waarvan een rijbewijs AM, B, C, D of E, is vereist en dat is voorzien van een dubbele bediening, hij die rijonderricht geeft of toezicht houdt in het kader van een vanwege de overheid ingesteld onderzoek naar de rijvaardigheid, niet zijnde een onderzoek als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de wet;

  • bevoegd gezag: gezag als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

  • brombakfiets: bromfiets op drie symmetrisch geplaatste wielen, met twee voorwielen en uitsluitend ingericht voor het vervoer van de bestuurder en van goederen en eventueel van een achter de bestuurder gezeten passagier;

  • brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;

  • busbaan: rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht;

  • busstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht;

  • dag: de periode tussen zonsopgang en zonsondergang;

  • diensten voor spoedeisende medische hulpverlening: de op grond van artikel 6 van de Tijdelijke wet ambulancezorg aangewezen Regionale Ambulancevoorzieningen, alsmede andere hulpverleningsdiensten die zich in opdracht van een meldkamer als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Tijdelijke wet ambulancezorg bezig houden met het verlenen van spoedeisende medische hulpverlening;

  • dierenambulance: motorvoertuig, ingericht en bestemd om te worden gebruikt voor het vervoer van zieke en gewonde dieren;

  • doorgaande rijbaan: rijbaan zonder de invoeg- en uitrijstroken;

  • driewielig motorvoertuig: driewielig motorrijtuig als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • fietsstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;

  • gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

  • geslotenverklaring: verbod de betrokken weg in te rijden of in te gaan alsmede de betrokken weg te gebruiken;

  • haaietanden: voorrangsdriehoeken op het wegdek;

  • invoegstrook: door een blokmarkering van de doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan oprijden;

  • kruispunt: kruising of splitsing van wegen;

  • ligplaats: ligplaats als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • lijnbus: motorvoertuig, gebezigd voor het verrichten van openbaar vervoer in de zin van de Wet personenvervoer 2000;

  • militaire kolonne: een aantal zich achter elkaar bevindende militaire dan wel bij een onderdeel van de rampenbestrijdingsorganisatie in gebruik zijnde motorvoertuigen, onder één commandant, die de door Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Defensie vastgestelde herkenningstekens voeren;

  • motorfiets: motorvoertuig op twee wielen al dan niet met zijspan- of aanhangwagen;

  • motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

  • nacht: de periode tussen zonsondergang en zonsopgang;

  • overweg: kruising van een weg en een spoorweg die wordt aangeduid door middel van bord J12 of J13 van bijlage 1;

  • parkeerhaven of parkeerstrook: langs de rijbaan gelegen verharding die is bestemd voor stilstaande of geparkeerde voertuigen;

  • parkeren: het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

  • personenauto: personenauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • puntstuk: meerhoekig vlak op het wegdek, opgenomen bij splitsingen of samenvoegingen van wegen, rijstroken of rijbanen;

  • richtlijn 97/24/EG: richtlijn nr. 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen (PbEG L 226);

  • rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden;

  • rijstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken;

  • snorfiets:

  • speed-pedelec: elektrische bromfiets met trapondersteuning waarvan de aandrijfkracht aanhoudt als het voertuig de snelheid van 25 km per uur overschrijdt;

  • spitsstrook: de vluchtstrook die als rijstrook is aangewezen blijkens bord C23-01 van bijlage 1;

  • T100-bus: autobus, ten aanzien waarvan uit een aantekening op het kentekenbewijs of uit het kentekenregister blijkt dat hij zodanig is ingericht dat hij in aanmerking komt voor een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur.

    Met een T100-bus als bedoeld in dit besluit wordt gelijkgesteld een autobus die is geregistreerd in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en ten aanzien waarvan uit het kentekenbewijs of uit een verklaring afgegeven door een onafhankelijke keuringsinstelling, afgegeven op basis van onderzoekingen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale onderzoekingen wordt nagestreefd, blijkt dat de autobus geschikt is voor een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur;

  • uitrijstrook: door een blokmarkering van de doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan verlaten;

  • uitvaartstoet van motorvoertuigen: een stoet, bestaande uit motorvoertuigen, die een lijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de lijkbezorging of de as van een gecremeerd lijk begeleiden en die de in artikel 30c bedoelde herkenningstekens voeren;

  • veiligheidscel: onderdeel van de constructie van een bromfiets, een motorfiets of een driewielig motorvoertuig dat de bestuurder of passagiers beschermt tegen hoofdletsel;

  • verdrijvingsvlak: gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen zijn aangebracht;

  • verkeer: alle weggebruikers;

  • verkeersregelaar: persoon als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

  • verlicht transparant: verlicht transparant als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen;

  • vluchthaven of vluchtstrook: door een doorgetrokken streep van de rijbaan van de autosnelweg of autoweg afgescheiden weggedeelte, dat bestemd is voor gebruik in noodgevallen, behoudens voor de duur van openstelling als spitsstrook;

  • voertuigen: fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens;

  • voorrangsvoertuig: motorvoertuig dat de optische en geluidssignalen voert als bedoeld in artikel 29;

  • voorrang verlenen: het de betrokken bestuurders in staat stellen ongehinderd hun weg te vervolgen;

  • vrachtauto: motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3500 kg;

  • weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen;

  • wet: Wegenverkeerswet 1994;

  • zitplaats: zitplaats als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen.

Artikel 1a

Onder de vermelding in dit besluit van een EG-richtlijn of VN/ECE-reglement wordt verstaan hetgeen daaronder wordt begrepen in artikel 1.2 van de Regeling voertuigen, met inbegrip van de ingevolge artikel 1.3, eerste lid, van de Regeling voertuigen bekendgemaakte wijzigingen. Artikel 1.3, tweede lid, van de Regeling voertuigen is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

Artikel 2a

Artikel 2b

Hoofdstuk II. Verkeersregels

§ 1. Plaats op de weg

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

§ 2. Inhalen

Artikel 11

Artikel 12

§ 3. Files

Artikel 13

§ 4. Oprijden van kruispunten

Artikel 14

§ 5. Verlenen van voorrang

Artikel 15

§ 5a. Gedrag bij overwegen

Artikel 15a

§ 6. Doorsnijden militaire kolonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen

Artikel 16

§ 7. Afslaan

Artikel 17

Artikel 18

§ 8. Maximumsnelheid

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 22a

§ 9. Stilstaan

Artikel 23

§ 10. Parkeren

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

§ 11. Het plaatsen van fietsen en bromfietsen

Artikel 27

§ 12. Signalen en herkenningstekens

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 30b

Artikel 30c

Artikel 31

§ 13. Gebruik van lichten tijdens het rijden

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 35a

Artikel 35b

Artikel 35c

Artikel 36

Artikel 37

§ 14. Gebruik van lichten tijdens het stilstaan

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

§ 15. Bijzondere lichten

Artikel 41

Artikel 41a

§ 16. Autosnelwegen en autowegen

Artikel 42

Artikel 43

§ 17. Erven

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

§ 18. Rotondes

Artikel 47

Artikel 48

§ 19. Voetgangers

Artikel 49

§ 20. Voorrangsvoertuigen

Artikel 50

§ 21. Loslopend vee

Artikel 51

§ 22. In- en uitstappende passagiers

Artikel 52

§ 23. Slepen

Artikel 53

§ 24. Bijzondere manoeuvres

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

§ 25. Onnodig geluid

Artikel 57

§ 26. Gevarendriehoek

Artikel 58

§ 26a. Zitplaatsen

Artikel 58a

§ 27. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen

Artikel 59

Artikel 59a

Artikel 59b

§ 28. Helmen

Artikel 60

§ 29. [Vervallen per 01-07-2010]

Artikel 61 [Vervallen per 01-07-2010]

§ 30. Gebruik van mobiele telecommunicatieapparatuur

Artikel 61a

§ 31. Vervoer van personen in of op aanhangwagens en in laadruimten

Artikel 61b

Hoofdstuk III. Verkeerstekens

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 63a

Artikel 63b

Artikel 64

§ 2. Verkeersborden

Artikel 64a

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

§ 3. Verkeerslichten

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

§ 4. Verkeerstekens op het wegdek

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Hoofdstuk IV. Aanwijzingen

§ 1. Verplichtingen weggebruikers

Artikel 82

Artikel 82a

Artikel 83

§ 2. Rangorde aanwijzingen, verkeerstekens en verkeersregels

Artikel 84

Hoofdstuk V. Bijzondere bepalingen ten behoeve van gehandicapten

§ 1. Uitzonderingen voor gehandicapten

Artikel 85

§ 2. Buiten Nederland afgegeven gehandicaptenparkeerkaarten

Artikel 86

Hoofdstuk VA. Tijdelijke verlaging maximumsnelheid in geval van verstoring olie-aanvoer

Artikel 86a

Artikel 86b

Hoofdstuk VB. Milieuzones en nul-emissiezones

Artikel 86c

Artikel 86d

Artikel 86e

Hoofdstuk VI. Ontheffingen en vrijstellingen

§ 1. Algemeen

Artikel 87

§ 2. Autogordels en kinderbeveiligingssystemen

Artikel 88

§ 3

Artikel 89 [Vervallen per 01-01-1995]

§ 4

Artikel 90 [Vervallen per 01-01-1995]

§ 5. Voorrangsvoertuigen

Artikel 91

Hoofdstuk VII. Strafbepalingen

Artikel 92

Hoofdstuk VIII. Overgangsbepalingen

Artikel 93 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 94 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 95 [Vervallen per 01-05-2009]

Artikel 96

Artikel 97

Artikel 98 [Vervallen per 01-01-2021]

Artikel 99 [Vervallen per 01-01-1995]

Hoofdstuk IX. Wijziging van het wegenverkeersreglement

Artikel 100 [Vervallen per 01-01-1995]

Hoofdstuk X. Wijziging van de bijlage, behorende bij het Wegenverkeersreglement

Artikel 101 [Vervallen per 01-01-1995]

Hoofdstuk XI. Wijziging van andere Besluiten

Artikel 102 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 103 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 104 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 105 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 106 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 107 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 108 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 109 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 110 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 111 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 112 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 113 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 114 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 115 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 116 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 117 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 118 [Vervallen per 01-01-1995]

Hoofdstuk XII. Intrekking RVV 1966

Artikel 119 [Vervallen per 01-01-1995]

Hoofdstuk XIII. Inwerkingtreding

Artikel 120

Hoofdstuk XIV. Citeertitel

Artikel 121

Bijlage 1. Verkeersborden

Bijlage 2. Aanwijzingen