Home

Wet op de waterhuishouding

Geldig van 1 januari 1998 tot 17 juli 1998
Geldig van 1 januari 1998 tot 17 juli 1998

Wet op de waterhuishouding

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-1998 tot 17-07-1998]
[Regeling ingetrokken per 22-12-2009]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen in het belang van een samenhangend en doelmatig beleid en beheer met betrekking tot de waterhuishouding in haar geheel alsmede nadere regelen met betrekking tot het kwantiteitsbeheer over het oppervlaktewater;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Begripsomschrijving

Artikel 1

In het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

"Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

"Onze Ministers": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat tezamen met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren;

"waterhuishouding": de overheidszorg die zich richt op het op en in de bodem vrij aanwezige water, met het oog op de daarbij betrokken belangen;

"waterhuishoudkundig systeem": een samenhangend geheel van oppervlaktewateren en grondwatervoorkomens;

"kwantiteitsbeheerder": het openbaar gezag dat belast is met kwantiteitsbeheer van oppervlaktewater;

"kwaliteitsbeheerder": het openbaar gezag dat bevoegd is tot vergunningverlening ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1981, 573).

Artikel 2

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden tot de oppervlaktewateren onder beheer van het Rijk mede gerekend de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen door anderen beheerde oppervlaktewateren die met de oppervlaktewateren onder beheer van het Rijk in open verbinding staan. Over een voordracht voor een zodanige algemene maatregel van bestuur stelt Onze Minister de kwantiteitsbeheerders van de betrokken oppervlaktewateren in de gelegenheid hun oordeel te geven.

Hoofdstuk II. De plannen voor de waterhuishouding

Afdeling 1. De nota voor de waterhuishouding

Artikel 3

Artikel 4

Afdeling 2. Het beheersplan voor de rijkswateren

Artikel 5

Artikel 6

Afdeling 3. De provinciale plannen voor de waterhuishouding

Artikel 7

Artikel 8

Afdeling 4. Beheersplannen

Artikel 9

Afdeling 5. Voorschriften van hoger gezag

Artikel 10

Artikel 11

Hoofdstuk III. Beheersinstrumenten

Afdeling 1. Registratie

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Afdeling 2. Het peilbesluit

Artikel 16

Afdeling 3. Het waterakkoord

§ 1. Algemeen

Artikel 17

§ 2. De totstandkoming van een waterakkoord

Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20

§ 3. De wijziging van een waterakkoord

Artikel 21

§ 4. Voorschriften van hoger gezag

Artikel 22
Artikel 23

Afdeling 4. De vergunning

§ 1. Algemeen

Artikel 24

§ 2. De aanvraag tot verlening van een vergunning

Artikel 25
Artikel 26
Artikel 27

§ 3. De beschikking op de aanvraag

Artikel 28 [Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 29

§ 4. Wijziging of intrekking van een vergunning

Artikel 30
Artikel 31
Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 33

Hoofdstuk IV. Bevoegdheden in buitengewone omstandigheden

Afdeling 1. Opdrachten aan kwantiteitsbeheerders

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Afdeling 2. Algemene voorschriften van kwantiteitsbeheerders

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39 [Vervallen per 01-01-1994]

Hoofdstuk V. Schadevergoeding

Artikel 40

Artikel 41

Hoofdstuk VI. Beroep

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 46 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 47 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 48 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 49 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 50 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 51

Artikel 52

Hoofdstuk VII. Toezichts- en opsporingsbevoegdheden

Artikel 53

Artikel 54 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 55 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 56 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 57 [Vervallen per 01-01-1994]

Hoofdstuk VIII. Dwang- en strafbepalingen

Artikel 58

Artikel 59

Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70